Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26200-XIV nr. 65 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26200-XIV nr. 65 |
Vastgesteld 15 juli 1999
De vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij1 heeft op 23 juni 1999 overleg gevoerd met staatssecretaris Faber van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over:
– de brief van 24 maart 1999 inzake de beantwoording van vragen over de binnenvisserij en schelpdiervisserij in de kustwateren (LNV-271).
Van het overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA) zei dat zij met spanning uitkijkt naar het beleidsbesluit Binnenvisserij. Zij herinnerde eraan dat zij heeft gepleit voor een spoedige ontsplitsing van de visrechten, een wettelijk kader voor het begrip doelmatigheid bij het uitgeven van vergunningen door de Kamer voor de binnenvisserij en de invoering van visserijbeheerscommissies. Voor dit laatste is haars inziens ook een wettelijk kader nodig.
Er lijkt nog geen overeenstemming te zijn bereikt over de schelpdiervisserij. Uit een rapport van de Universiteit van Utrecht kan worden afgeleid dat niet vaststaat dat kokkelvisserij aantoonbare, onomkeerbare schade aanricht. Daarom zou het alleszins te verdedigen zijn als de staatssecretaris bij haar besluit om gebieden te sluiten ook tot een uitruil van gebieden komt, zoals zij ook van plan leek te zijn tijdens het laatstgehouden algemeen overleg. Inmiddels is er nog geen enkel voorstel gedaan waarachter de sector zich kan scharen. Eigenlijk wordt alleen een sluiting van meer dan 5% voorgesteld. Kan de staatssecretaris dit toelichten? Er zou toch een uitruil van gebieden plaatsvinden? Een eventuele openstelling van het Uithuizerwad zou toch bij de onderhandelingen worden betrokken?
Mevrouw Van Ardenne maakte er bezwaar tegen dat voor de voedselbehoefte van vogels in de Oosterschelde nog steeds wordt uitgegaan van de behoeftereservering van de jaren tachtig. Is de staatssecretaris bereid die cijfers bij te stellen?
Stabiele mosselbanken met een omvang van 2000 tot 4000 ha hebben nooit bestaan en zullen er nooit komen, zo meende mevrouw Van Ardenne. Door deze inspanningsverplichting worden de mossel- enkokkelvisserij echter in het defensief gedrukt. Wil de staatssecretaris deze inspanningsverplichting terugbrengen naar 500 ha? Is zij bereid de suggestie voor het verzaaien van mosselzaad over te nemen in de vorm van een proefproject?
Welke initiatieven zijn er genomen voor de herstructurering van de visafslagen? Wat houdt die herstructurering in? Zijn hiervoor voldoende financiële middelen beschikbaar?
Over de rechtspositie van de maatschapsvissers zou overleg gaande zijn. Wanneer mag daarvan resultaat worden verwacht?
Er schijnt ontheffing te zijn verleend voor de vangst van 150 kg glasaal, terwijl de problemen van de binnenvisserij toch duidelijk aantonen dat dit echt niet kan. Hoe wordt deze uitzonderingspositie gecontroleerd?
De heer Geluk (VVD) wees op de conclusie van TNO dat niet de visserij verantwoordelijk is voor de teleurstellende ontwikkeling van de biotopen, maar ongunstige omstandigheden. Daarom is er geen reden uit voorzorg van het huidige beleid af te wijken. Waarom gaat de staatssecretaris niet in op de suggestie van de sector om mee te helpen bij het inzaaien van bepaalde gebieden? Ook dit jaar gaat die kans weer ongebruikt voorbij.
Hij meende dat de norm voor stabiele mosselbanken van 2000 tot 4000 ha te hoog is. Wat wordt eigenlijk onder een stabiele mosselbank verstaan? Zolang dit niet vaststaat, is het niet terecht dat de sector in 2003 op dit beleidsvoornemen wordt afgerekend.
Het onderzoek naar de voedselreservering in de Oosterschelde kan tot sluiting van een aantal sectoren leiden. De schade die daarvan het gevolg is, valt niet onder de Deltaschadewet. Krijgen de vissers dan toch een schadevergoeding? Wanneer zal dit onderzoek worden afgerond? Wie betaalt het onderzoek? Wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het onderzoek?
Hij sloot zich aan bij de vraag naar de sluiting van gebieden. Er moet gelijk worden overgestoken op basis van objectieve criteria. In de Kamer is niet gesproken over een sluiting die de 5%-contour te boven gaat. Dit besluit is aanvaardbaar als het Uithuizerwad wordt opengesteld. Alleen dan is er draagvlak te vinden in de sector. Hoe denkt de staatssecretaris hierover?
Bij de vergunningverlening moet – ook bij uitruil – continuïteit ook een rol spelen. Is het mogelijk een ruilvergunning af te geven die aan het jaarlijks op te stellen Visplan voldoet? Zo ontstaat meer zekerheid voor de sector. Verder is de dejuridisering van de maatschappij hiermee gediend.
In de Volkskrant van afgelopen vrijdag werd gemeld dat het kabinet zoekt naar een compromis voor de gasboringen in de Waddenzee door een verbod op de kokkelvisserij. Wat is hier aan de hand? Dit zijn toch onvergelijkbare grootheden?
De heer Van der Vlies (SGP) vond de voorgestelde omvang van de stabiele mosselbanken erg groot. Hoe is de staatssecretaris tot dit voorstel gekomen? Voor het behoud van de doelstelling zou het – gelet op de huidige situatie – toch ook met minder kunnen?
Zij heeft aangegeven hoe zij tot de voedselreservering in de Oosterschelde is gekomen. Toch is verder onderzoek nog nodig. Bovendien moet de sector compensatie in het vooruitzicht worden gesteld.
In het laatstgehouden debat over de kokkelvisserij is nadrukkelijk gesproken over een win-win-situatie. De sector lijkt oog te hebben voor de winst die moet worden geboekt in het natuurbeheer. De vissers mogen dan toch ook vragen om een zo gunstig mogelijke positie voor zichzelf? In allerlei onderzoeksrapporten wordt erop gewezen dat de visserij goed kan worden ingepast in een duurzaam natuurbeheer en dat de negatieve gevolgen van de visserij niet overdreven moeten worden. In het streven naar die win-win-situatie past de uitruil van gebieden, de openstelling van het Uithuizerwad en de grenscorrectie van het Breehorn. Er moet een einde komen aan de jaarlijkse onzekerheid en zorg. De idee van een raamvergunning met een meerjarig karakter verdient daarom steun.
De heer Stellingwerf (SGP) meende dat het initiatief van het Marine stewardship council (MSC) de patstelling kan doorbreken en oplossingen kan opleveren. Het bedrijfsleven dat ook maar iets te maken heeft met de Waddenzee zou samen met de Waddenvereniging en Vogelbescherming tot een goed resultaat kunnen komen. De Waddenzee en de Oosterschelde zouden in dit kader als proefproject kunnen worden aangewezen. Hoe denkt de staatssecretaris hierover? De kokkelvissers hebben al laten weten dat zij aan veel van de criteria van dit initiatief voldoen.
Met een dergelijke integrale aanpak kunnen veel van de huidige problemen worden opgelost. Inmiddels is wel veel literatuurstudie verricht, maar er is vooral behoefte aan integraal ecologisch-praktijkonderzoek. De Waddenadviesraad pleit bijvoorbeeld voor onderzoek naar de effecten van de bevissing op kokkels, maar een dergelijk onderzoek moet breder zijn. Iedere vergaande beslissing die nu wordt genomen, is onvoldoende gegrond. Hij pleitte daarom voor een soort status quo om vervolgens op basis van zo'n initiatief te bezien hoe vooruitgang kan worden geboekt.
Tijdens een vorig overleg is gepleit voor arbitrage in het vraagstuk van de binnenvisserij op schubvis en aal. Het Productschap pleit in plaats daarvan voor sturing van het beleid door de Kamer voor de binnenvisserij op basis van het begrip doelmatigheid. De heer Stellingwerf vond dit een goed idee en vroeg hoe de staatssecretaris hierover denkt.
De heer Herrebrugh (PvdA) herinnerde eraan dat eerder is afgesproken dat tot een grote uitruil van gebieden zou worden overgegaan als dit zou leiden tot stabiele mosselbanken en herstel van zeegrasvelden. Met die uitruil wordt tegemoetgekomen aan de problemen van de vissers. Over anderhalf tot twee maanden zal de kokkelvisserij in de Waddenzee weer beginnen. Hoe verloopt het overleg? Is het mogelijk nog voor het komende visseizoen tot uitruil te komen? Zo niet, ligt het dan in de rede dat dit volgend jaar gebeurt?
De staatssecretaris oordeelt positief over het initiatief voor het verzaaien van mossel- en kokkelzaad, maar wil eerst een wetenschappelijk onderzoek naar de voor- en nadelen. Heeft zij al om een dergelijk advies gevraagd en, zo ja, wanneer kan het worden verwacht? Dit advies zal worden betrokken bij de herziening van de PKB Waddenzee, maar daarbij spelen nog veel andere aspecten een rol. Acht zij het mogelijk een eventueel eenduidig advies zonder meer op te nemen in het beleid voor de mossel- en kokkelvisserij in de Waddenzee en op die manier de PKB-procedure over te slaan?
Het ligt in de rede dat pas tot sluiting van gebieden kan worden overgegaan als er overeenstemming bestaat over de uitruil. Een draagvlak in de sector en een win-win-situatie kunnen immers niet met eenzijdige maatregelen worden bereikt.
Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) had waardering voor het feit dat de staatssecretaris ook in dit dossier de nadruk legt op de ecologische belangen. Dit is een goed uitgangspunt.
Zij had ook waardering voor de voorstellen voor herstel van stabiele mosselbanken, al moet worden afgewacht of dit voornemen kans van slagen heeft. Over deze materie is weinig bekend en het resultaat is toch vooral afhankelijk van de mate waarin de natuur erin slaagt zich te herstellen.
Mevrouw Augusteijn steunde de voorstellen voor de kokkelvisserij niet. Zij herinnerde eraan dat haar fractie al eerder heeft gepleit voor beëindiging van de kokkelvisserij in het Waddengebied. De vissers moet daarvoor uiteraard een behoorlijke vergoeding worden geboden. De Universiteit van Utrecht heeft onlangs de uitkomsten gepubliceerd van een studie naar de effecten van de kokkelvisserij. Die studie is aan de Kamer aangeboden door de coöperatieve producentenorganisatie als een onderzoek dat aantoont dat de kokkelvisserij geen schade oplevert voor bodemleven en sediment. Het rapport is echter een pure literatuurstudie die veel innerlijke tegenstrijdigheden bevat. Zo wordt onder meer gesteld dat onomkeerbare effecten van de kokkelvisserij niet zijn aangetoond, maar ook dat er niet voldoende gegevens zijn te vinden die eenduidige conclusies over de effecten van visserij toelaten. Inmiddels heeft ook de Vogelbescherming een rapport uitgebracht. Ook daarin wordt gesproken over de invloed van de kokkelvisserij op het sediment en bodemleven. Heeft de staatssecretaris dit rapport al doorgenomen en, zo ja, hoe denkt zij hierover?
De Waddenvereniging interpreteert de «black-boxgegevens» op een andere manier dan het ministerie. Mevrouw Augusteijn vond het merkwaardig dat dit soort gegevens waarop toch het beleid wordt gebaseerd, voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Dit levert immers alleen maar meer onzekerheid op.
Ook de meest recente gegevens brachten haar niet van het standpunt dat hier het voorzorgprincipe moet worden gehanteerd. Er moet een einde komen aan de mechanische kokkelvisserij in dit gebied. Bij de besluitvorming over zowel de kokkelvisserij als de gasboringen in de Waddenzee moet maximale bescherming van het Waddengebied centraal staan. Overigens kunnen handkokkelaars hiervan worden uitgesloten; die manier van kokkels vangen is zeker aanvaardbaar.
Mevrouw Vos (GroenLinks) vroeg of de «black-boxgegevens» inmiddels zijn vrijgegeven. Kan opheldering worden verschaft over de verschillende interpretatie deze gegevens? Kan de Kamer over die gegevens beschikken?
Zij steunde de inspanningsverplichting voor stabiele mosselbanken.
Over de effecten van de mechanische kokkelvisserij bestaat nog steeds veel onzekerheid, maar zij betwijfelde of mechanische kokkelvisserij wel samengaat met een duurzaam beheer van de natuurbelangen in de Waddenzee. De regering richt zich op een duurzame bescherming van de Waddenzee als natuurgebied en de staatssecretaris is volgens haar nota Kracht en kwaliteit van plan de Waddenzee als internationaal park te bestempelen. Deze doelstellingen zijn moeilijk te verenigen met het instandhouden van de mechanische kokkelvisserij. Hier zou het voorzorgbeginsel gehanteerd moeten worden en niet nog eens vele jaren onderzoek worden gedaan. De kokkelvisserij moet worden afgeschaft, uiteraard met een fatsoenlijke en sociale afkoopregeling.
De Algemene Rekenkamer wijst erop dat een heldere definitie voor verstandig gebruik van wetlands ontbreekt die als toetsingskader zou kunnen dienen bij de besluitvorming over de verschillende functies van een wetland. Het ontbreken van een dergelijk toetsingskader is nu juist het probleem bij de besluitvorming over het gebruik van dit type wetland.
De staatssecretaris zei dat het beleidsbesluit binnenvisserij vrijwel is afgerond en zeer binnenkort aan de Kamer zal worden toegezonden. Met de sector wordt nog gesproken over het publiekrechtelijk dan wel privaatrechtelijk regelen, de visstandsbeheerscommissies en de verdeling over de verschillende vissoorten. In een eerdere gedachtewisseling met de Kamer zijn de standpunten gewisseld en naar aanleiding daarvan zijn de voornemens aangepast. Zij ging ervan uit dat hierover verder zal worden gesproken aan de hand van het beleidsbesluit. De mogelijkheid van sturing op grond van het begrip doelmatigheid zal worden overwogen.
Zij maakte een onderscheid tussen de schelpdiervisserij in de Oosterschelde en die in de Waddenzee. Over de berekening van de voedselbehoefte in de Oosterschelde is vorige keer uitgebreid gesproken. Toen is ook nader onderzoek aangekondigd. Dit is inmiddels van start gegaan, maar dit vraagt natuurlijk de nodige tijd. Voor dit jaar maakt dit echter niet uit, want de voorraad is zo klein dat er toch niet op kokkels kan worden gevist, zelfs niet als er andere cijfers of percentages zouden worden gehanteerd. Voor het onderzoek is nog twee jaar nodig, dit jaar en volgend jaar. De vraag wie dit onderzoek betaalt, zal schriftelijk worden beantwoord.
In antwoord op de vraag waarop de omvang van de stabiele mosselbanken is gebaseerd, verwees de staatssecretaris naar de uitkomsten van de evaluatie. Die zijn aanleiding voor een versterkte inzet voor het herstel van stabiele mosselbanken. In wetenschappelijk onderzoek wordt een omvang van 2000 tot 4000 ha reëel geacht. In de natuurverkenningen wordt zelfs 5000 ha genoemd, maar onderzoek wijst uit dat dit niet haalbaar is. Natuurlijk staat niet op voorhand vast dat deze streefwaarde wordt gehaald. Daarom zal het verloop van dit proces worden gevolgd en zal, als de doelstelling niet wordt gehaald, worden onderzocht waarom dit niet gebeurt. De oorzaken zullen dan in kaart worden gebracht. Indien daaruit blijkt dat de tegenvallende resultaten het gevolg zijn van andere factoren dan de visserij, ligt het voor de hand dat de visserij hierop niet zal worden afgerekend. De streefwaarde is duidelijk, maar het beleid zal afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek eventueel worden aangepast. Over vijf jaar zal meer duidelijkheid zijn ontstaan.
Er zijn te weinig adequate gegevens voorhanden om nu al een besluit te nemen over eventuele beëindiging van de kokkelvisserij in de Waddenzee. De effecten van de mechanische kokkelvisserij zijn nog altijd erg onzeker. Tegelijkertijd is ook niet aangetoond dat de kokkelvisserij tot een significante verstoring van de bodem leidt. Zolang die onzekerheid heerst, gaat een dergelijk besluit te ver. De situatie wordt echter kritisch gevolgd, mede op aandringen van de verschillende belangenverenigingen. Het onderzoek wordt voortgezet. De afspraak was immers dat in 2003 een finale beslissing zal worden genomen.
De staatssecretaris herinnerde eraan dat zij tijdens een vorig overleg heeft gezegd dat de uitruil tussen Breehorn en een gebied ten zuiden van Schiermonnikoog zo duidelijk een win-win-situatie oplevert, dat niemand daartegen zal zijn. De Waddenadviesraad heeft deze beslissing gesteund. Voor andere gebieden is de situatie echter niet zo duidelijk. In de huidige PKB zijn afwegingscriteria opgenomen die niet zonder meer opzij kunnen worden geschoven. De betrouwbaarheid van de overheid is dan in het geding. Thans wordt gesproken over de criteria die in de nieuwe PKB worden opgenomen. Die criteria zullen zodanig worden geformuleerd dat een flexibeler uitruil van gebieden mogelijk is als de visserij en natuurwaarden in de Waddenzee daarmee zijn gediend. Over de uitruil van gebieden wordt pas een beslissing genomen nadat de nieuwe PKB is vastgesteld. Voor dit seizoen maakt dat niet veel uit, omdat er genoeg kokkels liggen in de Waddenzee. Bovendien heeft de kokkelvisserij al op vrijwillige basis besloten het gebied ten zuiden van Schiermonnikoog niet te bevissen. Op dit moment is er dus geen probleem en geen reden om een beslissing te forceren.
Zij ontkende dat er gebieden worden gesloten. De kokkelvisserij heeft op vrijwillige basis besloten niet te vissen in het besproken gebied. Het Visplan zal worden goedgekeurd zoals het er nu ligt, dus ook op dit punt zijn er geen moeilijkheden te verwachten. De discussie met de sector en de natuurbeschermingsorganisaties gaat nog verder om tot duidelijke, eenduidige criteria te komen.
Over de effecten van het inzaaien van mosselzaad is nog niets bekend; het onderzoek is nog gaande. De staatssecretaris hoopte dat de uitkomsten daarvan volgend jaar beschikbaar zijn. De suggestie om een proefproject op te zetten zal in de verdere besluitvorming worden meegenomen.
De «black-boxgegevens» zijn onmiddellijk na de uitspraak van de rechter vrijgegeven. Zij lijken inderdaad voor meerdere uitleg vatbaar. De verschillende onderzoeksinstanties proberen nu in onderling overleg over een eenzelfde manier van onderzoek tot conclusies te komen.
De herstructurering van de visafslagen wordt besproken in een private discussie tussen de visafslagen en de eigenaren daarvan. Voor de overheid is alleen een faciliterende rol weggelegd. Dat de discussie moeizaam verloopt, is duidelijk.
De hoeveelheid weg te vangen glasaal wordt sinds jaren bepaald aan de hand van het toezicht door het RIVO. De teruglopende hoeveelheden voor de kust laten slechts ruimte voor een vangst van 150 kg. Nederland heeft aangedrongen op Europese maatregelen, vooral omdat er een einde moet komen aan de huidige praktijk in Spanje. De glasaal die in Nederland wordt gevangen, wordt vooral gebruikt als kweekvis. De vangsten worden gecontroleerd door de OVB en AID.
Tot slot merkte zij op dat zij geen idee heeft waar de Volkskrant de gedachte vandaan haalt dat in de boezem van het kabinet zou worden overwogen de kokkelvisserij en proefboringen op welke manier dan ook tegen elkaar af te wegen.
Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA) was teleurgesteld over de houding van de staatssecretaris. Tijdens het vorige algemeen overleg is toch afgesproken dat er gezamenlijk zou worden opgetrokken, maar dit blijkt nu niet het geval te zijn. Er wordt meer dan 5% gesloten volgens de habitatkaart, de gebieden onder Schiermonnikoog en Ameland worden gesloten en als tegemoetkoming wordt een deel van Breehorn opengesteld. Voor de betrokken vissers is dit absoluut geen alternatief. Zij verzocht de staatssecretaris haar beslissing te heroverwegen.
De heer Geluk (VVD) sloot zich aan bij deze stellingname. Het draagvlak in de sector wordt nu geweld aan gedaan.
De heer Stellingwerf (SGP) zei dat hij overweegt een motie in te dienen om te komen tot een systeem op basis van MSC-criteria waarbij de Waddenzee en Oosterschelde als proefgebied kunnen dienen.
De heer Herrebrugh (PvdA) stelde vast dat de uitruil van gebieden niet zo verloopt als op grond van het algemeen overleg in april jongstleden mocht worden verwacht. Nu dit praktisch geen consequenties heeft omdat er voldoende kokkels zijn, is het misschien beter dit jaar als een overgangsjaar te beschouwen en de discussie naar volgend jaar te verschuiven. Het is mooi dat de vissers zelf bepaalde gebieden ontzien, maar dit mag geen consequenties hebben voor de beslissing die volgend jaar wordt genomen.
Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) handhaafde haar visie op de onwenselijkheid van de mechanische kokkelvisserij.
Mevrouw Vos (GroenLinks) sloot zich hierbij aan. De mechanische kokkelvisserij moet, gelet op het voorzorgbeginsel, worden afgebouwd.
De heer Van der Vlies (SGP) sloot zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Van Ardenne en de heer Geluk.
De staatssecretaris was van mening dat zij zich heeft gehouden aan de afspraken die tijdens het vorige algemeen overleg zijn gemaakt over de uitruil van gebieden. Ook is toen afgesproken dat voor de uitruil van andere gebieden een wijziging van de PKB nodig is. De kokkelvissers zijn bovendien akkoord gegaan met deze voorstellen. Verder kan het Visplan zoals het is ingediend, worden goedgekeurd.
Het ligt in het voornemen de wijziging van de PKB in het najaar aan de Kamer voor te leggen. Wanneer zij wordt vastgesteld, is afhankelijk van de behandeling in de Kamer en eventuele procedures. Op de criteria kan dan natuurlijk wel enigszins worden geanticipeerd.
Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Poppe (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Duivesteijn (PvdA), Stellingwerf (RPF), M. B. Vos (GroenLinks), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Hermann (GroenLinks), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD), Herrebrugh (PvdA).
Plv. leden: Van Vliet (D66), Van Zuijlen (PvdA), Ravestein (D66), Zijlstra (PvdA), Albayrak (PvdA), Kant (SP), Mosterd (CDA), Bos (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GroenLinks), Scheltema-de Nie (D66), Verbugt (VVD), Te Veldhuis (VVD), Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Rietkerk (CDA), Karimi (GroenLinks), Kamp (VVD), Reitsma (CDA), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), Dijksma (PvdA), Belinfante (PvdA), Voorhoeve (VVD), De Boer (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26200-XIV-65.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.