26 241
Enquête vliegramp Bijlmermeer

nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2002

In de afgelopen periode heb ik u via voortgangsbrieven op de hoogte gehouden van het Medisch Onderzoek Vliegtuigramp Bijlmermeer (MOVB). Zoals aangegeven in mijn vorige brief zijn de werkzaamheden in het kader van het individueel medisch onderzoek begin dit jaar afgerond. Op verzoek van de opdrachtgevers van het MOVB heeft KLM Arbo Services een verslag samengesteld, dat ik u thans aanbied.1

Tijdens het individueel medisch onderzoek, dat liep van januari 2000 tot maart 2002, werden in totaal 4806 bewoners en hulpverleners onderzocht die betrokken waren bij de vliegtuigramp in de Bijlmermeer in 1992. In dit onderzoek ondergingen betrokkenen een uitgebreid persoonlijk medisch onderzoek waarbij de lichamelijke en geestelijke staat van hun gezondheid werd vastgesteld. Deelnemers ondergingen daarvoor bloed- en urineonderzoek, een longfunctieonderzoek en een algemeen lichamelijk onderzoek. Ook werd met de deelnemer een uitgebreid gesprek gevoerd. De bevindingen hiervan zijn vertrouwelijk en zijn daarom alleen medegedeeld aan de deelnemer zelf.

In het onderzoek kregen de deelnemers in voorkomende gevallen ook advies van de behandelend arts over verwijzing naar specialistische zorg, waaronder het door mij gesubsidieerde Advies- en Behandelcentrum Vliegramp Bijlmermeer (ABC). Circa. 23% van de deelnemers kreeg het advies zich via hun huisarts te laten verwijzen naar het ABC, dat vooral is gespecialiseerd in Lichamelijk Onverklaarde Klachten (LOK) en het Post Traumatisch Stress-syndroom (PTSS).

Het bestuderen van het verband tussen eventuele gezondheidsklachten en de ramp is geen onderdeel van dit individueel medisch onderzoek. Daarvoor loopt binnen het MOVB het epidemiologisch onderzoek op wetenschappelijke basis. Aanvankelijk werd dit onderzoek uitgevoerd onder bewoners en hulpverleners. Het epidemiologisch onderzoek onder bewoners is in juni 2001 stopgezet bij gebrek aan deelnemers. Ik heb u hierover uitgebreid geïnformeerd. De eerste resultaten van het epidemiologisch onderzoek onder hulpverleners worden in het eerste kwartaal van 2003 verwacht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven