nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID MOSTERD
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 15 vervangen door:
Artikel 15. Toetsingsinkomen
Volledige aanspraak op een tegemoetkoming in de studiekosten bestaat bij
een toetsingsinkomen naar de maatstaf van het studiejaar 1999–2000 van
f 52 023,– of minder. Bij een inkomen van meer dan f 52 023,–
bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige studiekosten, bedoeld in
artikel 16, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak wordt verminderd met
10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.
II
In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 32 vervangen door:
Artikel 32. Toetsingsinkomen
Volledige aanspraak op een tegemoetkoming in de directe studiekosten ingevolge
dit hoofdstuk bestaat bij een toetsingsinkomen naar de maatstaf van het studiejaar
1999–2000 van f 52 023,– of minder. Bij een inkomen
van meer dan f 52 023,– bestaat aanspraak op tegemoetkoming
in de overige studiekosten, bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel b,
welke aanspraak wordt verminderd met 10 procent van het verschil tussen het
belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.
III
Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
ARTIKEL IA
1. In artikel 15, tweede volzin, van de Wet tegemoetkoming studiekosten
wordt de zinsnede «bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige
studiekosten, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak
wordt verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen
en het toetsingsinkomen» vervangen door: wordt de aanspraak op tegemoetkoming
in de studiekosten verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare
inkomen en het toetsingsinkomen.
2. In 32, tweede volzin, van de Wet tegemoetkoming studiekosten wordt
de zinsnede «bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige studiekosten,
bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak wordt verminderd
met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen»
vervangen door: wordt de aanspraak op tegemoetkoming in de studiekosten verminderd
met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.
IV
Artikel II wordt vervangen door:
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1999 met uitzondering
van artikel IA, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2001.
Toelichting
Dit amendement zorgt ervoor dat boven het in het wetsvoorstel genoemde
grensbedrag van f 52 023 een tegemoetkoming voor de overige studiekosten
mogelijk blijft. Door de invoering van een glijdende schaal worden de grote
armoedevallen, die anders boven dit grensbedrag ontstaan, gereduceerd. De
eigen bijdrage van de ouders aan de overige studiekosten is op deze manier
maximaal 10% van het belastbaar inkomen boven het grensbedrag van f 52 023.
Vanaf het studiejaar 2001–2002 geldt dit amendement voor beide componenten
van de studiekosten (lesgeld en overige studiekosten).
Mosterd