nr. 51
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2009
Hierbij doe ik mede namens de minister voor Jeugd en Gezin een reactie
toekomen op uw brief van 27 mei jl. (2009Z09256/2009D25 956) inzake
een brief die de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse
Zaken heeft ontvangen van de Staten van de Nederlandse Antillen. Op 23 april
2009 hebben de Staten van de Nederlandse Antillen met algemene stemmen een
motie aangenomen over registratie op basis van etniciteit. Met het aannemen
van deze motie verzoeken de Staten van de Nederlandse Antillen de Nederlandse
regering om enig bestaand etnisch register van Antillianen te doen vernietigen.
Deze brief is een reactie op het verzoek van de Staten.
De eerste overweging genoemd in de motie is dat in april is gebleken dat
enkele Nederlandse gemeenten, de zogenaamde Antillianengemeenten, waaronder
de gemeente Rotterdam, Antilliaans-Nederlandse jongeren zouden registreren
op basis van etniciteit. Tevens verwijst de motie naar de brief van het College
bescherming persoonsgegevens (CBP) van 7 april jl. waarin om stopzetting
van de betreffende registratie wordt gevraagd omdat deze onrechtmatig zou
zijn.
Over de registratie in Rotterdam bestaat een misverstand. Het betreft
een registratie van het Transfer Informatie Project (TIP) in Charlois. Het
TIP is gericht op risicojongeren van 0 tot 24 jaar in de deelgemeente Charlois.
Aan de ene kant is het een plek waar ouders en jongeren terecht kunnen voor
informatie over hulp en zorg. Aan de andere kant biedt het TIP hulpverleners
de mogelijkheid om onderling informatie uit te wisselen over risicojongeren
om tot een optimale aanpak van de hulp te komen. Daarvoor worden de achtergronden
van deze jongeren geregistreerd, waaronder herkomst. Herkomst kan een rol
spelen bij het bepalen van de juiste aanpak van de problemen van deze jongeren.
Onder deze jongeren bevinden zich jongeren van verschillende herkomst,
waaronder ook Antilliaans-Nederlandse. Er is dus geen sprake van een aparte
registratie van Antilliaans-Nederlandse jongeren. De herkomst wordt
niet gezien als de oorzaak van de problemen, maar wel als factor die van belang
kan zijn om tot een effectieve aanpak van de problemen te komen.
De gemeente Rotterdam en het CBP zijn in gesprek om vast te stellen op
welke manier en op welke gronden registratie van herkomst van risicojongeren
is toegestaan. Ik ga er vanuit dat de gemeente Rotterdam zich zal houden aan
afspraken die met het CBP gemaakt worden en dat registraties in de gemeente
in overeenstemming zullen zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens.
De Verwijsindex Antillianen (VIA) was in Nederland de enige registratie
die specifiek bedoeld was voor mensen van Antilliaans-Nederlandse herkomst.
Zoals u weet is in december 2008 het voorstel voor de VIA ingetrokken. Met
de Antillianengemeenten zijn afspraken gemaakt dat zij van de Verwijsindex
risicojongeren (VIR) gebruik zullen maken. In de VIR worden geen herkomstgegevens
van jongeren geregistreerd, dus ook niet van Antilliaans-Nederlandse jongeren.
Voor zover mij bekend bestaan er in Nederland verder geen aparte registraties
voor Antilliaanse Nederlanders. Wel komen Antilliaanse Nederlanders, net als
alle andere inwoners van Nederland, voor in algemene registers waarin herkomst
is vastgelegd. Deze registers, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA),
voldoen aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot de verwerking van
persoonsgegevens en het CBP ziet toe op de naleving daarvan.
Mijn conclusie is dat er geen aparte registraties zijn specifiek voor
Antilliaanse Nederlanders. Vernietiging van deze registraties is naar mijn
oordeel dan ook niet aan de orde.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. E. van der Laan