26 263
Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 1999–2003

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 26 oktober 1998

Het kabinet heeft vrijdag 23 oktober 1998 besloten tot een zeer omvangrijk investeringspakket in infrastructuur. De hoofdlijnen van het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 1999–2003, waarin dit programma is opgenomen en de bijbehorende programma-overzichten zend ik u bijgaand toe1. Het verwerken van de afspraken in een MIT in de vormgeving zoals u gewend bent, vergt nog enige tijd; in de eerste week van november ontvangt u het complete MIT 1999–2003. In onderstaande geef ik nader aan op welke wijze ik tot een optimalisering van het bereikbaarheidspakket wil komen.

In de periode tot en met 2010 wordt door het kabinet voor een bedrag van 67 miljard gulden geïnvesteerd in spoorwegen, wegen, vaarwegen, regionale infrastructuur en intermodale knooppunten.

Hiermee wordt een forse impuls aan de economische ontwikkeling en aan de bereikbaarheid van ons land gegeven. Conform het regeerakkoord wordt prioriteit gegeven aan het openbaar vervoer bij de besteding van de extra middelen.

Ondanks de grote omvang van deze investeringsinspanning kunnen niet alle knelpunten worden aangepakt, of kunnen knelpunten pas op een later tijdstip worden opgelost, dan eerder was voorzien. Dit laatste geldt met name autowegen omdat vrijwel alle knelpunten in de railinfrastructuur en de waterwegen in uitvoering worden genomen. Voor een drietal zeer grote railprojecten (HSL-Oost; Zuiderzeelijn en Betuweroute Noord-Oost verbinding) zal de financiering geregeld worden wanneer in de toekomst een trace-besluit is genomen.

Bij de besluitvorming over de vaststelling van het MIT heeft het kabinet de met diverse regio's gesloten convenanten, respectievelijk gemaakte bestuurlijke afspraken betrokken. Een aantal van de daarin bedoelde projecten wordt getemporiseerd, in het bijzonder vanwege de noodzaak van een scherpere prioriteitenstelling als gevolg van de begrensde hoeveelheid financiële middelen. Zo spoedig mogelijk ontvangt u een volledig overzicht van de gesloten convenanten.

Hoewel naar de letter van de gemaakte afspraken daartoe ruimte bestaat, onderkent het kabinet terdege dat deze temporisering op gespannen voet kan staan met in de betrokken regio's bestaande verwachtingen.

Omdat het kabinet er zeer aan hecht dat op een betrouwbare en consistente wijze inhoud wordt gegeven aan gezamenlijke verantwoordelijkheden in dezen, wil het kabinet tussen nu en december overleg voeren met de desbetreffende regio's.

Daarbij zullen de mogelijkheden worden bezien van het geheel of ten dele wegnemen van de temporisering van zogenaamde categorie I projecten door middel van bijvoorbeeld publieke/private financiering of door middel van voorfinanciering, onder voorwaarden, vanuit de regio's.

De uitkomsten van het regionaal/provinciaal overleg over de categorie I-projecten laat ik u voor de kamerbehandeling van het MIT weten.

Tevens zal overleg worden gevoerd over de categorie 2, 3 en 4 projecten om te bezien of private investeringen tot de mogelijkheden behoren en wat de positie naar de toekomst toe moet blijven van de categorie 3 en 4 projecten, omdat, wanneer alle projecten in studie worden genomen daarmee een bedrag van miljard gulden is gemoeid, hetgeen ten koste zal gaan van realisatieprojecten en de nu voorgenomen categorie I projecten.

Over de uitkomst van dit overleg zal ik u in de eerste helft van 1999 berichten.

Tenslotte merk ik op dat over de gehele periode 1999 t/m 2010 de financiering van het huidige realisatieprogramma en de categorie I is geregeld. In de jaren 2003, 2004 en 2005 is er sprake van een kasprobleem omdat in die jaren de projectuitgaven uitgaan boven de kasmiddelen; in latere jaren doet zich de omgekeerde situatie voor. Dit kasprobleem is voorshands als overplanning opgenomen en zal bij voorrang worden ingevuld door private inkomsten uit HSL-Zuid en Betuwelijn.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven