26 200 XIV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1999

nr. 64
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 5 juli 1999

De vaste commissies voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 en Landbouw, Natuurbeheer en Visserij2 hebben op 23 juni 1999 overleg gevoerd met minister Brinkhorst van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en staatssecretaris Vermeend van Financiën over aandelenvervreemding VAM (26 200-XIV, nr. 41).

Van het overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Schoenmakers (PvdA) vond dat zuiver bedrijfseconomisch gezien weinig woorden aan dit onderwerp vuil zouden kunnen worden gemaakt: de eigenaar wil van zijn bezit af, en doet dat tegen de hoogst mogelijke prijs. Niet vergeten mag worden dat die eigenaar de vertegenwoordiger van het Nederlandse volk is, wat een bepaalde verantwoordelijkheid inhoudt. Door het akkoord is de destijds bestaande zorg over de garantstelling geheel weggenomen. De grote winst van de tussenfase is geweest dat de Kamer duidelijk heeft kunnen aangeven, op welke punten zij een verantwoordelijkheid aanwezig acht. Ook op het punt van de verschillende contracten met de afvalverwijderaar kon de basis worden gelegd voor een propere afhandeling van de verantwoordelijkheden van de Kamer. Het onderhandelingsresultaat kan de toets der kritiek doorstaan. Wat gaat gebeuren met de opbrengst? Zijn voorkeur had dat eerst de procedure rond het FES wordt afgehandeld, waarna pas over de bestemming wordt besloten.

De heer Klein Molekamp (VVD) vond dat in de schriftelijke beantwoording duidelijk is gemaakt dat de transactie is afgerond en dat de Kamer daarover alleen nog een oordeel kan uitspreken. Hij was het eens met de verkoop van VAM-aandelen aan derden, zeker omdat het Rijk de centrale speler in de afvalwetgeving wordt. Of EDON de juiste koper is, is vrijwel niet te beoordelen, aangezien de Kamer geen offertes heeft gezien. De vraag is ook of de Kamer de wens moet hebben om de overeenkomst te beoordelen.

Het verkrijgen van een goede prijs achtte de heer Klein Molekamp een belangrijk criterium, zij het niet het enige. Heeft de minister een visie op de positie van Nederland in de Europese afvalwereld en zo ja, welke? Hij kon zich niet voorstellen dat het er niet toe zou doen welke visie de Nederlandse regering op dit punt heeft. In hoeverre heeft een en ander invloed op de hergebruikmogelijkheden? Heeft dit item een rol gespeeld bij de onderhandelingen? Hij kon zich voorstellen dat daarbij is gekeken naar de rol van de STIVAM-partners, die volgens de Kamer bij de onderhandelingen zouden moeten worden betrokken. Is het juist dat 65 mln. beschikbaar is gesteld om de STIVAM-contracten enigszins op orde te brengen? Zo ja, wat gebeurt er dan als de heads of agreement niet tot overeenstemming leiden? Zo nee, dan zijn de heads of agreement een discussie tussen EDON en de STIVAM-partners. Is het niet logisch om de gemeenten, die voor honderden miljoenen guldens garanties hebben afgegeven, bij het overleg te betrekken? Immers, als er iets gebeurt met de leningen, krijgt het Rijk dat via artikel 12 en dus Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties terug. Hoe kon er sprake zijn van zo'n slechte communicatie tussen de STIVAM-gemeenten en het Rijk? Wat was de positie van de Drentse gedeputeerde Kool, die naast de Drentse belangen als commissaris van de VAM ook de VAM-belangen had te behartigen? Was haar betrokkenheid misschien één van de redenen dat de STIVAM-gemeenten zich onvoldoende herkennen in het resultaat van de onderhandelingen? Als de heads of agreement worden geaccepteerd door de Drentse gemeenten, zitten deze dan op een gemiddeld verbrandingstarief, of daarboven? Zo ja, zijn wij dan af van het «gezeur» van de noordelijke provincies? Zijn de heads of agreement inmiddels getoetst door de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMA)? Wat gebeurt er als de NMA de heads of agreement afwijst, en wat zou dat betekenen voor het bedrag van 65 mln.?

De heer Klein Molekamp wilde weten, of de overheidsgaranties aan VAM of aan de GAVI zijn gegeven. Is het juist dat, als de heads of agreement worden afgesloten, de overheidsgaranties zijn overgenomen door de EDON, zodat wat dat betreft tegemoet is gekomen aan de wensen van de Drentse gemeenten? Hoe zit het met het commanditaire kapitaal van 62 mln. dat de verschillende gemeenten hebben ingebracht? Het had hem verbaasd met welk gemak in het verleden voor honderden miljoenen guldens aan garanties zijn afgegeven. Hij kon zich vinden in de voorgestelde bestemming van de opbrengst.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) meende dat de tijd een aantal vragen heeft opgelost. In goed overleg is gekozen voor een constructie waarin bijna iedereen zich kan vinden. In een heel vroeg stadium is gevraagd bijtijds te worden ingelicht door de minister, wat ook naar tevredenheid is gebeurd. Veel minder tevreden toonde zij zich over het tijdig inlichten en mee laten spreken van de STIVAM-partners. Waarom is dat gegaan zoals het is gegaan? Zij betreurde de gang van zaken vooral, omdat de STIVAM-partners geweldig hun nek hebben uitgestoken. Het uitgetrokken bedrag is verantwoord gebleken, want de gemeenten hebben er geen nadeel van ondervonden. Destijds was nog sprake van regionale zelfvoorziening, zodat een medeverantwoordelijkheid van degene die het afval op basis van langjarige contracten aanleverde, was te verdedigen. Alle destijds afgegeven garanties zijn overgenomen door EDON. Het «respecteren van gemaakte afspraken», zoals staat in een brief van EDON aan de gemeente Hoogeveen, is nietszeggend. Kan de minister daar een toelichting op geven?

Mevrouw Augusteijn vroeg hoe de langjarige overeenkomsten met de STIVAM-gemeenten tot stand zijn gekomen. Zijn alle gemeenten inmiddels weer aangesloten, of speelt nog steeds een discussie met de Drentse gemeenten? Haar ongenoegen over de «knelpositie» waarin de STIVAM-partners verkeren, werd veroorzaakt door brieven van VAM en VNG. In een brief van VAM van 27 april 1999 wordt een ongelooflijke tariefstijging aangekondigd. Waar zijn die tariefstijgingen vandaan gekomen? Is dat de juiste weg om gemeenten te bewegen aan te sluiten bij de overname van een contract door een partner? Heeft het Rijk hiervan kennisgenomen en zo ja, heeft het zich hiermee akkoord verklaard?

Mevrouw Augusteijn constateerde dat er een goede regeling is gekomen voor de garanties en dat de tarieven redelijk gunstig zijn uitgepakt. De contracten zijn extreem lang, wat betekent dat bepaalde ontwikkelingen leiden tot heel specifieke situaties. Zij had geen enkele garantie dat de tarieven twintig jaar zo gunstig zullen blijven. Wat vindt de minister daarvan? De toekomst zal er heel anders uitzien.

Mevrouw Visser-van Doorn (CDA) constateerde dat de overeenkomst met EDON een voldongen feit is. Ter bespreking staan nog slechts de gang van zaken rond de motieven voor de totstandkoming van de overeenkomst en de effecten daarvan voor derden. Het leek er volgens haar op dat geen tijdige consultatie heeft plaatsgevonden van de STIVAM. Als dat niet is gebeurd, wat is daarvan de reden? Is dat een bewuste keuze en zo ja, waarom of is het een vorm van nalatigheid? Hetzelfde geldt voor de bij VAM betrokken gemeenten. Bekend was immers dat bij een aantal gemeenten in Drenthe ongerustheid bestaat over de financiële gevolgen van de transactie, met name als het gaat om de toekomstige vuilafvoertarieven voor de burgers. Een forse stijging daarvan ligt misschien in het verschiet.

Mevrouw Visser wilde weten, wat de motieven van de Staat zijn voor de aandelenvervreemding. Geldt het motief van destijds dat het niet meer nodig zou zijn om via een staatsdeelneming schaaleffecten te genereren, nog steeds en zo ja, onverkort? Ontstaat in feite een Europese markt en is sprake van wederkerigheid? Kan het schaalmotief nog gelden, nu de verwervende partij in feite geen afvalverwerker is, maar een elektriciteitsbedrijf? Heeft de minister bij het sluiten van de overeenkomst rekening gehouden met de mogelijkheid dat vroeger of later EDON, en daarmee ook VAM, in buitenlandse handen kunnen raken? Volgens haar bewees de gang van zaken rond UNA en wellicht ook EZH dat zo'n ontwikkeling niet denkbeeldig is. Hoe verhoudt zich dit tot marktwerking en wederkerigheid? Wordt de consument er uiteindelijk beter van, niet alleen wat de tariefstelling betreft, maar ook en vooral als het gaat om de kwaliteit van de dienstverlening? Is er winst te verwachten voor het milieu?

De verlenging van de bestaande leveringsverplichtingen van gemeenten tot een periode van twintig jaar kwam mevrouw Visser lijnrecht in strijd voor met de vrije marktwerking. Waarom staat het gemeenten juist in het licht van wijziging van de situatie die mede wordt ingegeven door het marktwerkingspostulaat, niet vrij om zelf vanuit het postulaat te werk te gaan en dus zelf te beoordelen naar wie zij hun afval zullen afvoeren? Gaat het wel of niet om consument en milieu?

Wat de gevolgen en effecten van de overeenkomst betreft, had mevrouw Visser sterke twijfel aan de mogelijkheid de invloed van de lagere overheden op VAM te continueren. In de door de fusie van EDON en PNEM/MEGA ontstane gigant voert de elektriciteitssector de boventoon. Is rekening gehouden met die mogelijkheid en wat denkt de minister ertegen te doen? Als er niets tegen te doen valt, had de minister de consequentie, namelijk verlies van invloed voor de lagere overheden, dan niet eerder moeten voorzien en wel in de fase waarin nog over het contract werd onderhandeld? Hetzelfde gold volgens haar voor de gedwongen afvalaanbieding door Drentse gemeenten aan de VAM voor een verlengde termijn. Dit punt had kunnen worden meegenomen in de onderhandelingen. Bij het grote financiële conflict tussen VAM en STIVAM ging mevrouw Visser ervan uit dat dit door toedoen van EDON en als gevolg van de overeenkomst tot aandelenvervreemding uit de wereld is of zal worden geholpen. Kan de minister dit bevestigen? Zal een marktconforme tariefstructuur totstandkomen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1998? De uitwerking daarvan dient zo te zijn dat de door de burger te betalen kosten op een aanvaardbaar niveau liggen, in vergelijking met de situatie op andere plekken in Nederland.

De heer Poppe (SP) wilde weten of de commissie op dit punt nog iets heeft in te brengen. VAM en de AVR bestaan feitelijk door de inzet van de gemeenten. De verkoop van VAM heeft alles te maken met de liberalisering van de afvalsector, waar hij tegen was. Hij begreep de bewering van de regering niet dat met de verkoop van VAM aan EDON is verzekerd dat de overheid een flinke vinger in de pap zal houden. Wat houdt EDON tegen om de strategische visie dat de meerderheid van de aandelen op langere termijn in handen van de overheid blijft, te wijzigen? De Nederlandse overheid dwingt in de Elektriciteitswet van 1999 de nutsbedrijven immers min of meer de commerciële markt op te gaan. Daardoor is de nutsfunctie van VAM niet meer gegarandeerd. VROM vindt dat de eindverwerking van afvalstoffen een nutsfunctie is en moet blijven, vanwege het maatschappelijk belang. Kan dat nog worden gegarandeerd? De heer Poppe zei over de keuze voor EDON dat de minister van VROM heel duidelijk heeft gezegd dat eindverwerking vooral verkocht moet worden aan een ander nutsbedrijf, met een gegarandeerde nutsfunctie. Gelet op de Elektriciteitswet is het niet voor de hand liggend om te stellen dat EDON nog een nutsbedrijf is.

In de brief van 10 februari werd volgens de heer Poppe geen onderbouwing gegeven van de keuze voor EDON. Ook bij de AVR zal een integratie met de eigen activiteiten plaatsvinden, en de kernactiviteiten van AVR hebben iets meer met afvalverwerking te maken dan die van EDON. Het nutskarakter, de werkgelegenheid en de relatie met de klanten zijn bij de AVR eerder meer dan minder verzekerd dan bij EDON. Volgens de heer Poppe was er maar één argument aan te wijzen waarom het is gegaan zoals het is gegaan, namelijk de hoogte van de opbrengst. Daarmee heeft de Nederlandse staat zijn maatschappelijke taak weer eens verkwanseld. Het feit dat EDON zoveel neertelt voor VAM zal altijd moeten worden terugverdiend, hetzij vanuit de verbrandingstarieven, hetzij vanuit de andere bedrijfsactiviteiten van EDON. In beide gevallen zal de zwartepiet weer terechtkomen bij de gebonden gebruiker.

De heer Poppe wees op het feit dat de STIVAM-gemeenten akkoord zijn met de heads of agreement. De hieruit voortvloeiende prijsgarantie van f.200 per ton voor langlopende contracten kan betekenen dat de gemeenten opnieuw garant staan voor de inkomsten van VAM en EDON. De gemeenten geven een onverantwoorde garantie van f.200 per ton voor de langere termijn.

Er is geen sprake meer van een boetebeding, indien gemeenten minder afval leveren dan in het verleden afgesproken. Kan de minister bevestigen dat de heads of agreement een op een gekoppeld zijn aan verkoopcontracten en dat EDON geen mogelijkheid heeft om hierop nog terug te komen? Waarom wordt f.200 marktconform genoemd? Waarom hoeft voor bedrijfsafval, ook al is dit identiek aan de samenstelling van huishoudelijk afval, slechts f.170 per ton te worden betaald? Kan worden bevestigd dat door de heads of agreement STIVAM-gemeenten die proberen hun afvalstromen te beperken, niet worden gestraft voor hun goede milieubeleid?

Het antwoord van de regering

De minister benadrukte van mening te zijn dat met de verkoop een goed resultaat is bereikt, niet alleen omdat het een goede prijs is, maar ook omdat een aantal maatschappelijke problemen is geregeld. De keuze is vooral op EDON gevallen omdat EDON zich bereid heeft verklaard een oplossing te vinden voor langlopende geschillen tussen de STIVAM en VAM. De grote meerderheid van de STIVAM, op ROVA en de Drentse gemeenten na, is akkoord met de bereikte situatie. De wethouder van Meppel was uit anderen hoofde betrokken bij de problematiek. Er wordt van uitgegaan dat de resterende vragen in goed overleg zullen worden opgelost.

De minister onderstreepte dat over de problematiek van de 65 mln. indianenverhalen in omloop zijn, die hij uit de wereld wilde helpen. De STIVAM/VAM-problematiek was niet oplosbaar. De vraag die de Staat vanaf het begin aan potentiële kopers heeft gesteld, was hoe zij om dachten te gaan met die problemen. Het antwoord van EDON bestond heel uitdrukkelijk uit de heads of agreement, waarin op alle punten tegemoet is gekomen aan de STIVAM-wensen. Om te beginnen zijn de tarieven met terugwerkende kracht marktconform gemaakt, waarmee een bedrag van zo'n 50 mln. is gemoeid. De gemeentegaranties zijn overgenomen. In de toekomst zullen gemeenten alleen betalen voor het daadwerkelijk door of namens hen ingezamelde afval. Volgens de minister konden de STIVAM-gemeenten erg tevreden zijn met het aanbod van EDON. Het bedrag van 65 mln. berust op een berekening van EDON. Als de STIVAM-problematiek niet had bestaan, had EDON meer kunnen betalen. De Staat garandeert niet dat EDON de 65 mln. ten goede laat komen aan STIVAM; het is een aanbod van EDON, waaraan het eenzijdig is gebonden. In feite hoeft de STIVAM alleen maar «ja» te zeggen tegen het akkoord. Gebeurt dat niet, dan is er geen overeenkomst, en is er dus een probleem. De verkoopovereenkomst is dan wel afgerond.

Volgens de minister waren de STIVAM-gemeenten uitvoerig gehoord. Het akkoord is gesloten met een derde partij. De nutsfunctie blijft gegarandeerd, niet alleen omdat de overgrote meerderheid van de aandelen van EDON in handen is van gemeenten. De gemeenten bepalen daarmee dus de koers die wordt ingezet. Hij zag daarom op dit punt geen groot probleem ontstaan. EDON neemt de garanties over als de gemeenten de heads of agreement ondertekenen. Snelle afronding is daarom noodzakelijk.

De staatssecretaris gaf aan dat de opbrengst van de aandelenvervreemding volgens het regeerakkoord naar de staatsschuld gaat, terwijl het daarmee gemoeide rentevoordeel structureel naar het FES gaat. Het regeerakkoord is het hoogste goed; afwijkingen daarvan worden met de Kamer besproken.

De minister benadrukte dat mevrouw Kool als commissaris aan het eind haar oordeel heeft gegeven over het resultaat. Bij de onderhandelingen heeft zij geen enkele rol gespeeld. Een voorlopig intern onderzoek naar functievermenging in het algemeen heeft aangetoond dat LNV brandschoon is. Hij nam aan dat mevrouw Kool in haar hoedanigheid van gedeputeerde commissaris is geweest, zodat er geen sprake was van vermenging van functies.

De minister gaf aan dat op de Europese afvalmarkt een aantal grote spelers participeert. Het is belangrijk dat op de Nederlandse markt tegenwicht wordt gegeven. Dit is één van de redenen van de totstandkoming van EDON, met een sterke participatie van Nederlandse gemeenten. Het mag niet zo zijn dat Amerikaanse bedrijven de markt overnemen.

De contractduur was volgens de minister lang in verband met het financieren van de GAVI, wat zo'n 1 mld. kost. Oorspronkelijk zou dat in vijftien jaar worden afgeschreven, maar in de heads of agreement biedt EDON aan de tarieven aanzienlijk te verlagen, onder meer door de afschrijvingstermijnen en de contractduur te verlengen. Overigens is het in de afvalbranche niet ongebruikelijk om langlopende contracten af te sluiten. De Nederlandse mededingingsautoriteit is akkoord met de overeenkomst van de Staat met EDON. De NMA moet nog een oordeel geven over de heads of agreement van EDON met STIVAM.

Nadere gedachtewisseling

De heer Schoenmakers (PvdA) vond dat bepaalde afvalkwesties beter compact kunnen worden behandeld bij de behandeling van de opengrenzenproblematiek. Verder is de nutstaak in een compleet ander daglicht komen te staan, sinds de overheid het toepasselijk vindt om substantieel in te grijpen in het bedrijfsleven.

De heer Klein Molekamp (VVD) was het eens met de opmerking dat de STIVAM-gemeenten hun nek hebben uitgestoken. Hij was daarom blij dat voor de betrokken gemeenten de garantiestelling van honderden miljoenen guldens van de nek van de gemeenten is verdwenen. Het betekent wel dat de heads of agreement als ontbindende voorwaarde voor overneming van de garantiestelling door de EDON is gesteld. Nu de Nma vindt dat de overeenkomst niet in strijd is met de mededingingsregels, is er voor de Kamer geen titel om dat onderwerp verder aan de orde te stellen. De Kamer had volgens de heer Klein Molekamp met de twee besloten sessies die zij heeft gehouden, druk op de ketel van de onderhandelingen gezet.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) zette de voor- en nadelen tegenover elkaar. Als voordelen noemde zij het lagere tarief, geen volume- en gemeentegarantie, terugbetaling op termijn van de 65 mln., geen leveringsplicht en plicht voor gescheiden stromen. Als nadelen noemde zij de zeer lange contracten van twintig jaar en de onzekerheid voor de lange termijn. Voor- en nadelen tegen elkaar afwegend, kwam zij tot de conclusie dat het er gunstig uitziet. Waarom dan gedreigd met tarieven die elke voorstelling te boven gaan? De zin dat ervan uit wordt gegaan dat alle STIVAM-gemeenten de heads of agreement zullen onderschrijven, zodat de aangegeven tarieven niet meer aan de orde zullen zijn, vond zij niet passend in een goed overleg. Toch ging zij graag akkoord met de heel redelijke deal, die voor het Rijk ook niet onvoordelig is. De toekomstige situatie is misschien wat onzeker, maar dat geldt voor het hele afvalbeleid en de eigendomssituatie. Zij vroeg nogmaals wat de consequenties zijn van de brief aan de gemeente Hoogeveen.

De heer Van Wijmen (CDA) vroeg waarom bij EDON als het gaat om de 65 mln. niet als voorwaarde is gesteld dat met de STIVAM-gemeenten tot een akkoord wordt gekomen.

De heer Poppe (SP) was het niet eens met de gang van zaken en de verdediging van de minister. Hij vond het onjuist dat de overheid op de voorgestelde manier haar handen aftrekt van de afvalsector. De liberalisering van de afvalsector veroorzaakt nieuwe problemen. De gemeenten hebben, hoewel zij de garanties hebben mogen inleveren, gelijktijdig een andere garantie moeten geven, namelijk langlopende contracten voor f.200 per ton, wat meer dan marktconform is, en niet minder. Waarom moet voor bedrijfsafval f.170 per ton worden betaald? De gemeenten staan voor twintig jaar garant voor betaling van de bakstenen van de GAVI. Goede sturing van de afvalstroom vereist een verevening van de tarieven, omdat anders het afval naar de goedkoopste plaatsen stroomt. Hij vond alles zeer onterecht en ondoordacht.

De minister was verheugd over het feit dat de grote meerderheid van de commissies akkoord gaat met de verkoopovereenkomst. De overheid trekt haar handen niet af van de afvalsector. De grote meerderheid van de aandelen is in handen van de gemeenten, zodat een publiekrechtelijke situatie blijft voortbestaan. Het is belangrijk dat er betrokkenheid van de overheid blijft bestaan, maar dat is nu een gedecentraliseerde overheid. De koper is inderdaad onder druk gezet tijdens de onderhandelingen. Vanuit de verantwoordelijkheid van de overheid is het essentieel dat EDON de verantwoordelijkheid tegenover de STIVAM heeft opgelost.

De minister merkte op dat binnen de STIVAM geen gelijkgericht geluid was te horen. Dat maakte de zaak heel moeilijk. De uiteindelijke afweging van de Staat was dat het totaalaanbod van EDON heel redelijk was. De door mevrouw Augusteijn genoemde voor- en nadelen kunnen nog worden aangevuld. Op dit punt zijn heel duidelijke afspraken gemaakt. De garantie van EDON voor de toekomst is versterkt, omdat EDON zijn rechtsopvolger zal binden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Reitsma

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Ter Veer

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Reitsma (CDA), voorzitter, Van Middelkoop (GPV), Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Crone (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Eisses-Timmerman (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Luchtenveld (VVD), Van Wijmen (CDA), Kortram (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), Oplaat (VVD), Van der Staaij (SGP), Schoenmakers (PvdA) en Udo (VVD).

Plv. leden: Leers (CDA), Stellingwerf (RPF), Dijksma (PvdA), Valk (PvdA), Essers (VVD), De Wit (SP), Van Heemst (PvdA), De Boer (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Van Beek (VVD), Geluk (VVD), Visser-Van Doorn (CDA), Schreijer-Pierik (CDA), Blok (VVD), Biesheuvel (CDA), Bos (PvdA), Van den Akker (CDA), Giskes (D66), M.B. Vos (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Niederer (VVD), Van 't Riet (D66), Spoelman (PvdA), Voorhoeve (VVD) en Waalkens (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Poppe (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Duivesteijn (PvdA), Stellingwerf (RPF), M.B. Vos (GroenLinks), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), O.P.G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Hermann (GroenLinks), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Van Vliet (D66), Van Zuijlen (PvdA), Ravestein (D66), Zijlstra (PvdA), Albayrak (PvdA), Kant (SP), Mosterd (CDA), Bos (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GroenLinks), Scheltema-de Nie (D66), Verbugt (VVD), Te Veldhuis (VVD), Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Rietkerk (CDA), Karimi (GroenLinks), Kamp (VVD), Reitsma (CDA), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), Dijksma (PvdA), Belinfante (PvdA), Voorhoeve (VVD) en De Boer (PvdA).

Naar boven