Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26200-XV nr. 88 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26200-XV nr. 88 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 2 september 1999
Aan de Tweede Kamer is op 13 mei 1998 gemeld dat ervan uitgegaan werd dat de onderzoeken ten behoeve van de evaluatie van de Wet Boeten, Maatregelen en Terug- en Invordering Sociale Zekerheid (hierna: Wet Boeten), eind 1998 zouden zijn afgerond. Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wil ik u informeren over de stand van de verschillende onderzoeken en de naar aanleiding daarvan in gang gezette c.q. voorgenomen beleidsactiviteiten.
1. Gemeentelijke sociale diensten ondervonden problemen bij de invoering van de Wet Boeten. Om die reden heeft de invoering van de wet in de BZ-sector een jaar na invoering in de SV-sector plaatsgevonden. Vanaf die invoering is de uitvoering van de wet niet integraal geweest. Dit kwam aan het licht bij een onderzoek ter evaluatie van de uitvoeringskosten van de wet voor de gemeenten (Regioplan, juli 1998). Uit de boeking op de financiële ontvangsten op de wet kan een toename van de uitvoering van de wet afgeleid worden. Er blijven echter onzekerheden over de uitvoering. Er bestaat praktisch geen andere kwantitatieve informatie over de uitvoering.
2. Ter verbetering van de uitvoering van de Wet Boeten in de BZ-sector is onlangs een aantal activiteiten opgestart c.q. geïntensiveerd. In het repressief onderzoek over 1998 en bij de onderzoeken door de gemeentelijke accountants over 1998 zal specifiek aandacht worden besteed aan de uitvoering. Aan de departementale Accountantsdienst zal worden gevraagd om bij de reviews speciale aandacht te besteden aan de uitvoering. Daarnaast zullen nog andere gerichte activiteiten ondernomen worden, zoals het verzamelen van aanvullende informatie over de uitvoering teneinde een actueel beeld te krijgen. Op basis van de informatie zal, indien noodzakelijk, overleg met de gemeenten plaatsvinden gericht op bevordering van de juiste uitvoering. Voorts zullen in samenwerking met Divosa regionale themadagen georganiseerd worden ter verbetering van de uitvoering door de gemeenten.
3. Evaluatie van de Wet Boeten in de BZ-sector lijkt pas zinvol indien de onder 2. genoemde activiteiten zijn verricht. Dit betekent dat deze evaluatie eerst begin 2000 kan starten en najaar 2000 kan worden afgerond.
4. Over de SV-sector zijn zeven onderzoeksrapportages verschenen: twee (door het Lisv) op het gebied van de WW, één (door de SVb) op het gebied van de volksverzekeringen en vier (door het Ctsv) over de implementatie van de wet en de uitvoeringspraktijk (twee daarvan vormen onderdeel van de jaarlijkse rapportage van het Ctsv over handhaving). Daarnaast zijn door het Lisv brochures met globale statistische gegevens over het jaar 1997 en 1998 gepubliceerd (de zogenaamde Kerncijfers Wet Boeten), als resultaat van de door het Lisv ontwikkelde methode voor de verzameling en jaarlijkse publicatie van globale statistische gegevens (de zgn. Snelstatistiek). De volgende rapporten moeten nog verschijnen:
– rapport over de uitvoering op het gebied van de WAO en ZW (door het Lisv), geschatte opleverdatum oktober 1999;
– rapport over de incasso op het gebied van de WAO, ZW en WW (door het Lisv), geschatte opleverdatum oktober 1999;
– de reguliere jaarlijkse publicatie van de resultaten van de door het Lisv te ontwikkelen zgn. CDF-statistiek op het gebied van controle- en sanctiebeleid, waarvan de streefdatum voor de eerste publicatie was voorjaar 1998. Het Lisv zou een methode ontwikkelen voor statistische gegevensverzameling op het gebied van controlebeleid en sanctiebeleid in het kader van de distribuerende functie (de zgn. CDF-statistiek) en de resultaten jaarlijks publiceren. Bij de ontwikkeling van de methode doen zich forse problemen voor, hetgeen voor het Ctsv mede aanleiding is geweest aan het Lisv een aanwijzing te geven (10 juni 1999);
Omdat in het overleg met de SV-uitvoerders over de evaluatie-onderzoeken ook steeds aan de orde is geweest dat SZW van eind 1998 uitging als uiterste streefdatum voor afronding (welke datum ook steeds aan de Tweede Kamer is gemeld), is er per brief d.d. 19 juli 1999 bij het Lisv op aangedrongen om de hierboven eerstgenoemde twee rapporten uiterlijk in oktober 1999 aan te leveren.
5. Uit de wél beschikbare rapporten over de SV-sector kunnen nog slechts de volgende (deel)conclusies onder voorbehoud worden getrokken: de aanscherping van de handhaving in de SV-sector is merendeels, maar niet optimaal gerealiseerd, de uniformiteit laat te wensen over en de statistische informatie is ontoereikend. Verder kan geconcludeerd worden dat de zwaarte van sancties (geregeld in verschillende boete- en maatregelbesluiten) als knelpunt wordt ervaren, mede in relatie met de in het strafrecht gehanteerde straffen. Deze conclusie komt ook voort uit het onder 1. genoemde rapport in verband met de BZ-sector. Met deze voorlopige conclusies kan in beleidsmatige zin naar onze mening nog niet veel worden gedaan. Veel zal afhangen van de inhoud van de nog te verschijnen rapporten. In verband met de zwaarte van sancties en ten behoeve van uniformering in het algemeen zullen wij zeer binnenkort overleg starten met de uitvoeringsorganen en het Openbaar Ministerie ter herziening en uniformering van de verschillende boete- en maatregelbesluiten.
6. Het evaluatie-onderzoek naar de gevolgen van de Wet Boeten voor de werklast van de rechterlijke macht en de gefinancierde rechtsbijstand is nog gaande. Tijdens voorbereidend ambtelijk overleg met Justitie, is van de zijde van Justitie gemeld dat de eigen informatiesystemen te weinig specifieke informatie bevatten om daarop uitspraken te kunnen baseren. Afgesproken is daarom dat in opdracht van SZW door een extern onderzoeksbureau eerst een vooronderzoek wordt verricht naar kwalitatieve gevolgen en mogelijkheden voor kwantitatief onderzoek. De planning is dat dit vooronderzoek half november aanstaande is afgerond.
7. Aan de Tweede Kamer is indertijd door de bewindslieden van Justitie en SZW bericht dat zij de uitkomsten van de evaluaties bepalend wilden laten zijn voor de definitieve besluitvorming over de datum van verhoging van de aangiftedrempel (van f 6000 naar f 12 000) voor sociale zekerheidsfraude, welke drempel is neergelegd in de Richtlijn Sociale Zekerheidsfraude van het Openbaar Ministerie. Reden hiervoor is het belang van zekerheid dat de uitvoerders van de sociale zekerheidsregelingen de daaruit voortvloeiende toename van handhavingsverantwoordelijkheid aan zullen kunnen en ook daadwerkelijk zullen aanpakken. Anders zou een ongewenste handhavingsleemte kunnen ontstaan. Ervan uitgaande dat de evaluatie eind 1998 afgerond zou zijn, is de Tweede Kamer voor de datum van verhoging van de aangiftedrempel akkoord gegaan met de streefdatum 1 januari 1999. Het niveau van uitvoering van de wet in de BZ-sector is voor het OM echter reden geweest om vorig jaar te besluiten de aangiftedrempel in ieder geval niet voor 1 januari 2000 te verhogen. Op dit moment bestaat bij ons geen voldoende zekerheid dat het niveau van uitvoering ook op 1 januari 2000 voldoende zal zijn om verantwoord tot verhoging over te kunnen gaan. Om die reden is de Minister van Justitie onlangs door ons per brief geadviseerd de verhoging niet per 1 januari 2000 in te laten gaan, maar – conform ons reeds ingenomen standpunt – te blijven wachten op de (volledige) uitkomsten van de evaluatie van de Wet Boeten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26200-XV-88.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.