26 345
Beleidsplan Nederlandse Politie 1999–2000

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 20 augustus 1999

Bij mijn brief van 23 juni 1999 heb ik u ter bespreking toegezonden het Convenant politie 1999. Wegens uw volle agenda heeft u het op 29 juni jl. geagendeerde Algemeen Overleg uitgesteld naar 31 augustus a.s. Ter voorbereiding op dit overleg heeft u mij en mijn ambtgenoot van Justitie een aantal schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden daarop stuur ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, als bijlage bij deze brief.

In de afgelopen maanden is door de onderscheiden partijen zeer constructief gewerkt aan de totstandkoming van dit Convenant politie 1999. Hiermee wordt invulling en uiting gegeven aan de bij alle partijen gevoelde noodzaak om diverse complexe onderwerpen in samenhang te bezien en een grote stap voorwaarts te maken, opdat wij er gezamenlijk in slagen Nederland veiliger te maken. Het te sluiten Convenant politie 1999 is daartoe een essentiële bouwsteen. Door alle betrokkenen is ingestemd met het thans voorliggende convenant. Een ieder is zich er daarbij van bewust dat de komende jaren nog een forse krachtsinspanning nodig is om alle in het convenant genoemde zaken gezamenlijk verder uit te werken en te implementeren. Ik ben dan ook verheugd dat de in het convenant genoemde stuurgroep, onder onafhankelijk voorzitterschap van prof. Dr. A. van der Zwan, zal bestaan uit een brede vertegenwoordiging van korpsen, openbaar ministerie en departementen. Ook op deze wijze geven betrokkenen uiting en invulling aan de eerder genoemde en gevoelde gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Uit de door u ingediende schriftelijke vragen meen ik te mogen afleiden dat van uw zijde het Convenant positief is ontvangen. Ik acht het van groot belang zulks te mogen constateren, omdat ik van mening ben dat er sprake moet zijn van een breed politiek draagvlak voor de verdere versterking en modernisering van de politiezorg in ons land. Vanuit deze context vraagt u op enkele punten nadere verduidelijking en verheldering. In de bijgevoegde antwoorden heb ik, waar relevant, de relatie aangegeven tussen de diverse onderwerpen. Immers, een veiliger Nederland komt alleen tot stand als alle partijen daar van diverse kanten tegelijkertijd in dezelfde richting aan werken. Het spreekt overigens voor zich dat de ambtgenoot van Justitie en ik u regelmatig, bijvoorbeeld in het najaar (aan de hand van de ontwerp-rijksbegroting en memorie van toelichting) en in het voorjaar (aan de hand van de jaarlijkse Landelijke Politiebrief) over voortgang en ontwikkelingen op de hoogte stellen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven