nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse
Antillen, de Staten van Aruba
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van rijkswet tot
verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele
artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
10 oktober 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 9 december
1997 (Stb. 1998, 9) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde
voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende
tot het doen vervallen van additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden
die zijn uitgewerkt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in artikel II omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
De additionele artikelen XI, XXI en XXX van de Grondwet vervallen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,