nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 17 mei 1999
Hierbij doe ik u het programmaplan voor het programma Versterking rechterlijke
organisatie toekomen. Dit programmaplan is getoetst op basis van het eveneens
bijgevoegde toetsingskader, dat door mij is vastgesteld op 31 maart jl1.
Voorts treft u een overzicht aan van toezeggingen naar aanleiding van
het nota-overleg over de Contourennota Rechtspleging in de 21e eeuw op 19 april
jl. Een afzonderlijke reactie op de ingediende moties wordt u separaat toegezonden.
Dit overzicht is in het nota-overleg toegezegd aan de voorzitter van de
Vaste Kamercommissie.
De Staatssecretaris van Justitie,
M. J. Cohen
Overzicht toezeggingen naar aanleiding van het nota-overleg
over de Contourennota Rechtspleging in de 21e eeuw d.d. 19 april 1999
Toezeggingen
1. Regeringsstandpunt ten aanzien van een landelijke aanpak van de werving,
selectie en opleiding buitenstaanders wordt eind mei 1999 aan de Tweede Kamer
toegezonden ten behoeve van het Algemeen Overleg over het capaciteitstekort.
2. Overleg met de minister van Financiën over de financiële
middelen voor de voorgenomen intensivering van werving, selectie en opleiding
van raio's en buitenstaanders. Deze kunnen versneld in 1999 ter beschikking
worden gesteld.
3. Nagaan of de departementsleiding kennis heeft gehad van het door de
heer Rouvoet genoemde concept van de Contourennota.
4. Eind 1999 vaststelling van de Lamicie-normtijden.
5. Naar verwachting eind 1999 vaststelling van het prognosemodel capaciteit
gerechten.
6. Indien mogelijk onderzoek laten doen naar het effect van de integratie
van de kantongerechten in de rechtbanken in het arrondissement Alkmaar ten
aanzien van de snelheid in afdoening van zaken en het resultaat daarvan toezenden
aan de Tweede Kamer.
7. Na het afsluiten van het onderzoek van het WODC naar de schaalgrootte
van de gerechten (eind 1999) wordt een advies ter zake geformuleerd. Mede
op grond van dit advies wordt een definitief voorstel omtrent het situeringsbeleid
geformuleerd. De Tweede Kamer wordt overigens ook geïnformeerd over de
vervanging/wijziging van locaties.
8. In de voortgangsrapportages aandacht besteden aan de overgang van medewerkers
van het departement naar de Raad voor de Rechtspraak.
9. De resultaten van het internationale onderzoek naar de Raad voor de
Rechtspraak c.q. de Magistratuur komen voor de zomer beschikbaar.
10. Binnen een of twee maanden een brief aan de Tweede Kamer over de motie
Vos en Van Oven inzake de bestuurlijke onderbrenging van de kantongerechten.
Nadere afwegingen die worden meegenomen bij de voorbereiding
van de wetsvoorstellen:
1. Bezien waar een rechter terecht zou kunnen die zich door eenheidsbevorderende
maatregelen van het bestuur beknot voelt in zijn vrijheid en onafhankelijkheid.
2. Onderzoek doen naar de presidentsbenoeming op tijdelijke basis in het
dagelijks bestuur.
3. Bezien of de minister of de Raad voor de Rechtspraak verantwoordelijk
dient te zijn voor de beslissing over salarisschalen van de medewerkers in
de ondersteuning.
4. Reactie op aanknopingspunten voor de benoeming van leden van de Raad
voor de Rechtspraak, zoals genoemd in het rapport Van den Haak.
5. Het nalopen van alle taken en bevoegdheden van de Raad voor de Rechtspraak
teneinde te bezien hoe een conflict tussen de Raad en de minister kan worden
opgelost door een conflictenregeling. Bezien of de adviesbevoegdheid van de
Raad voor de Rechtspraak ten aanzien van benoemingen van leden van de gerechtsbesturen
niet een te vergaande bevoegdheid is.