26 287
Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 4 januari 1999

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek naar dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel tot wijziging van de Wet Luchtverkeer. Het onderhavige wetsvoorstel strekt tot implementatie van een aantal maatregelen met betrekking tot de invulling van de ministeriële verantwoordelijkheid in relatie tot de Luchtverkeersbeveiligings-organisatie (LVB), zoals aangekondigd in de nota van 23 januari 1998 van de minister van Verkeer en Waterstaat. De leden van de VVD-fractie hebben nog een aantal vragen naar aanleiding van het onderhavige wetsvoorstel.

De leden van de D66 fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel, hetgeen strekt tot de implementatie van de maatregelen die reeds aangekondigd werden in de nota inzake het algemene beleidskader voor Luchtverkeersbeveiliging. Deze maatregelen hebben betrekking op de invulling van de ministeriële verantwoordelijkheid in relatie tot de luchtverkeersbeveiligingsorganisatie. Het wetsvoorstel heeft tot de volgende vragen en opmerkingen geleid.

In de memorie van toelichting is te lezen dat de leden van de Raad van toezicht zitting zullen nemen zonder last of ruggespraak. Tevens geeft de bepaling «taakverwaarlozing» de minister van Verkeer en Waterstaat de bevoegdheid te kunnen optreden in geval van structureel tekortschieten van de LVB. De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat precies de bevoegdheden van de Raad van toezicht zijn met betrekking tot het optreden ten opzichte van een of meer bestuursleden. Hoe verhouden de bevoegdheden van de Raad van toezicht en het feit dat zij zonder last en ruggespraak zitting nemen zich tot de nieuwe bevoegdheid van de minister van Verkeer en Waterstaat in geval van «taakverwaarlozing»? Kan de regering tevens verduidelijking geven met betrekking tot de positie van de vertegenwoordiging van de minister van Verkeer en Waterstaat in de Raad van toezicht, de nieuw te benoemen waarnemer? Wat zijn de bevoegdheden van de waarnemer van de minister van Verkeer en Waterstaat in de Raad van toezicht, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Structurele taakverwaarlozing

De bepaling over taakverwaarlozing geeft de minister de bevoegdheid op te treden in gevallen van structureel tekortschieten. Het gaat om die gevallen waarin een of meer taken van de LVB gedurende ruime tijd niet of geheel onvoldoende worden vervuld, waarbij geen uitzicht bestaat op spoedige verbetering en waarbij de veiligheid van het luchtverkeer in het gedrang komt. De leden van de fractie van D66 zouden dit nader toegelicht willen hebben. Wat wordt verstaan onder gedurende ruime tijd? Grijpt de minister ook in als de veiligheid niet in het geding is maar taken niet of geheel onvoldoende worden vervuld?

Periodieke evaluatieperiode

Er is gekozen voor een evaluatieperiode van vijf jaar. De leden van de D66-fractie vragen waarom voor deze termijn is gekozen. Ligt het niet voor de hand met het oog op de vrij forse groei van het luchtverkeer te kiezen voor een kortere periode?

Raad van toezicht

De zesde zetel in de Raad van toezicht komt door een aangepaste vertegenwoordiging van de minister van Verkeer en Waterstaat vrij. De leden van de VVD-fractie zouden graag willen weten of het noodzakelijk is de zesde zetel te handhaven. Kan de regering nader toelichten op basis van welke criteria wordt bepaald uit welke sector het zesde lid moet komen?

In de eerder gepubliceerde nota werd aangekondigd dat de minister in de raad vertegenwoordigd zou blijven in de vorm van een waarnemer (Kamerstukken 25 856, nr 2 p. 27). Ook in onderhavig wetsvoorstel wordt dit vermeld en blijkt dat deze waarnemer geen stemrecht in de raad zal hebben. De leden van de D66-fractie vragen waarom gekozen is voor het vervangen van een volwaardig lid met stemrecht door een waarnemer zonder stemrecht. Nader wordt bezien uit welke sector dit lid afkomstig zal zijn. Is al aan te geven om welke mogelijke sectoren het hierbij zal gaan?

Het vervangen van een lid van de raad van toezicht door een waarnemer van overheidswege is in lijn met het door de leden van de D66-fractie bepleitte «werknemersmodel» in plaats van een commissarismarkt. Is dit een toevalligheid of een bewust ingezette lijn?

KNMI

In haar brief van 11 december 1997 geeft de minister van Verkeer en Waterstaat aan, dat de produktie van luchtvaartmeteorologische gegevens in de praktijk al is opgedragen aan het KNMI. Het voornemen om dit ook wettelijk te regelen is – met de wetenschap dat het contract tussen de LVB en het KNMI over levering van deze gegevens per 31 december 1998 afloopt – ook al eerder besproken. De leden van de VVD-fractie vragen zich dan ook af waarom het wetsvoorstel waarin het verstrekken van luchtvaartmeteorologische gegevens aan het KNMI wordt opgedragen, nog niet gereed is voor behandeling? Kan de regering aangeven wat de consequenties zijn van het niet tegelijkertijd ingaan van onderhavige wetsvoorstel en het wetsvoorstel aangaande de verstrekking van de luchtvaartmeteorologische gegevens door het KNMI? Is de minister van Verkeer en Waterstaat ook verantwoordelijk als het contract tussen de LVB en het KNMI afloopt en onderhavig wetsvoorstel is ingevoerd?

Het is ongewenst de huidige situatie te laten voortbestaan en de leden van fractie van D66 stemmen dan ook in met het op juiste wijze wettelijk verankeren van een in de praktijk reeds bestaande situatie. Vanaf 31 december 1998 zal de LVB worden ontlast van de taak van het verstrekken van luchtmeteorologische gegevens, een taak die in de praktijk door het KNMI vervuld werd. Heeft het ontlasten van deze taak nog financiële of andere consequenties voor de LVB, zo vragen de leden van de D66-fractie.

De leden van de D66-fractie vragen hoe het opdragen van de meteorologische informatie aan het KNMI zich verhoudt met de door het kabinet nagestreefde marktwerking, onder andere verwoord in het rapport Markt & overheid, door professor Cohen?

Tenslotte willen de leden van de VVD-fractie graag verduidelijking met betrekking tot het verhalen van de kosten. Wordt er onderscheid gemaakt tussen de gegevens die rechtstreeks van producent naar de eindgebruiker gaan en de gegevens die verstrekt worden als onderdeel van de Nederlandse luchtverkeersdienstverleningstaak? Wat is de reden dat het verhalen van de kosten van de gegevens die rechtstreeks naar de eindgebruiker gaan via de LVB worden afgehandeld? Is de regering van mening, dat dit de meest duidelijke en efficiënte regeling is?

De voorzitter van de commissie,

Blaauw

De waarnemend griffier van de commissie,

Floor


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GL), Van Gijzel (PvdA), Valk (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Van Heemst (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GL), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th. A. M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GL), De Boer (PvdA), Waalkens (PvdA), Atsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Schutte (GPV), Bos (PvdA), Spoelman (PvdA), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), M. B. Vos (GL), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Poppe (SP), Dankers (CDA) en Dijksma (PvdA).

Naar boven