26 200 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1999

nr. 89
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 10 september 1999

In de vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 bleek bij onderstaande fracties behoefte te bestaan een aantal vragen ter beantwoording voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 18 mei 1999 inzake de resultaten van het onderzoeksverslag, «Waarom zou je de rijkdom weigeren», Vrijetijdsbesteding, deelname aan kansspelen en andere spelen met geld en kansspelproblemen bij Chinezen in Nederland.

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 september 1999.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Essers

De griffier voor dit verslag,

Atkins

PvdA-fractie

1 en 2

In hoeverre en op welke wijze wil de regering de aanbevelingen, samengevat op blz. 85 van het onderzoeksrapport, uitvoeren (afgezien van vervolgonderzoek)?

Op welke wijze wil de regering het bestaande preventie- en hulpverleningsaanbod zodanig aanpassen dat beter kan worden ingespeeld op de behoeften van de Chinese bevolkingsgroep?

Bij de beantwoording van deze vragen acht ik het van belang u er nogmaals op te wijzen dat het onderhavige onderzoek geen representatief beeld geeft van het gokken onder de Chinese bevolkingsgroep in Nederland. Het moet worden beschouwd als een oriënterend en beschrijvend vooronderzoek. Daarbij komt dat niet bekend is hoeveel personen van Chinese afkomst in Nederland wonen. Op grond hiervan is het ook niet mogelijk de omvang van het gokken onder Chinezen te vergelijken met die onder Nederlanders. De veronderstelling dat gokken en de daarmee samenhangende problematiek, onder Chinezen aanzienlijk meer voorkomt dan bij Nederlanders kan daarom niet worden getoetst en de waarde van deze studie is derhalve in dat opzicht beperkt.

Verder is een belangrijke uitkomst van de studie dat gokproblemen die ontstaan niet uniek zijn voor Chinezen. Het zijn problemen die niet afwijken van die van Nederlandse probleemspelers of gokverslaafden.

Ik heb het Trimbos-instituut gevraagd een beperkt pilot-project te starten gericht op telefonische informatievoorziening over gokken aan de Chinese bevolkingsgroep in Nederland. Daarnaast zullen zowel het Trimbos-instituut als GGZ Nederland gezamenlijk Chineestalig informatiemateriaal over gokken ontwikkelen, alsmede een aanbod voor hulpverlening.

Gezien de ervaringen met andere allochtonen groeperingen in de verslavingszorg kunnen de verwachtingen over de effecten hiervan echter niet te hoog gespannen zijn.

3

Op welke wijze worden de door de regering genoemde maatregelen gefinancierd en welk bedrag is daarmee gemoeid?

Financiering zal plaatsvinden vanuit de reguliere subsidiegelden van het Trimbos-instituut en GGZ Nederland en vanuit de begrotingsgelden van VWS/Vz.

De kosten die samenhangen met de uitvoering van de te ondernemen activiteiten zijn thans nog niet aan te geven.

4

Op welke manier wordt aan de door de regering genoemde verdere beleidsontwikkeling gestalte gegeven? Betrekt de regering daarbij ook de resultaten van het op 10 juni1999 aan de Commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeboden onderzoeksrapport «De maatschappelijke positie van Chinezen in Nederland» van de Erasmus Universiteit van Rotterdam, in opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze worden beide rapporten bij het toekomstige beleid ten aanzien van gokverslaving en maatschappelijke positie van Chinezen betrokken?

Zie de beantwoording van vragen 1en 2.

Voorts zullen bij de verdere beleidsontwikkeling op dit terrein zeker de conclusies en aanbevelingen van de studie naar de maatschappelijke positie van Chinezen in Nederland worden betrokken. Zoals ik u heb toegezegd zal ik u op korte termijn mijn standpunt over de resultaten van dit onderzoek doen toekomen.

5

Is de regering bereid om met de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te overleggen over het verrichten van onderzoek naar de in het onderzoeksrapport genoemde woekerpraktijken en zo nodig maatregelen te nemen? (zie ook blz. 85 van het rapport). Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier wordt dit nader uitgewerkt?

Ik zal de Ministers van Justitie en BZK verzoeken actie te ondernemen met betrekking tot genoemde woekerpraktijken.

D66-fractie

6, 7 en 8

Is de regering bereid een financiële bijdrage te leveren in de kosten van aanpassing of eventueel uitbreiding van het bestaande preventie- en hulpverleningsaanbod, zodat beter en meer ingespeeld kan worden op de specifieke behoeften van de Chinese bevolkingsgroep?

Zijn het Trimbos-instituut en GGZ Nederland bereid en in staat om informatiemateriaal te ontwikkelen en bij te houden? Hoe zal dit materiaal moeten worden verspreid om gericht de doelgroep te bereiken?

Bedoelt de regering met een «telefonische informatievoorziening» een ruim bereikbare telefonische hulpdienst te realiseren met een Chineestalige bezetting?

Zie de beantwoording van de vragen 1, 2 en 3.

9

Op verschillende plaatsen in het onderzoeksrapport (blz. 17 en blz. 25 wordt gesproken over Chinees maatschappelijk werk(st)ers. Is bekend hoeveel Chinees maatschappelijk werkers in Nederland werkzaam zijn? Werken zij binnen de algemene reguliere hulp- of dienstverlening? Zijn zij in dienst van gemeenten?

Volgens de Stichting Chinees Centrum Wa Lai, een Chinese zelfhulporganisatie in Amsterdam, zijn ten hoogste 7 maatschappelijk werkers werkzaam in dienst van gemeenten (Amsterdam 2, Rotterdam 2, Den Haag 1, Tilburg 1 en Arnhem 1).

Daarnaast verrichten 5 vrijwilligers van de Stichting Wa Lai eveneens maatschappelijk werkachtige activiteiten ten behoeve van de Chinese bevolkingsgroep in Nederland.

10

Wat gebeurt er met de aanbevelingen (zie samenvatting blz. 90), waarop de minister van VWS in haar aanbiedingsbrief van 18 mei jl. niet expliciet reageert, zoals meer mogelijkheden tot het ontvangen van Chineestalige TV-programma's en onderzoek naar woekerpraktijken?

GPV-fractie

11 en 12

Uit het onderzoek blijkt dat veel Chinezen in Nederland van mening zijn dat er te weinig aantrekkelijke amusementsmogelijkheden voor hen bestaan. Velen zoeken daarom hun vertier in kansspelgelegenheden. Vindt de regering dat zij (in het kader van het integratiebeleid) een verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot verandering van deze situatie? Zo ja, welke mogelijkheden ziet zij hiertoe?

Uit het rapport komt naar voren dat de integratieproblematiek van de Chinese bevolkingsgroep specifiek van karakter is. Is de regering van mening dat in het kader van het integratiebeleid voor de Chinese bevolkingsgroep een specifieke benadering vereist is? En zo ja, welke concrete maatregelenwil de regering in deze gaan ontwikkelen?

Op deze vragen zal de staatssecretaris van VWS terugkomen in haar standpuntbepaling over de resultaten van het onderzoek «De maatschappelijke positie van Chinezen in Nederland» (Erasmusuniversiteit), dat u 10 juni jl. is toegestuurd.

13

De regering schrijft in de begeleidende brief bij het rapport dat het mogelijk moet zijn het bestaande preventie- en hulpverleningsaanbod zodanig aan te passen aan de specifieke cultuur en achtergrond van de Chinese bevolkingsgroep in Nederland, dat beter kan worden ingespeeld op de behoeften van deze groep. Kan de regering aangeven waaraan zij concreet denkt om de in de vorige zin genoemde aanpassing van het bestaande preventie- en hulpverleningsaanbod te realiseren, afgezien van de maatregelen die de regering in de begeleidende brief noemt?

Vooralsnog wordt volstaan met de activiteiten reeds genoemd in het antwoord op vraag 1 en 2.

14

Het niet beheersen van de Nederlandse taal is één van de grootste problemen voor Chinese inwoners, die kunnen leiden tot gokgedrag. Welk gericht beleid wordt op dit punt voorgestaan?

Ook op deze vraag zal de staatssecretaris terugkomen in haar standpuntbepaling over het rapport «De maatschappelijke positie van Chinezen in Nederland».

15

Het lenen bij woekeraars kan leiden tot zeer ernstige situaties voor de schuldenaars of hun familie, vrienden en kennissen indien de schuldenaars niet in staat zijn het geleende geld terug te betalen. Welke maatregelen acht de regering noodzakelijk om de zeer kwalijke praktijken van woekeraars tegen in gebreke blijvende schuldenaars of hun familie, vrienden en kennissen tegen te gaan?

Zie het antwoord op vraag 5.

16

Op de vraag in de enquête of er behoefte is aan speciale hulpverlening voor gokverslaafde Chinezen in Nederland heeft een groep respondenten geantwoord dat zij niet voor deze vorm van hulpverlening is. Deze respondenten vinden namelijk dat de overheid gokken stimuleert en dat zij hypocriet is omdat de overheid zelf aanbieder van kansspelen is (Holland Casino), maar tegelijkertijd mensen oproept met gokken te stoppen. Geven deze bevindingen niet aan dat kansspelbeleid dat de regering voert tweeslachtig is en daarom bijstelling behoeft? (blz. 79).

Vooralsnog zie ik geen noodzaak het terzake gevoerde regeringsbeleid op hoofdpunten te wijzigen.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter , Bijleveld-Schouten (CDA), Middel (PvdA), Essers (VVD), voorzitter, Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Rouvoet (RPF), De Vries (VVD), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Gortzak (PvdA), Hermann (GL), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GL), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), Kant (SP), E. Meijer (VVD) en Van der Hoek (PvdA).

Plv. leden: Van 't Riet (D66), Rehwinkel (PvdA), Eurlings (CDA), Apostolou (PvdA), Örgü (VVD), Van de Camp (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Ravestein (D66), Weekers (VVD), Schutte (GPV), Cherribi (VVD), Schimmel (D66), Terpstra (VVD), Udo (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Belinfante (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Th.A.M. Meijer (CDA), Rosenmöller (GL), Duijkers (PvdA), Smits (PvdA), Marijnissen (SP) en O.P.G. Vos (VVD).

Naar boven