nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid,
onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
In de wet van 5 september 1996 tot gemeentelijke herindeling
van Lemelerveld (Stb. 1996, 447) is bepaald dat op 3 maart 1999, tegelijkertijd
met de verkiezingen van provinciale staten, tussentijdse verkiezingen voor
de gemeenteraad in Dalfsen zullen plaatsvinden. Aanvankelijk stond in het
wetsvoorstel Lemelerveld dat de gemeenteraad een zittingsduur van 5 jaar en
vier maanden zou hebben (van 1 januari 1997 tot april 2002). Bij de behandeling
van de wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindeling van Schouwen-Duiveland
en Walcheren (Stb. 1996, 446 en 448) en de wetsvoorstellen tot gemeentelijke
herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant, Breda en Westelijk
Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant
en 's-Hertogenbosch (Stb. 1995, 427 en Stb. 1996, 449, 450 en 451) heeft een
discussie plaatsgevonden over de duur van de zittingstermijn van de nieuwe
gemeenteraden. Bij de behandeling van het wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling
van Lemelerveld is vervolgens het amendement Mulder-van Dam c.s. aangenomen.
De Kamer was, net als bij de eerder genoemde wetsvoorstellen, de mening toegedaan
dat een zittingsduur van ongeveer 5½ jaar diende te worden opgesplitst
in twee zittingstermijnen. Na de tussentijdse verkiezingen in maart 1999,
zouden de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen in Dalfsen gelijktijdig
met de reguliere gemeenteraadsverkiezingen in maart 2002 in de rest van Nederland
plaatsvinden.
Op het moment van vaststelling van de wet tot gemeentelijke herindeling
van Lemelerveld was niet te voorzien dat de gemeente Dalfsen binnen afzienbare
termijn opnieuw bij een gemeentelijke herindeling betrokken zou zijn. De procedure
tot gemeentelijke herindeling in West-Overijssel, waarvan Dalfsen deel uitmaakt,
bevond zich destijds in de beginfase. In oktober 1996 hebben gedeputeerde
staten van Overijssel in de nota «Varianten gemeentelijke herindeling
West-Overijssel» hun visie gegeven op de versterking van het lokaal
bestuur in West-Overijssel. Vervolgens is in oktober–november 1996 in
het herindelingsgebied het open overleg ex artikel 2 van de Wet algemene regels
herindeling gestart. Op 29 oktober 1997 hebben provinciale staten van Overijssel
tenslotte een ontwerp-regeling voor gemeentelijke herindeling in West-Overijssel
vastgesteld. Op dit moment is een wetsvoorstel die deze gemeentelijke herindeling mogelijk maakt in voorbereiding. Afhankelijk van de parlementaire behandeling
zou de beoogde herindeling in West-Overijssel per 1 januari 2000 of uiterlijk
per 1 januari 2001 geëffectueerd moeten worden. Verkiezingen voor de
nieuwe gemeenten na de herindeling in dit gebied vinden dan plaats in het
najaar van 1999 of in het najaar van 2000.
Een herindeling per één van de genoemde data zou betekenen
dat binnen korte tijd twee keer een nieuwe gemeenteraad in Dalfsen zou moeten
worden gekozen. Dat is een ongewenste situatie. Ten eerste wordt de besluitvorming
binnen de raad belemmerd doordat er geen bestuurlijke continuïteit is.
Ten tweede brengen extra verkiezingen veel kosten met zich mee. Tenslotte
scheppen twee verkiezingen op korte termijn onduidelijkheid voor de burger.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen heeft bij
brief van 27 mei 1998 een verzoek tot uitstel van de tussentijds geplande
verkiezingen van maart 1999 ingediend. Het college stelt voor de gemeenteraadsverkiezing
samen te laten vallen met de verkiezing die plaatsvindt bij de gemeentelijke
herindeling.
Bovengeschetste omstandigheden rond de voorgenomen gemeentelijke herindeling
in West-Overijssel maken het wenselijk dat er een wettelijke voorziening met
betrekking tot de verlenging van de zittingsduur van de gemeenteraad in Dalfsen
wordt getroffen. Onderhavig wetsvoorstel strekt ertoe de tussentijds geplande
verkiezingen van maart 1999 te laten vervallen en de zittingstermijn van de
per 1 januari 1997 aangetreden gemeenteraad te verlengen tot april 2002 teneinde
te voorkomen dat in kort tijdsbestek tweemaal verkiezingen van de leden van
de gemeenteraad moeten worden gehouden. De verlenging van de zittingstermijn
tot april 2002 wordt geregeld in het voorgestelde derde lid van artikel 2
van de Wet tot gemeentelijke herindeling Lemelerveld. Hierin wordt immers
bepaald dat de zittingsperiode van de per 1 januari 1997 aangetreden nieuwe
gemeenteraad tegelijk eindigt met de zittingsperiode van de raden die worden
gekozen bij de verkiezingen van 4 maart 1998, derhalve april 2002. Er wordt
echter vanuit gegaan dat de zittingstermijn korter zal zijn in verband met
de voorgenomen gemeentelijke herindeling met ingang van 1 januari 2000, dan
wel 1 januari 2001.
Het voorstel van de gemeente Dalfsen voor het laten samenvallen van de
gemeenteraadsverkiezing met de verkiezing die plaatsvindt bij de gemeentelijke
herindeling wordt hiermee ondersteund. De datum van herindeling in West-Overijssel
is echter op dit moment nog onbekend. In het wetsvoorstel tot gemeentelijke
herindeling in West-Overijssel zullen de definitieve bepalingen omtrent de
herindelingsverkiezingen worden opgenomen. Deze verkiezingen vinden dan voor
alle betrokken gemeenten gelijktijdig plaats.
In verband met de noodzaak tijdig duidelijkheid te geven omtrent het al
dan niet doorgaan van verkiezingen in Dalfsen in 1999 is het van belang dat
het onderhavige wetsvoorstel voortvarend wordt behandeld. Wellicht ten overvloede
merk ik daarbij op, dat ik met de behandeling van dit wetsvoorstel geenszins
een voorschot wil nemen op de inhoudelijke discussie over het herindelingsvoorstel
met betrekking tot West-Overijssel.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper