26 228
Wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

nr. 7
NADER VERSLAG

Vastgesteld 3 mei 1999

Na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bestaat in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 alsnog de behoefte een aantal vragen te stellen en opmerkingen te maken die in onderstaand nader verslag zijn opgenomen. De commissie spreekt de hoop uit dat de regering deze zo spoedig mogelijk zal beantwoorden.

I ALGEMEEN

Gegevensuitwisseling met de Nederlandse Antillen en Aruba

De leden van de fractie van de PvdA vragen hoe potentiële vestigers uit de Antillen zullen worden voorgelicht over het vereiste van het overleggen van een verhuisbericht voor inschrijving in de Nederlandse basisadministratie? Deze leden vragen welke rol de medewerkers van de Nederlandse bevolkingsregisters kunnen spelen bij het effectueren van de Antilliaanse voogdijregeling voor minderjarigen die naar het buitenland vertrekken (zie brief van minister van GSI, 26 283, nummer 1)?

Zijn de voogdijraden op de Antillen volgens de minister voldoende toegerust om in samenwerking met de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten te voorzien in een sluitende aanpak op het terrein van registratie en begeleiding van Antilliaanse jongeren die zich in Nederland vestigen?

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennis genomen van de nota naar aanleiding van het verslag en de daarbij gevoegde nota van wijziging. Deze leden hebben de behoefte voorafgaand aan de plenaire behandeling van het wetsvoorstel nog een aantal nadere vragen te stellen en enige kanttekeningen te plaatsen.

Deze leden zijn teleurgesteld dat de regering de koppeling van basisvoorzieningen aan geldige inschrijving in de GBA niet heeft opgenomen in de Nota van Wijziging bij dit wetsvoorstel. Op basis van de brief van 10 november 1998 aan de Tweede Kamer over de opvang van migrerende Antilliaanse jongeren (Kamerstuk 26 283, nr. 1) hadden zij dat verwacht. Zij vragen de regering waarom het daartoe strekkende voorstel pas medio dit jaar aan de Kamer zal worden aangeboden en vragen de regering inverband met de urgentie van de problematiek te heroverwegen om alsnog een daartoe strekkende nota van wijziging in het nu voorliggende wetgevingsproces te voegen.

De leden van de fractie van de VVD zijn ook teleurgesteld over het afwijzen van hun voorstel om de boetes (maximaal 5000 gulden per geval) aan de gemeenten te doen toevallen ten einde een actieve opsporing enigszins te belonen. Zij vragen de regering nader aan te geven welke juridische stappen zouden moeten worden gezet om de door de aan het woord zijnde leden beoogde situatie alsnog mogelijk te maken. Is het mogelijk naar analogie van het aan de gemeente ten goede komen van parkeerboetes ook voor de overtreding van de GBA vereisten een betrekkelijk eenvoudige regeling te maken?, zo vragen de leden van de fractie van de VVD. Zo ja, is de regering daartoe alsnog bereid?

Deze leden toonden zich verheugd met het overnemen van de suggestie om de uitwisseling van persoonsgegevens langs elektronische weg te laten plaatsvinden. Zij dringen er wel op aan niet «slechts» te volstaan met het scheppen van het juridische kader daarvoor, maar door bestuurlijk overleg ook de invoering op korte termijn na te streven.

De leden van de fractie van het CDA hebben met belangstelling kennis genomen van de nota van wijziging inzake gegevensuitwisseling binnen het Koninkrijk, als Adeel van de maatregelen ter beantwoording van problemen in relatie tot de moeizame integratie van een deel van de groep Antilliaanse en jongeren in de Nederlandse samenleving. In de eerste plaats wensen zij van de regering te vernemen welk probleem met dit voorstel wordt opgelost. Leidt het voorstel niet voornamelijk tot bureaucratie, zo vragen de aan het woord zijnde leden zich af. Deze leden wensen te benadrukken dat zij dit voorstel willen zien en beoordelen in het bredere kader van een door dezelfde leden herhaaldelijk bepleite toelatingsregeling. Zij willen de regering dan ook vragen in dit kader het totaal-pakket aan maatregelen met invoeringstrajecten en -termijnen van de hierboven aangeduide problematiek uiteen te zetten. Ten aanzien van de nota van wijziging hebben de leden van de fractie van het CDA de volgende opmerkingen en vragen.

Zij zouden van de regering willen vernemen of zij de basisadministratie van de Nederlandse Antillen waterdicht achten. Heeft de regering dit expliciet getoetst, zo vragen deze leden zich af. Voorts vragen deze leden weer te geven welke (procedurele) waarborgen er bestaan dat een inschrijving in de Nederlandse basisadministratie daadwerkelijk leidt tot deelname aan een inburgeringstraject. Is hier sprake van naadloze aansluiting op de Inburgeringswet? In het verlengde hiervan verzoeken de leden van de fractie van het CDA de regering aan te geven welke ervaringen reeds zijn opgedaan met de circulaire van 17 december jl. om alvast een specifieke inschrijf procedure met betrekking tot personen vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba. Hoe is de aansluiting met inburgeringstrajecten? Kunnen hier reeds concrete successen gemeld worden?

De leden van de fractie van D66 bedanken de bewindslieden voor de gegeven antwoorden. Over de bijgevoegde nota van wijziging hebben deze leden echter nog wat nadere vragen.

Met deze nota van wijziging wordt een deel van de afspraken gemaakt in het bestuursakkoord gesloten tussen de Nederlandse en Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse autoriteiten omgezet in wetgeving. In de regelgeving van zowel Nederland als de Nederlandse Antillen en Aruba wordt vastgelegd dat bij vertrek van een burger naar één van de andere Koninkrijkslanden er een verhuisbewijs van de desbetreffende basisadministratie in het bezit moet zijn dat bij de basisadministratie van het land van vestiging waar betrokkene zich wil inschrijven moet worden overlegd. Het niet voldoen aan deze verplichting is strafbaar ingevolge art. 147 van de Wet GBA. De leden van de fractie van D66 vragen zich af wat dit betekent voor die mensen die niet beschikken over een verhuisbewijs of die zich überhaupt niet bij de GBA aanmelden? Worden deze mensen teruggestuurd?

Iemand die naar Nederland wil verhuizen moet zich melden bij het PIVA voor een verhuisbericht. De gegevens van deze persoon worden door het PIVA doorgestuurd naar Nederland. Deze gegevens worden opgenomen in het Vestigingsregister. Betrokkene zal zich vervolgens moeten melden bij de GBA in de plaats waar hij/zij zich wil vestigen. Als dit gebeurd is worden de gegevens uit het Vestigingsregister verwijderd. Tot zover duidelijk. De leden van de D66 vragen zich echter af wat er gebeurd als iemand wel te kennen heeft gegeven te willen verhuizen naar Nederland, maar zich niet meldt bij de GBA. Volgens de voorgestelde wet worden de gegevens na 1 jaar verwijderd uit het Vestigingsregister. De vraag is of er voor dat dit gebeurd is gecontroleerd wordt de persoon in kwestie inderdaad niet naar Nederland is vertrokken. Dit lijkt de leden van de fractie van D66 wel wenselijk. Anders lijkt de maas in de wet toch wel groot.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen gevallen worden bepaald waarin gegevens uit het Vestigingsregister aan gemeenten worden verstrekt voor andere taken dan de bijhouding van de basisadministratie. Aan welke taken wordt hierbij gedacht of wordt hierbij alleen maar gedacht taken die worden vervuld in het kader van de Wet inburgering nieuwkomers. In hoeverre wordt hierbij voorkomen dat in strijd met de Wet op de Bescherming van de Persoonsgegevens wordt gehandeld. Immers gegevens mogen niet voor een ander doel worden gebruikt dan waarvoor zij gegeven zijn.

Briefadres voor alleenstaanden

De leden van de fractie van de VVD hebben de behoefte om van de indiening van dit nader verslag gebruik te maken om in te gaan op een naar het oordeel van deze leden schrijnende situatie waarin sommige alleenstaanden die periodiek zijn opgenomen in een [psychiatrisch] ziekenhuis. Onlangs is onder de aandacht van ondermeer deze leden gebracht, dat de wet GBA tot gevolg heeft dat alleenstaanden die met een zekere regelmaat, maar langer dan drie maanden in een ziekenhuis verblijven een adreswijziging moeten laten doorvoeren in de GBA.

Het bleek in dergelijke gevallen voor alleenstaanden thans niet mogelijk een briefadres te kiezen op het «oude» woonadres althans indien daar geen andere persoon meer woonachtig is.

De leden van de fractie van de VVD begrijpen dat de wetgever hier het belang voor de overheid om de in Nederland woonachtige personen te kunnen bereiken enerzijds en anderzijds de wens van alleenstaanden tijdelijk een briefadres op het «oude» woonadres te hebben heeft moeten afwegen, maar zijn vooralsnog van mening dat in tijdelijke situaties het belang van de betrokken alleenstaanden het zwaarst dient te wegen. Zij vragen de regering bij nota van wijziging een wettelijke mogelijkheid daartoe voor te stellen, waarbij de aan het woord zijnde leden zich kunnen voorstellen dat wel bepaalde waarborgen inzake het openen van post voorgeschreven zullen worden. Het is volgens deze leden niet nodig dat bijvoorbeeld een familielid op het «oude» woonadres woonachtig is of wordt.

II ARTIKELGEWIJS

Artikel 29a

De leden van de fractie van de PvdA vragen of het bepaalde in het voorgestelde artikel 29a, eerste lid, niet het gevaar met zich meebrengt dat inschrijving na afwijzing achterwegen blijft, waardoor de persoon in kwestie alsnog onbereikbaar wordt voor de Nederlandse autoriteiten?

De leden van de fractie van het CDA vragen de regering aan te geven of er een controlemogelijkheid aanwezig is voor een burger aan het loket die zegt niet ingeschreven te hebben gestaan in de PIVA van één van de eilanden en dus geen enkel bewijs van uitschrijving kan overleggen. Is hier een verificatiemogelijkheid?

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier voor dit verslag,

Del Grosso


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), Schutte (GPV), Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GL), Dankers (CDA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Rehwinkel (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wagenaar (PvdA), De Boer (PvdA), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GL), Kant (SP) en Balemans (VVD).

Plv. leden: Van den Doel (VVD), Rouvoet (RPF), Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Augusteijn-Esser (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Rabbae (GL), Wijn (CDA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Nicolaï (VVD), Van Oven (PvdA), Brood (VVD), Apostolou (PvdA), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Eurlings (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP) en Essers (VVD.

Naar boven