Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 26301 nr. 34 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 26301 nr. 34 |
Vastgesteld 27 december 2000
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft op 23 november 2000 overleg gevoerd met minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken over:
– de brief van 22 september 2000 met een verslag van de werkzaamheden van de Veiligheidsraad in augustus (26 301, nr. 30);
– de brief van 31 oktober 2000 met een verslag van de werkzaamheden van de Veiligheidsraad in september 2000 (26 301, nr. 31);
– het verslag van de werkzaamheden van de Veiligheidsraad in oktober;
– de voorlopige agenda en het werkprogramma van de Veiligheidsraad in de maand oktober 2000 (BuZa 00-509);
– de voorlopige agenda en het werkprogramma van de Veiligheidsraad in de maand november 2000 (BuZa 00-628).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
De heer Eurlings (CDA) spreekt zijn verontrusting uit over de escalatie van het Palestijns-Israëlische conflict. Alles wat kan worden gedaan om het geweld te beteugelen en het klimaat voor een echte dialoog te bevorderen, moet worden toegejuicht. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben inmiddels voorgesteld ongewapende VN-waarnemers naar Israël te sturen. Het is de vraag wat deze waarnemers kunnen uitrichten, temeer daar Israël zich krachtig tegen het idee heeft uitgesproken. Inmiddels zou minister Albright hebben voorgesteld tot een mechanisme te komen om bestaande verdragen alsnog uitgevoerd te krijgen. Het zou goed zijn om te horen welke kansen de Nederlandse minister ziet.
Een Veiligheidsraadsdelegatie heeft onlangs Timor bezocht en geconcludeerd dat de situatie veilig genoeg is voor de terugkeer van internationale hulporganisaties. De berichten uit West-Timor stemmen echter tot grote zorg. Terugkeer uit de vluchtelingenkampen wordt ontmoedigd door verkeerde informatie te verstrekken of geld te eisen. Ontwapening en ontbinding van de milities lijken niet aan de orde. De Veiligheidsraad kiest voor een diplomatieke aanpak, maar het is de vraag of deze nu wél tot resultaat gaat leiden. In Oost-Timor wordt geklaagd over de zeer beperkte steun van de internationale gemeenschap voor de heropbouw van het land. De minister moet aangeven of er mogelijkheden zijn om in deze cruciale opbouwfase extra ondersteuning te bieden. Daarnaast is een reactie gewenst op de klacht dat de VN-overgangsregering moordenaars en verkrachters moet vrijlaten vanwege een gebrek aan middelen om tot een gerechtelijke vervolging over te gaan.
Ambassadeur Brahimi heeft centraal gesteld dat de VN zich bij planning van missies moet voorbereiden op worst-casescenario's en niet op best case planning assumptions. Het zou goed zijn om te horen wat het Nederlandse standpunt in dezen is geweest en wat de gevolgen van het Brahimirapport zijn voor de positiebepaling van de Nederlandse regering bij mogelijke toekomstige beslissingen over de deelname aan missies. Volgens het rapport moet er voldoende zicht zijn op de beschikbaarheid van troepen en middelen, voordat de Veiligheidsraad een besluit neemt over een mandaat. Nederland neemt een tegenovergestelde positie in.
De realiteit van de onderhandelingen tussen Ethiopië en Eritrea lijkt met de dag minder te sporen met een best case planning assumption. Na afloop van een bezoek aan het gebied rapporteerde de minister dat een werkelijke vredeswens bestaat en dat beide landen erop gebrand zijn reconstructiewerk te beginnen. Vele dagen intensief onderhandelen hebben echter niets opgeleverd. Is al meer te melden over de opvolging van Nederland en Canada? Zijn de zeer noodzakelijke land- en luchtcorridors intussen geregeld?
De situatie in Centraal-Afrika is onverminderd zorgelijk. Het mandaat van Monuc is tot half december verlengd om de VN de gelegenheid te geven om alles in het werk te stellen om partijen dichterbij elkaar te brengen. Er zit echter geen enkele voortgang in de implementatie van het Lusaka-akkoord. De vraag of nog een positieve wending teweeggebracht kan worden, is relevant omdat bij de verlenging van Monuc is geconstateerd dat handhaving alleen mogelijk zal zijn met medewerking van de Kongolese partijen.
Ook in Sierra Leone is de situatie zorgelijk. Het mandaat van Unamsil is al onder druk komen te staan door het aanstaande vertrek van India. Ook Jordanië blijkt zich te willen terugtrekken. Een verzwakking van de vredesmacht verhoudt zich niet goed tot het verzwaarde mandaat.
De hoge vertegenwoordiger voor Bosnië-Herzegovina heeft melding gemaakt van vele hoopvolle ontwikkelingen. De verkiezingen van 11 november jl. werden gezien als een stap in de richting van een functionerende democratie. Het feit dat overwegend op nationalistische partijen is gestemd, stemt echter niet hoopvol.
Nederland heeft gedurende zijn lidmaatschap van de Veiligheidsraad terecht inspanningen geleverd om de kleine wapens op de agenda te krijgen. Minder lof verdient het soms eigenzinnige optreden van de ambassadeur, die namens de regering dient te spreken. Steun verdient het op de agenda plaatsen van de exitstrategie. De minister dient aan te geven welke doelen worden gesteld, welke activiteiten mogen worden verwacht en wat de gevolgen kunnen zijn voor toekomstige humanitaire interventies.
De heer Valk (PvdA) vraagt de minister om informatie over de spoedzitting van de Veiligheidsraad over het Midden-Oosten. De ontwikkelingen aldaar zijn zeer zorgwekkend. De hoop op een geweldloze oplossing dreigt steeds verder te verminderen. Een waarnemersmissie kan niet worden afgedwongen, maar in diplomatieke onderhandelingen moet toch getracht worden de bereidheid in dezen te vergroten. Als de missie mogelijk wordt, zou Nederland er een rol in kunnen spelen.
De secretaris-generaal blijkt niet voldoende toezeggingen te krijgen voor troepen voor Unamsil. Het zou goed zijn om te horen wat de gevolgen daarvan voor de situatie ter plekke zijn.
De verkiezingen in Bosnië-Herzegovina hebben een tweeledig beeld te zien gegeven. Aan Bosnische zijde blijken de kiezers zich af te wenden van de radicale partijen. Binnen de Kroatische en Servische gemeenschap blijken de radicale krachten zich echter te versterken. De internationale gemeenschap kan niet veel anders dan de uitspraak van de bevolking respecteren. Daarbij dient in het oog te worden gehouden dat de andere partijen tot nu toe geen grote resultaten hebben geboekt bij economische versterking, goed bestuur en corruptiebestrijding.
Volgend jaar zullen landelijke verkiezingen volgen in Kosovo. Het is van belang om uit te spreken dat de status van Kosovo niet de eerste inzet van deze verkiezingen is. De status van Kosovo zal in de eerste plaats een resultaat moeten zijn van een dialoog tussen de internationale gemeenschap, Kosovo en Joegoslavië. Een onafhankelijk Kosovo moet op dit moment zeker niet worden nagestreefd. Eind december zullen overigens verkiezingen in Joegoslavië worden gehouden. Als er in Kosovo behoefte bestaat om aan deze verkiezingen mee te doen, zou de VN daaraan medewerking moeten verlenen.
De heer Hoekema (D66) dankt de minister en de ambtenaren, de Veiligheidsraadcoördinator mevrouw Jones-Ros voorop, voor de informatie die de Kamer gedurende het lidmaatschap van de Veiligheidsraad heeft ontvangen. Een alomvattende evaluatie van het lidmaatschap zal te zijner tijd volgen. Daaraan voorafgaand moet worden opgemerkt dat het schriftelijke antwoord van de minister op de vraag naar het gewraakte interview met ambassadeur Van Walsum in het AD Magazine erg laconiek was.
Wat het Midden-Oosten betreft vraagt de heer Hoekema naar de kansen op een buitenlandse aanwezigheid in de bezette gebieden. De secretaris-generaal heeft het mandaat gekregen om de mogelijkheden daarvoor af te tasten, maar Israël lijkt er niet aan te willen. Het vooruitzicht op die buitenlandse aanwezigheid dient behouden te blijven.
De Kamer heeft het rapport van de EU-ambassadeur inzake Indonesië ontvangen. Het is van belang dat dit rapport tot activiteiten in de Veiligheidsraad leidt.
Het zou goed zijn om wat meer te horen over de missie naar Oost- en West-Timor en over de opheldering van de misdrijven tegen VN-medewerkers op West-Timor afgelopen september.
De discussie over de toekomst van Montenegro en Kosovo zal allengs aan kracht winnen. Wat Montenegro betreft tendeert de discussie snel richting onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid van Kosovo verdient geen ondersteuning, maar de geest lijkt wel uit de fles. Het is goed dat Joegoslavië weer toegelaten is tot de VN, maar het is wel te hopen dat er niet louter Milosevicaanhangers in de diplomatieke vertegenwoordiging aanwezig zijn.
Het Soedanese leger heeft onlangs een dorp in Zuid-Soedan gebombardeerd, waarbij tientallen doden en vele gewonden zijn gevallen. Het is er het zoveelste bewijs van dat Soedan zich niet aan de resoluties van de Veiligheidsraad houdt. Het zou goed zijn om hieraan in de raad aandacht te besteden.
Er is sprake van een totale stagnatie van de humanitaire hulpverlening in Afghanistan. Er is geen uitzicht op een bevredigende oplossing voor de mensenrechtenschendingen en de politieke machtsdeling. Het zou goed zijn als de aanwezigheid van de VN en andere hulporganisaties ter plaatse verzekerd kan worden.
De vredesmacht in Sierra Leone brokkelt in snel tempo af. Het vermogen om de taak uit te voeren wordt daarmee ook steeds minder. Een interessante ontwikkeling is de totstandkoming van een hof. Het hof heeft echter minder rechtsmacht toegewezen gekregen dan vergelijkbare hoven voor het voormalige Joegoslavië en Rwanda. De secretaris-generaal heeft het manco gesignaleerd en gesuggereerd dat de Veiligheidsraad het hof een hoofdstuk VII-autorisatie geeft, opdat verdachten kunnen worden uitgeleverd. Deze verrassende suggestie verdient ondersteuning.
De heer Hoekema vraagt naar de follow-up van de debatten in de Veiligheidsraad over het Brahimirapport. Over de relatie tussen dit rapport en UNMEE zal op een nader moment worden ingegaan.
Vertegenwoordigers van Somaliland hebben een petitie aan de commissie aangeboden, waarin erop wordt gewezen dat de gemaakte afspraken niet de volledige instemming hebben van alle betrokkenen. Er is een doorbraak geforceerd, maar de toestand is bepaald nog niet ideaal.
De commissie heeft indertijd een lijst van vertegenwoordigers van de secretaris-generaal ontvangen. Opvallend was het gebrek aan vrouwen op die lijst. Daar moet beslist iets aan gedaan worden; wellicht zou Nederland een vrouwelijke speciale vertegenwoordiger kunnen voordragen. De rol van vrouwen in conflicten en vredesopbouw is absoluut onderbelicht.
De heer Hoekema vraagt naar de implementatie van de diverse diamantembargo's. Verder wil hij weten welke taken het VN-kantoor in Angola precies vervult, ook in het licht van de enorme voedseltekorten.
Hij complimenteert de minister met diens activiteiten op het terrein van de kleine wapens.
Mevrouw Karimi (GroenLinks) maakt de minister een compliment voor de activiteiten van Nederland in de algemene vergadering van de VN inzake de resolutie over «honour crimes». Veel vrouwen in veel landen worden het slachtoffer van eerwraak. Nederland heeft terecht een voortrekkersrol vervuld bij het aangenomen krijgen van deze resolutie.
Zij sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Hoekema over de ondervertegenwoordiging van vrouwen. De rol van vrouwen bij vredesopbouw moet worden versterkt. Ook in conflictsituaties moet er meer aandacht aan worden besteed.
Tijdens het vorige debat heeft de minister toegezegd met zijn collega van EZ in gesprek te zullen treden over een diamantregistratiesysteem in Amsterdam. Betere en effectieve controle is ook daar nodig. Het zou goed zijn om te horen wanneer de Kamer de brief hierover tegemoet kan zien.
De escalatie van het geweld in het Midden-Oosten is zeer zorgwekkend. Bij zijn bezoek aan de Veiligheidsraad heeft Arafat de raad met klem verzocht om meer betrokkenheid, waarbij hij een waarnemersmissie heeft bepleit. De Veiligheidsraad moet zijn afwachtende houding laten varen. Daarbij is het van belang het Nederlandse standpunt jegens het Franse voorstel te vernemen.
Ook de situatie in Indonesië baart zorgen. Nederland moet zich blijven inzetten om het onderwerp te agenderen voor de Veiligheidsraad.
In Afghanistan is de situatie verder verslechterd, doordat Pakistan de deur heeft gesloten voor vluchtelingen. De humanitaire toestand is buitengewoon precair. De UNHCR moet blijven zoeken naar mogelijkheden om hulp te bieden. Daarnaast moet Pakistan aangesproken worden op zijn verantwoordelijkheid.
Tijdens zijn reis naar Ethiopië en Eritrea heeft de minister geconstateerd dat beide landen weinig vertrouwen hebben in de vredeswil van de ander. Heeft de minister thans minder vertrouwen in die vredeswil dan op het moment dat de Kamer goedkeuring gaf aan Nederlandse deelname aan de Unmee-operatie?
Het zou goed zijn om meer te horen over het Nederlandse standpunt in de discussie over de beperking van het mandaat van Unamsil tot de periode na 1996. Mensenrechtenorganisaties hebben verklaard dat dit vergaande gevolgen kan hebben, zelfs voor de vervolging van Sankoh. Immers, de burgeroorlog is sinds 1991 gaande en ook vóór 1996 hebben ernstige misdaden plaatsgevonden.
Er heeft een briefing plaatsgehad over Kongo en Monuc. De teneur daarvan was dat het zonder vredeswil van de partijen weinig zin had om Monuc te blijven operationaliseren. De Veiligheidsraad heeft echter een eigen verantwoordelijkheid om vrede te bewerkstelligen. Nederland moet hierbij een helder standpunt innemen.
Mevrouw Karimi sluit zich aan bij de vragen van de heer Hoekema over het Brahimirapport en over Somalië.
De heer Van Baalen (VVD) sluit zich aan bij de eerder geuite zorgen over de situatie in het Midden-Oosten. Hij meende dat eenzijdige vingerwijzigingen richting Israël niet passend zijn. Partijen die kinderen een rol laten spelen bij uitbarstingen van geweld, nemen een zware, onaanvaardbare verantwoordelijkheid op zich.
Er is een commissie-Mitchell actief, waarvan de heer Solana deel uitmaakt. Het zou goed zijn om te horen wat zijn rol is en namens wie hij in deze commissie figureert. Bij dat laatste is het van belang welk mandaat hij heeft en op welke wijze terugkoppeling plaatsvindt.
Het Brahimirapport verdient ondersteuning, maar het is wel nodig om er een concreet uitgewerkt werkplan aan te verbinden. Pas als dat op tafel ligt, kan worden nagedacht over extra middelen. Vooralsnog houdt de fractie van de VVD vast aan een nulgroei van de VN-begroting en aan de aansporing aan lidstaten om hun betalingsachterstand in te lopen.
Het proces rond het referendum in de Westelijke Sahara zit in het slop. Ook hierbij kan niet eenzijdig naar een van de partijen, in casu Marokko, worden gekeken. Alle partijen moeten worden opgeroepen om dat referendum daadwerkelijk te doen plaatsvinden. Met name Algerije heeft een grote verantwoordelijkheid. Op het grondgebied van dit land bevindt zich Polisario, welke organisatie ook onwillig is om met Marokko overeenstemming te bereiken over de voorwaarden waaronder een referendum kan worden georganiseerd. De problematiek van de lijsten van kiesgerechtigden moet kunnen worden opgelost in het kader van de Verenigde Naties en de bemiddeling van de Amerikaanse oud-minister van buitenlandse zaken James Baker.
Wat de Balkan betreft stemt het tot zorg dat 60% van de Bosnische jongeren weg wil. Ook het verkiezingsresultaat in Srpska is negatief te duiden. Een flink aantal verkozenen is gediskwalificeerd. Het is de vraag wat het betekent voor het proces van een politieke dialoog als een flink aantal mensen er niet aan kan deelnemen.
Het is goed dat de federale republiek Joegoslavië weer tot de VN-familie behoort, maar er is sprake van een groot aantal losse einden in het land. Zo zijn er de Kosovaren in Servische detentie. Die zaak moet opgelost worden. Er dient eenduidig medewerking te worden verleend aan het VN-tribunaal voor het voormalig Joegoslavië.
Een onafhankelijk Kosovo is, onder de huidige omstandigheden, geen oplossing voor de problemen op de Balkan en kan ook thans niet de inzet van onderhandelingen zijn, maar het is wel noodzakelijk om te blijven nadenken over de finaliteit van de status van Kosovo.
De minister heeft het Unmee-gebied bezocht. Het is positief dat de ministers van defensie van beide landen hun defensiebegroting aanzienlijk willen reduceren, maar het is onduidelijk hoe hard deze uitspraken zijn.
Het tribunaal dat in Sierra Leone wordt opgezet, lijkt een onvoldoende mandaat te hebben. Het zou goed zijn om de visie van de minister hierop te vernemen.
De heer Van Middelkoop (RPF/GPV) wijst op het Arushavredesproces in Burundi en vraagt zich af of het niet beter is als de internationale gemeenschap zich daarop zou concentreren. In het verslag over september staat dat het VN-secretariaat denkt aan de mogelijkheid om particuliere beveiligingsorganisaties in te schakelen. Dit punt verdient nadere verheldering.
Het zou goed zijn om te horen wat de betekenis van het implementatieplan van het Brahimirapport is voor de Unsas-landen.
De heer Van Middelkoop spreekt zijn waardering uit voor de speech van de minister op het seminar on humanitarian intervention. Het valt op dat niet meer werd gesproken over humanitaire interventie zonder resolutie, zonder mandaat van de Veiligheidsraad. Misschien kan de Kamer worden geïnformeerd over de resultaten van het seminar.
De minister heeft alarmerende geluiden laten horen over het vredesproces tussen Ethiopië en Eritrea. Het zou goed zijn als hij zou kunnen bevestigen dat de inhoud van de brief op grond waarvan de Kamer haar besluit heeft genomen, nog recht overeind staat. Daarnaast moet meer informatie worden verstrekt over de punten waarover nog onduidelijkheid heerst, zoals de luchtcorridor en de rol van het Rode Kruis.
Het is de vraag wat VN-betrokkenheid kan toevoegen aan het nationale karakter van het hof in Sierra Leone. Er wordt gesproken van een verbod op de import van ruwe diamanten. Als dat in Sierra Leone kan, moet het elders in Afrika ook kunnen.
Er moet blijvende aandacht zijn voor Oost-Timor, niet alleen voor de situatie aldaar, maar vooral ook om het Indonesische leger permanent onder internationale aandacht te houden. Wat het leger in Oost-Timor heeft gedaan en doet, doet het op andere manieren ook op de Molukken en Papoea Nieuw Guinea. De minister moet elke kans benutten om kritische aandacht te geven aan de rol van het Indonesische leger.
In het Midden-Oosten is sprake van een patroon van provocatie van Palestijnse zijde gevolgd door een vaak disproportionele reactie van Israël. Het zou goed zijn als het oud- en nieuw-testamentische adagium «oog om oog, tand om tand» wat meer weerklank zou vinden in de zin van de evenredigheid die daarin zit. Het Osloproces is bilateraal onder internationale begeleiding. Als het goed afloopt, kan het worden gevolgd door een internationale vredesmacht. Een internationale waarnemersmissie op dit moment lijkt nauwelijks toegevoegde waarde te hebben. Zo moet daarvoor een mandaat worden geformuleerd, hetgeen niet eenvoudig zal zijn, onder meer gezien de houding van Israël. Verder gebeurt er natuurlijk al het een en ander. Er is een commissie-Mitchell actief. Er is een human rights inquiry commission, die door de commission on human rights is ingesteld. Daarnaast is sprake van een bezoek van mevrouw Robinson aan de bezette gebieden. Overigens zou het geen kwaad kunnen het optreden van de Palestijnse politie te onderzoeken. Er zijn Hamasactivisten vrijgelaten waarvan wordt gezegd dat zij nieuwe terreur veroorzaken.
De minister wijst op de grote betrokkenheid van de Veiligheidsraad bij het Midden-Oosten. Op 17 november heeft een discussie plaatsgehad naar aanleiding van het bezoek dat de secretaris-generaal had gebracht aan de top van islamitische landen. De secretaris-generaal heeft zijn bevindingen in vier punten samengevat. Ten eerste stelde hij dat er een eind moet komen aan het geweld aan beide zijden, waarbij hij bij Israël heeft aangedrongen op het gebruik van non lethal methods of riot control. Ten tweede werd het nederzettingenbeleid door de gesprekspartners als een van de belangrijke oorzaken van de crisis aangeduid. Ten derde drong de secretaris-generaal aan op snelheid van werken van de commissie-Mitchell bij het zoeken naar de oorzaken van het geweld. Naar zijn oordeel zou de commissie ook een bijdrage kunnen leveren aan het kalmeren van de situatie. Overigens is via de heer Solana, die in de commissie zitting heeft als hoge vertegenwoordiger van de EU, terugkoppeling naar de raad verzekerd. Ten vierde is het van belang dat beide partijen openstaan voor een vreedzame oplossing. Daarbij is verwezen naar de resoluties 242 en 338. Ook de economische situatie in de bezette gebieden verdient aandacht. Het huidige geweld heeft daarop vanzelfsprekend negatieve gevolgen.
Tijdens de bespreking bleek dat de invalshoek van de secretaris-generaal werd gesteund. Het werd belangrijk gevonden dat hij een rol in het Midden-Oosten blijft spelen. Als de komende periode niet tot deëscalatie kan worden gekomen, moet gevreesd worden voor ernstige gevolgen. Daarom is het belangrijk dat de secretaris-generaal in zijn rol wordt geschraagd door de Veiligheidsraad. Er is een beroep op hem gedaan, ook door Nederland, om beide partijen te laten nadenken over de mogelijkheid van een waarnemingsmissie. Zo'n missie zou als neutrale VN-partij de gebeurtenissen kunnen waarnemen. De missie zou de beschuldigingen over en weer op enigerlei wijze kunnen checken. Het gaat nadrukkelijk niet om een missie zoals gevraagd door Arafat. Immers, over zo'n missie zou nooit overeenstemming in de Veiligheidsraad kunnen worden bereikt. De EU is eensgezind in het ondersteunen van de secretaris-generaal in zijn bijdrage aan het vinden van een oplossing van de problemen.
Overigens is Nederland op bilaterale basis voortdurend met beide partijen in gesprek. De directeur Midden-Oosten is op dit moment in de regio en heeft de afgelopen dagen met beide partijen gesprekken gevoerd.
Op verzoek van de Arabische groep is op 22 november een open zitting belegd. Het Nederlands voorzitterschap heeft dat gesteund. De Veiligheidsraadsleden gingen er alle mee akkoord, hier en daar met enige aarzeling. De bijeenkomst heeft niet echt veel nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Israël en de Palestijnen beschuldigen elkaar van het uit de hand lopen van het conflict. De Palestijnen hebben opnieuw aangegeven dat zij beschermingstroepen van de VN willen hebben, een voorstel dat Israël destructief voor het vredesproces heeft genoemd. De Nederlandse vertegenwoordiger in de Veiligheidsraad heeft beide partijen opgeroepen om moed te tonen en de vicieuze cirkel van geweld te doorbreken. Er is opnieuw steun uitgesproken voor de inspanningen van de secretaris-generaal om de afspraken van Sharm-el-Sheikh te implementeren.
In het oplossen van de problemen is ook een belangrijke rol weggelegd voor de VS. In deze periode is het voor de president echter moeilijk om zijn volle gezag te laten gelden. Juist in dit licht gezien is het ook belangrijk dat de secretaris-generaal zich in het veld vertoont.
De Veiligheidsraad heeft in de aanvang van het conflict een heldere veroordeling uitgesproken. Er is over de resolutie gediscussieerd in de algemene vergadering. In dit stadium, waarin gezocht wordt naar wegen om beide partijen tot elkaar te brengen, is het niet raadzaam om veroordelingen uit te spreken.
De secretaris-generaal heeft in algemene zin gewezen op de economische problematiek in de Palestijnse gebieden. Beide partijen zullen daar aandacht voor blijven houden in de komende periode.
Over een recent voorstel van minister Albright, waarover de heer Eurlings sprak, moeten de officiële berichten worden afgewacht. De substantie van het voorstel is vooralsnog onduidelijk. Tijdens de bijeenkomst van de Veiligheidsraad van 17 november heeft de VS geen bezwaar geuit tegen de snelle ontplooiing van de missie van Mitchell, noch tegen de rol van de secretaris-generaal, bijvoorbeeld inzake een mogelijke waarnemingsmissie.
In de gesprekken tijdens zijn bezoek aan Ethiopië en Eritrea heeft de minister gezegd dat beide partijen werkelijk werk moeten maken van een vredesproces. Het proces loopt. Eind oktober hebben beide partijen in Algerije opnieuw met elkaar gesproken, hetgeen niet veel positiefs heeft opgeleverd. De shuttlediplomatie van Lake en de Algerijnen werkt echter. Beide partijen hebben duidelijk gemaakt dat zij van het conflict afwillen. Er is sprake van oorlogsmoeheid. Geen van beide ziet voordeel in het voortzetten van het conflict. Beide partijen willen hun aandacht weer besteden aan de bestrijding van de armoede. Een brief hierover, die samen met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking is opgesteld, zal de Kamer uiterlijk volgende week bereiken.
Aan beide partijen is voorgelegd om in de periode voorafgaand aan de daadwerkelijke komst van Unmee een vijftal vertrouwenwekkende maatregelen te nemen: een gelijktijdige uitwisseling van krijgsgevangenen, te beginnen met een aantal van 250, het ter beschikking stellen van de mijnenkaarten aan Unmee, een moratorium op de uitwijzing van inwoners, de opening van een land- en luchtcorridor, waarvan de laatste nog op zich laat wachten en een gefaseerde terugkeer van gevangengenomen burgers onder auspiciën van het Rode Kruis. Beide partijen hebben steun betuigd aan deze vijf maatregelen. Dit is vastgelegd in een presidentiële verklaring van de Veiligheidsraad, die op 22 november is vastgesteld.
Al met al is geen sprake van een pessimistischer inschatting van de toestand ter plaatse. De vredesgesprekken zijn gaande, maar er mag best enige druk op worden gezet. Een van de drukmiddelen is de ontwikkelingssamenwerkingssteun. Het is belangrijk om de partijen duidelijk te maken dat zij er niet op kunnen rekenen dat de VN-vredesmacht jaar in jaar uit gestationeerd zal blijven.
Met de vervanging van de Nederlandse en Canadese troepen na een halfjaar is de secretaris-generaal zeer actief bezig. Ruim voordat het eind van de periode aanbreekt, zal de vervanging naar verwachting geregeld zijn. Het is volstrekt helder dat de Nederlandse troepen niet langer dan zes maanden zullen blijven. Overigens is er zeer veel waardering voor het voortrekkerswerk van Nederland voor Unmee.
Het voorstel voor de oprichting van een groep «Vrienden van het vredesproces» heeft nog niet geleid tot daadwerkelijke vorming van zo'n groep. Een aantal staten heeft belangstelling getoond. Rond de ontplooiing van Unmee kan er vermoedelijk meer over worden gemeld. Het is een methode om Lake, de OAE en beide partijen te wijzen op hun verantwoordelijkheden en om druk op het proces uit te oefenen. Na de periode van zes maanden zal Nederland het werk rond deze groep voortzetten.
De missie naar Timor heeft vooruitgang geconstateerd. Zowel Untaet als de bevolking werkt hard aan de wederopbouw. Er is een sterke bereidheid tot verzoening, maar ook de eis dat zij die zich aan wandaden schuldig hebben gemaakt, hun straf niet zullen ontlopen. Het gerechtelijk apparaat vereist bijzondere aandacht, zodat een effectief systeem van recht en orde kan worden geïmplementeerd. Voor de inspanningen van Untaet is het van belang om de schuldigen aan mensenrechtenschendingen voor het gerecht te brengen. Nederland heeft hierbij nog een speciaal belang in verband met de moord op Sander Thoenes. Aan de heer Vieira de Mello is gevraagd om een extra inspanning van Untaet op dit punt. Op 20 november is er ook nog eens over gesproken met de secretaris-generaal van de VN. Zeer recent heeft bovendien een gesprek plaatsgehad met de Indonesische procureur-generaal, waarbij duidelijk is gemaakt dat Nederland ervan uitgaat dat hij degenen die verantwoordelijk zijn voor de moord op Sander Thoenes, aan de lijst zal toevoegen. Het Indonesische parlement is onlangs akkoord gegaan met de oprichting van een mensenrechtentribunaal. In de desbetreffende wet staat de mogelijkheid van het oprichten van een tribunaal ad hoc voor mensenrechtenschendingen uit het verleden. Het Oost-Timortribunaal zal naar verwachting in februari 2001 met zijn werkzaamheden kunnen starten.
De inspanningen van de Indonesische regering hebben wel tot verbetering op West-Timor geleid, maar op essentiële punten dient nog voortgang te worden geboekt. De missie heeft vastgesteld dat in de vluchtelingenkampen nog steeds sprake is van intimidatie en van vormen van desinformatie. De Indonesische regering zal daarop worden aangesproken. Nederland zal in de Veiligheidsraad blijven hameren op de noodzaak om alle omstandigheden te creëren om de herstart van de vrijwillige en veilige repatriëring van vluchtelingen mogelijk te maken. De vrije bewegingsmogelijkheid voor de UNHCR is hierbij van zeer groot belang.
De opmerking van de heer Eurlings over de handelwijze van de VN-administratie ter plaatse zal worden nagetrokken. Over de moord op de drie VN-medewerkers is terecht veel verontwaardiging uitgesproken. Dit moet een follow-up hebben in de richting van de Indonesische regering.
De Nederlandse regering zal druk blijven uitoefenen op de Indonesische regering ten aanzien van het Molukse probleem. Dat geldt voor de follow-up van de EU-missie en de permanente dialoog. De Kamer heeft onlangs een brief ontvangen met het rapport van de missie. Agendering in de Veiligheidsraad behoort nog steeds niet tot de mogelijkheden; dat zou tot een echec leiden. Dat laat onverlet dat degenen die ermee te maken hebben, continu onder druk worden gezet.
Over Sierra Leone zijn weinig goede berichten te brengen. Het is belangrijk dat de diamantgebieden onder controle komen. Nederland zal doorgaan met het bepleiten van een meer voorwaarts gerichte rol van Unamsil. Consolidatie is niet voldoende. Nederland blijft ook openstaan voor de Ecomog-optie. Het is op dit moment echter onmogelijk om in de Veiligheidsraad tot overeenstemming te komen over een ander mandaat voor Unamsil. Het zou een ongelukkige ontwikkeling zijn wanneer het land in twee delen zou worden gesplitst: een Unamsil- en een niet-Unamsil-gedeelte. Teneinde ontplooiing van eventuele Ecowas-troepen mogelijk te maken, heeft Nederland Nigeria transportmiddelen toegezegd. Op verzoek van de Nigeriaanse regering zal ook waterzuiveringsapparatuur worden verstrekt om Unamsil ook te laten helpen bij een DDR-programma voor strijders van de RUF.
Het is een feit dat Unamsil te weinig troepen toegezegd heeft gekregen. Het gevolg daarvan is duidelijk: de missie kan niet worden uitgebreid. Ook over het mandaat is nog geen overeenstemming bereikt. Het is heel moeilijk voor Unamsil om de problemen thans werkelijk aan te pakken. Het Verenigd Koninkrijk maakt geen onderdeel van Unamsil uit, maar heeft wel een troepenmacht voor de kust, die wordt uitgebreid. Verder is het land instrumenteel in het trainen van het Sierra-Leoonse regeringsleger. De VS doet het nodige om het Nigeriaanse leger te steunen voor het geval dat Ecowas tot ondersteuning van Unamsil zou komen.
Over het hof wordt nog onderhandeld. Op een aantal punten bestaat hierover in de raad nog onenigheid. Het gaat dan om de reikwijdte van de personele jurisdictie: gaat het alleen om de top van de RUF of ook om anderen die zich aan schendingen van de mensenrechten schuldig hebben gemaakt? Ook is het nog een kwestie of gekomen moet worden tot een speciale faciliteit voor de berechting van kinderen: een speciale kinderkamer of een waarheidscommissie. Verder is nog sprake van een financieringsprobleem. Nederland is voorstander van berechting van schenders van mensenrechten. Deze berechting dient onafhankelijk, rechtvaardig en geloofwaardig te zijn, hetgeen inhoudt dat Nederland tegenstander is van een beperking tot de periode na de amnestie. Sankoh zou wel degelijk aangesproken moeten kunnen worden. Overigens vindt Nederland dat de doodstraf die onder Sierra-Leoons recht bestaat niet van toepassing moet worden verklaard.
Wat het diamantembargo betreft is inmiddels een EU-verordening vastgesteld. Verder is een Nederlandse verordening van kracht. De controle op het embargo berust bij het ministerie van EZ.
Tijdens het Nederlands voorzitterschap heeft op 9 november een brainstormsessie plaatsgevonden tussen de landen die troepen aan Monuc leveren en de leden van de Veiligheidsraad. Er is geen overeenstemming over een verdere ontplooiing van Monuc. Dat heeft ook te maken met de stand van zaken in het vredesproces. De veiligheidssituatie in de DRC verslechtert alleen maar, net als de humanitaire situatie.
Mandela gaat tot het uiterste om tot oplossingen te komen voor Burundi. Het idee van het inschakelen van particuliere beveiligingsorganisaties is een idee van het VN-secretariaat, een idee dat door Nederland als onhaalbaar wordt gezien.
Het VN-kantoor in Angola is naar aanleiding van een Nederlandse interventie instandgehouden. Het kantoor is verantwoordelijk voor monitoring van de situatie. Er worden activiteiten ontplooid voor de versterking van de lokale capaciteit ten behoeve van mensenrechten. Verder wordt dehulpverlening van de VN-familie gecoördineerd.
De internationale gemeenschap heeft het vredesinitiatief in Somalië van het begin af aan gesteund. De vorming van regionale autoriteiten verdient steun, maar komt nog niet echt goed van de grond. Samen met Italië overweegt Nederland een bijdrage te leveren aan een VN-trustfonds ter financiering van het vredesproces.
De gedachte om in de Veiligheidsraad te praten over opheffing van de sancties tegen Soedan heeft nog niet tot positief resultaat geleid, omdat de VS de nodige bezwaren hebben. De VS en Soedan willen de zaak eerst bilateraal bespreken. De vragen over de mensenrechtensituatie in Soedan zullen binnenkort worden beantwoord.
De hoop dat de derde ronde van algemene verkiezingen in Bosnië-Herzegovina de grondslag zou zijn voor een multi-etnisch land is ijdel gebleken. Vijf jaar na Dayton is overigens wel sprake van enige vooruitgang. Met name op het punt van de infrastructuur is de nodige voortgang geboekt. Zo zijn een nationaal paspoort en een telefoonnet totstandgekomen. De wet op de state border services is, opgelegd door de hoge vertegenwoordiger, gerealiseerd. Er zijn vier posten geopend. Onder druk van Wereldbank en IMF zijn in beide identiteiten de noodzakelijke economische wetten aangenomen. Waar men niet tot overeenstemming kon komen, zijn wetten opgelegd. Er blijft sprake van spanning, zeker ten aanzien van het functioneren van de gemeenschappelijke instellingen en de terugkeer van vluchtelingen. Het mandaat van de VN-missie en de VN-politietaak is afgelopen juni met een jaar verlengd. Nederland is van mening dat in de komende tijd een discussie op gang zal moeten komen over de aanwezigheid in het gebied.
Er is gevraagd om medewerking van VN-instituties bij verkiezingen in Joegoslavië, inclusief Kosovo. Nederland is in beginsel voorstander van medewerking van VN-instituties bij verkiezingen in Kosovo. Kouchner moet nog overtuigd worden van het belang van een bijdrage van VN-organisaties hierbij.
De situatie van de vluchtelingen in Afghanistan is onverminderd slecht. Humanitair gezien is sprake van een neerwaartse spiraal. Nederland is een van de grotere donoren. Toegang is het grote probleem. Begin november is een briefing georganiseerd over dit onderwerp. Naar aanleiding hiervan heeft de Veiligheidsraad opnieuw een oproep gedaan om burgers geen slachtoffer te laten worden van het voortdurende conflict. Er dreigt het gevaar van een regionaal conflict. Het enig mogelijke is het verlenen van steun aan initiatieven die ertoe kunnen bijdragen dat er een rechtvaardige vredesregeling komt. Verder is het van belang dat humanitair gezien al het mogelijke gedaan wordt. Nederland besteedt in de Veiligheidsraad consequent veel aandacht aan de achtergestelde positie van vrouwen in Afghanistan.
Het is belangrijk dat de Veiligheidsraad zich achter het Brahimirapport heeft gesteld. Het is nu opportuun om de discussie in de algemene vergadering te houden. Thans wordt gedebatteerd in de werkgroep van de speciale commissie inzake vredesoperaties onder leiding van de Canadese ambassadeur. Plaatsvervangend secretaris-generaal Frechette is bezig met de aanbevelingen die het secretariaat betreffen, met name de versterking van het department of peacekeeping operations. Uitvoering van het rapport zal geld kosten. Het is op dit moment nog niet te overzien wat de opstelling van de algemene vergadering zal zijn. Zonder aanvaarding van de gedachten van Brahimi kan de VN in de komende jaren niet geloofwaardig vredesoperaties uitvoeren. In de discussie die in de Veiligheidsraad gaande is, wordt vooral het accent gelegd op het belang van een helderder besluitvormingsmechanisme voor gevallen waarin de Veiligheidsraad tot operaties besluit.
Er is gepleit voor de mogelijkheid om meer vrouwen tot speciale vertegenwoordiger te benoemen. Over de positie van vrouwen heeft een open debat plaatsgehad. Dit debat richtte zich niet alleen op vrouwen als slachtoffer van gewapende conflicten, maar ook op de positieve rol die vrouwen kunnen spelen in het kader van conflictpreventie, conflictoplossing en vredesopbouw. Op 31 oktober is een resolutie aanvaard, waarin de Veiligheidsraad de lidstaten oproept om te zorgen voor meer vrouwen op beslissende posities.
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van den Berg (SGP), Ter Veer (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV), Valk (PvdA), Apostolou (PvdA), Hillen (CDA), Verhagen (CDA), ondervoorzitter, Hessing (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), M. B. Vos (GroenLinks), Dijksma (PvdA), Van den Doel (VVD), Koenders (PvdA), De Boer (PvdA), voorzitter, Van der Knaap (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Remak (VVD), Wilders (VVD) en Molenaar (PvdA).
Plv. leden: Dijkstal (VVD), Van Baalen (VVD), De Graaf (D66), Van 't Riet (D66), Rouvoet (RPF/GPV), Zijlstra (PvdA), Belinfante (PvdA), Visser-van Doorn (CDA), Eurlings (CDA), Cherribi (VVD), De Haan (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van Bommel (SP), Harrewijn (GroenLinks), Gortzak (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Albayrak (PvdA), Van Oven (PvdA), Van den Akker (CDA), Leers (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Patijn (VVD), Balemans (VVD) en Duivesteijn (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26301-34.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.