nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 12 oktober 1999
Bij brief van 21 juni jongstleden (26 339, nr. 12) heb ik u geïnformeerd
over de mij voor ogen staande procedure met betrekking tot de verlenging van
de cursusduur van de opleidingen Technische Bedrijfskunde, Technische Bestuurskunde
en Techniek en Maatschappij, waarover ik met de vaste Commissie in het Algemeen
Overleg van 2 juni jongstleden heb gesproken (26 339, nr. 13).
Van de TUE, de TUD en de UT heb ik inmiddels voorstellen ontvangen voor
een langere cursusduur voor de onderhavige opleidingen. Over deze voorstellen
heb ik, zoals reeds in mijn bovenvermelde brief aangekondigd, het advies ingewonnen
van de Tijdelijke Commissie Vernieuwing bèta-opleidingen (de zgn. Commissie
Veltman). Deze commissie heeft de voorstellen getoetst aan de criteria die
ik u reeds heb beschreven in mijn brief van 15 april jongstleden. Naar aanleiding
daarvan is de Commissie tot een positief oordeel gekomen.
Ik neem dit oordeel van de Commissie over, hetgeen betekent dat ik een
wetswijziging zal bevorderen waardoor een hogere studielast voor de onderhavige
opleidingen in artikel 7.4 WHW wordt opgenomen, zodat voor de studenten in
deze opleidingen aanspraak op studiefinanciering ontstaat voor het overeenkomstig
aantal studiejaren.
Deze aanpassing zal op korte termijn worden voorbereid.
Ik heb de desbetreffende instellingen inmiddels van mijn beslissing op
de hoogte gesteld.
Bij de bovenbedoelde wetswijziging zal ik ook het advies betrekken dat
de Commissie Veltman mij binnenkort zal uitbrengen over enkele andere opleidingen
in de sector techniek en landbouw, waarvoor vóór 1 augistus
voorstellen zijn ingediend, te weten: Voeding en Gezondheid van de LUW, Civiele
techniek en management, Bedrijfsinformatietechnologie en Milieutechnische
wetenschappen van de UT. De reden dat ik ook voor deze opleidingen voorstellen
aan de Commissie heb voorgelegd is voor Voeding en Gezondheid
dat er een grote verwantschap bestaat met de opleiding medische biologie,
die is meegenomen in de bèta-wet en in dat kader vijfjarig is geworden.
Voor de opleidingen Civiele techniek en management, Bedrijfsinformatietechnologie
en Milieutechnische wetenschappen van de UT geldt dat ten tijde van de advisering
over de ingenieursopleidingen door de RCO deze opleidingen nog maar net bestonden
en daarom toen door de RCO niet zijn meegenomen. Gelet op de inhoud van deze
opleidingen, die uit 80 à 100% techniek bestaat, ligt het voor de hand
deze nu mee te nemen in de huidige toetsingsprocedure.
De Commissie merkt in haar advies tenslotte nog op dat het ook mogelijk
zou zijn om te komen tot gewijzigde eindtermen via een stelsel van bachelor-
en mastersopleidingen. Deze opmerking van de commissie zal ik betrekken bij
mijn vervolgactiviteit nadat ik advies heb ontvangen van de Onderwijsraad
over de consequenties op langere termijn van een ontwikkeling binnen Europa
naar een opbouw volgens twee cycli, zoals ik in het ontwerp HOOP 2000 heb
aangekondigd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans