26 269
Uitvoering aanbevelingen enquêtecommissie opsporingsmethoden

nr. 18
MOTIE VAN DE LEDEN VAN OVEN EN VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 16 december 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

gezien, het rapport van de Tijdelijke commissie evaluatie opsporingsmethoden, in aanmerking genomen de met de regering gewisselde stukken,

stelt voor, aanbeveling 12 als volgt te lezen:

Een informant mag geen strafbare feiten plegen. Uitzondering moet daarbij worden gemaakt voor bepaalde hand- en spandiensten van geringe importantie in relatie tot het delict waarover de informant informatie geeft, bijvoorbeeld omdat deze diensten van een informant gevraagd kunnen worden en bij weigering daarvan de «dubbelrol» van de informant onmiddellijk aan het licht zou treden. Om die reden moeten de strafbare feiten de informant niet worden aangerekend. De aard van de toegestane hand- en spandiensten moet worden omschreven in de overeenkomst met de informant;

verzoekt de regering de uitvoering daarvan te bevorderen en de Tweede Kamer daarover uitdrukkelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Oven

Van der Staaij

Naar boven