26 346
Wijziging van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met uitbreiding van de doelgroep en verhoging van het normbedrag overige studiekosten

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID MOSTERD

Ontvangen 16 maart 1999

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 15 vervangen door:

Artikel 15. Toetsingsinkomen

Volledige aanspraak op een tegemoetkoming in de studiekosten bestaat bij een toetsingsinkomen naar de maatstaf van het studiejaar 1999–2000 van f 52 023,– of minder. Bij een inkomen van meer dan f 52 023,– bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige studiekosten, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak wordt verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.

II

In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 32 vervangen door:

Artikel 32. Toetsingsinkomen

Volledige aanspraak op een tegemoetkoming in de directe studiekosten ingevolge dit hoofdstuk bestaat bij een toetsingsinkomen naar de maatstaf van het studiejaar 1999–2000 van f 52 023,– of minder. Bij een inkomen van meer dan f 52 023,– bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige studiekosten, bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak wordt verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.

III

Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

ARTIKEL IA

1. In artikel 15, tweede volzin, van de Wet tegemoetkoming studiekosten wordt de zinsnede «bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige studiekosten, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak wordt verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen» vervangen door: wordt de aanspraak op tegemoetkoming in de studiekosten verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.

2. In 32, tweede volzin, van de Wet tegemoetkoming studiekosten wordt de zinsnede «bestaat aanspraak op tegemoetkoming in de overige studiekosten, bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel b, welke aanspraak wordt verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen» vervangen door: wordt de aanspraak op tegemoetkoming in de studiekosten verminderd met 10 procent van het verschil tussen het belastbare inkomen en het toetsingsinkomen.

IV

Artikel II wordt vervangen door:

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1999 met uitzondering van artikel IA, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2001.

Toelichting

Dit amendement zorgt ervoor dat boven het in het wetsvoorstel genoemde grensbedrag van f 52 023 een tegemoetkoming voor de overige studiekosten mogelijk blijft. Door de invoering van een glijdende schaal worden de grote armoedevallen, die anders boven dit grensbedrag ontstaan, gereduceerd. De eigen bijdrage van de ouders aan de overige studiekosten is op deze manier maximaal 10% van het belastbaar inkomen boven het grensbedrag van f 52 023.

Vanaf het studiejaar 2001–2002 geldt dit amendement voor beide componenten van de studiekosten (lesgeld en overige studiekosten).

Mosterd

Naar boven