26 256
Wijziging van de Mediawet en de Tabakswet (implementatie wijziging richtlijn «Televisie zonder grenzen»)

nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN NICOLAÏ EN BAKKER

Ontvangen 1 september 1999

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 1, onderdeel yy, «waarvoor geen andere kosten worden gevraagd dan de omroepbijdrage, bedoeld in artikel 110, eerste lid, of het tarief dat een aanbieder van een omroepnetwerk aan de aangeslotenen op het omroepnetwerk in rekening brengt voor de ontvangst van een door de aanbieder met inachtneming van artikel 82i vast te stellen aantal programma's» vervangen door: waarvoor een redelijke, kostengeoriënteerde prijs is verschuldigd. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter bepaling van deze prijs.

Toelichting

De uitwerking van het wetsvoorstel van het uitgangspunt van de «kosteloze televisie» van de EU-richtlijn is onwenselijk:

1) Het ijkpunt (omroepbijdrage + kabelabonnement) is arbitrair om dat het internationaal (en zelfs binnen Nederland) zeer uiteenloopt en veranderlijk is.

2) Als het voorstel om de omroepbijdrage af te schaffen wordt aangenomen, is deze formulering meteen al achterhaald.

3) Het bemoeilijkt de introductie van differentiatie van het kabelaanbod, waarbij naast een goedkoper basispakket op afzonderlijke zenders geabonneerd zou kunnen worden. Deze zenders zouden dan niet binnen de interpretatie van het begrip «open net» vallen, zelfs niet als de totale televisiekosten voor de burger niet zouden toenemen.

«Een redelijke, kostengeoriënteerde prijs» geeft precies aan waar de richtlijn op gericht is, namelijk het kennis kunnen blijven nemen van evenementen van nationaal belang voor een redelijke prijs.

De bepaling van een redelijke prijs moet plaatsvinden aan de hand van de kosten. Het huidige kostenniveau voor de burger kan daarnaast als ijkpunt gebruikt worden.

Nicolaï

Bakker

Naar boven