nr. 87
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 1999
Inleiding
De Gezondheidsraad heeft op 11 mei 1999 zijn advies: Veiligheid van aminozuursuppletie
(1999/06) aan de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en
mij aangeboden. Hiermee geeft de Raad antwoord op mijn adviesaanvraag van
10 maart 1995.
Onderstaand treft u aan een korte samenvatting van het advies en de aanbevelingen
van de Gezondheidsraad, gevolgd door ons standpunt hierop. Het advies zelf
is u reeds op 10 juni 1999 ter kennisneming toegezonden.
Samenvatting advies en aanbevelingen
Het toevoegen van aminozuren aan voedingsmiddelen, waaronder voedingssupplementen
is in Nederland verboden, behalve voor bepaalde zeer specifieke toepassingen.
De Gezondheidsraad is gevraagd met name aandacht te geven aan de veiligheidsaspecten
verbonden aan de toevoeging van aminozuren aan voedingsmiddelen.
De belangstelling voor het toevoegen van aminozuren aan voedingsmiddelen
groeit. Motieven voor de toevoeging van aminozuren aan voedingsmiddelen kunnen
zijn het verbeteren van de eiwitkwaliteit van het voedsel of de inname van
relatief grote hoeveelheden van specifieke aminozuren. Daarnaast worden aminozuren
gebruikt als hulpstof bij de bereiding van voedingsmiddelen. Deze laatste
toevoeging is krachtens het Warenwetbesluit additieven geregeld en valt buiten
het bestek van de adviesaanvraag.
Aminozuren worden als bouwstenen van de eiwitten, met de voeding opgenomen.
In het lichaam leveren zij de bouwstenen voor de lichaamseiwitten.
Daarnaast spelen verschillende aminozuren een rol als neurotransmitter, als
hormoon, of als voorloper van één van beide.
Het rapport geeft maximaal aanvaardbare waarden voor het toevoegen van
aminozuren aan voedingsmiddelen (inclusief voedingssupplementen). De Gezondheidsraad
verwacht niet dat dagelijkse inname van aminozuren, naast de gebruikelijke
voeding, in de vastgestelde hoeveelheden, gevaar oplevert. De Raad maakt hierbij
een uitzondering voor zwangere en lacterende vrouwen, kinderen tot 13 jaar,
patiënten met stofwisselingsziekten, gebruikers van bepaalde medicijnen
en mensen die een eiwitarme voeding gebruiken.
Standpunt
Het advies van de Gezondheidsraad geeft opening voor enige verruiming
van het beleid ten aanzien van de toevoeging van aminozuren aan voedingsmiddelen,
waaronder voedingssupplementen. Hierbij dient echter wel rekening te worden
gehouden met een aantal door de Gezondheidsraad geformuleerde randvoorwaarden
in het bijzonder die ten aanzien van kwetsbare groepen. Dit betekent dat een
verruiming slechts onder voorwaarden kan worden gerealiseerd waarbij keuzes
gemaakt moeten worden ten aanzien van de benadering. Een en ander kan uiteindelijk
resulteren in een wijziging van de desbetreffende regelgeving krachtens de
Warenwet. Ik ben voornemens het onderwerp aan de orde te stellen in het Regulier
Overleg Warenwet waarin het overleg met het maatschappelijk veld dat betrokken
is bij de toepassing van de Warenwet plaatsvindt. Van het resultaat hiervan
zal ik u te zijner tijd op de hoogte brengen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers