26 257
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

19 oktober 1998

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en enige andere wetten enkele wijzigingen van wetstechnische of ondergeschikte aard aan te brengen in verband met geconstateerde wetstechnische onvolkomenheden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 610a, 610b en 672 lid 4 wordt «tenminste» telkens vervangen door: ten minste.

B

Artikel 628 wordt als volgt gewijzigd:

1. Lid 5 komt te luiden:

5. Van de leden 1 tot en met 4 kan voor de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst slechts bij schriftelijke overeenkomst worden afgeweken ten nadele van de werknemer.

2. Lid 7 komt te luiden:

7. Na het verstrijken van de termijn, bedoeld in lid 5, kan van dit artikel slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.

C

Artikel 628a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding 1 gezet.

2. Een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:

2. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.

D

In artikel 632 lid 1, onder b, vervalt: van het reglement of.

E

Artikel 652 wordt als volgt gewijzigd:

1. In lid 5 wordt «overeenkomst» vervangen door: arbeidsovereenkomst.

2. Lid 6 komt te luiden:

6. Van de leden 4, onder a, en 5, kan slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.

F

In artikel 656 lid 1 wordt «op diens een verzoek» vervangen door: op diens verzoek.

G

In artikel 667 worden onder vernummering van de leden 4, 5 en 6 tot 6, 7 en 8 na lid 3 twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

4. Indien een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst, die anders dan door rechtsgeldige opzegging of door ontbinding door de rechter is beëindigd, éénmaal of meermalen is voortgezet door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, is in afwijking van lid 1 voor de beëindiging van die laatste arbeidsovereenkomst voorafgaande opzegging nodig. De termijn van opzegging wordt berekend vanaf het tijdstip van totstandkoming van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

5. Van een voortgezette arbeidsovereenkomst als bedoeld in lid 4 is eveneens sprake indien eenzelfde werknemer achtereenvolgens in dienst is geweest bij verschillende werkgevers die redelijkerwijze geacht moeten worden ten aanzien van de verrichte arbeid elkanders opvolger te zijn.

H

Artikel 668a wordt gewijzigd als volgt:

1. Lid 1, aanhef en onderdeel a, komt te luiden:

1. Vanaf de dag dat tussen dezelfde partijen:

a. arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en een periode van 36 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden, geldt met ingang van die dag de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd;

2. Lid 5 komt te luiden:

5. Van de leden 1 tot en met 4 kan slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.

I

Artikel 670 wordt als volgt gewijzigd:

1. In lid 2, tweede volzin, wordt «geneeskundige» vervangen door: arts.

2. Aan lid 4 wordt toegevoegd: Indien de werkgever aan de ondernemingsraad een secretaris heeft toegevoegd, is de eerste volzin van dit lid van overeenkomstige toepassing op die secretaris.

J

In artikel 670b, lid 2, eerste volzin, wordt «in de opzegging toestemt» vervangen door: met de opzegging instemt.

K

Artikel 672 wordt als volgt gewijzigd:

1. In lid 1 vervalt: , reglement.

2. Lid 7 komt te luiden:

7. Van lid 4 kan, voor zover het betreft de resterende termijn van opzegging van één maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.

L

Artikel 677 lid 1, tweede volzin, komt te luiden: De partij die opzegt zonder een dringende reden of zonder gelijktijdige mededeling van de dringende reden is schadeplichtig.

M

In artikel 680 lid 5 wordt «de artikelen 670 en 672» vervangen door: artikel 672.

N

Artikel 685 lid 1, laatste volzin, komt te luiden: Indien het verzoekschrift een werknemer betreft die op de dag van ontvangst van het verzoekschrift ter griffie door ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, verklaart de rechter de werkgever niet ontvankelijk indien bij het verzoekschrift geen reïntegratieplan als bedoeld in artikel 71a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is gevoegd, dat is getoetst door het Landelijk instituut sociale verzekeringen

O

Artikel 691 lid 7 komt te luiden:

7. Van de termijnen bedoeld in de leden 1, 3 en 4 en van lid 5 kan slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.

ARTIKEL II

In artikel 6, tweede lid, onderdeel a, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 wordt «de wederpartij» vervangen door: de werknemer.

ARTIKEL III

Artikel 16 van de Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onder a, vervalt «door de werkgever».

2. In het derde lid komt de laatste zin te luiden: In de situatie, bedoeld onder b, is artikel 672 lid 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

3. In het vierde lid wordt «dienstbetrekking» vervangen door: de dienstbetrekking en wordt «voorzover» vervangen door: voor zover.

ARTIKEL IV

De Arbeidsomstandighedenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 15, negende lid, wordt «21, eerste lid, derde volzin» vervangen door: 21, vierde volzin en wordt «tweede lid,» vervangen door: tweede en.

B

In artikel 19, tweede lid, derde volzin wordt «Artikel 21, eerste lid, derde volzin» vervangen door: Artikel 21, vierde volzin, en vervalt de laatste volzin.

ARTIKEL V

In artikel 40, eerste lid, van de Faillissementswet wordt «beëindigd door opzegging» vervangen door: opgezegd.

ARTIKEL VI

In artikel 12, vierde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt «Voorzover» vervangen door: Voor zover.

ARTIKEL VII

Aan artikel XIX tweede lid van de Wet van 14 mei 1998, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid) (Stb. 1998, 300) komt te luiden:

ARTIKEL XIX

1. Op arbeidsovereenkomsten die op het tijdstip van inwerkingtreden van deze wet voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 668a, lid 1, is artikel 668a eerst dan van toepassing, indien een volgende arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met een tussenpoos van niet meer dan drie maanden.

2. Op ten tijde van het inwerkingtreden van deze wet lopende arbeidsovereenkomsten die na dat tijdstip voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 668a lid 1, onder a, is artikel 668a eerst dan van toepassing, indien een volgende arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met een tussenpoos van niet meer dan drie maanden.

3. Op een voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst die is voortgezet voor de datum van inwerkingtreding van deze wet blijven de bepalingen inzake het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van toepassing zoals zij golden voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, zolang,

a. niet is voldaan aan artikel 668a lid 1, of

b. de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd.

ARTIKEL VIII

In de artikelen 37, zesde lid, 134, derde lid, en 244, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt «arbeidsverhouding» telkens vervangen door: arbeidsovereenkomst.

ARTIKEL IX

In de artikelen 379, eerste lid, 383, eerste lid, 404 en 439, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel wordt «arbeidsverhouding» telkens vervangen door: arbeidsovereenkomst.

ARTIKEL X

Artikel II, onderdeel D, van de Wet van 13 april 1995, houdende regeling van medezeggenschap van het overheidspersoneel in de Wet op de ondernemingsraden (Stb. 1995, 231) vervalt.

ARTIKEL XI

In artikel II, onderdeel B, van de Wet van 14 februari 1998 tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 van het nieuw Burgerlijk Wetboek (Stb. 107) wordt «629, vijfde lid» vervangen door: 629b lid 4.

ARTIKEL XII

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b wordt vervangen door:

b. in door Onze Minister aan te wijzen gevallen degene, die ten minste vijf of ten minste de helft van zijn arbeidsuren per kalenderweek heeft verloren als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet, doch aan wie geen uitkering wordt verleend op grond van enige bepaling van die wet of van het uitkeringsreglement werkloosheidsverzekeringen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen.

2. Onderdeel c vervalt.

B

In artikel 55, derde lid, wordt «artikel 7, onderdeel c» vervangen door: artikel 7, onderdeel b.

ARTIKEL XIII

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b, wordt vervangen door:

b. in door Onze Minister aan te wijzen gevallen degene, die ten minste vijf of ten minste de helft van zijn arbeidsuren per kalenderweek heeft verloren als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet, doch aan wie geen uitkering wordt verleend op grond van enige bepaling van die wet of van het uitkeringsreglement werkloosheidsverzekeringen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen;.

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het eind van onderdeel c door een punt, vervalt onderdeel d.

B

In artikel 66, vierde lid, wordt «artikel 7, onderdelen c en d» vervangen door: artikel 7, onderdelen b en c.

ARTIKEL XIV

Op de beëindiging van een vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aangegane arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft voortgezet, die is beëindigd door rechtsgeldige opzegging of door ontbinding door de rechter, blijft het vóór dat tijdstip geldende recht van toepassing.

ARTIKEL XV

Deze wet treedt in werking op het tijdstip onmiddellijk volgende op dat waarop de Wet van 14 mei 1998, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid)(Stb. 1998, 300) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Justitie,

Naar boven