26 200 VII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 1999

nr. 15
MOTIE VAN HET LID WAGENAAR C.S.

Voorgesteld 8 oktober 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het de plicht van de overheid is om burgers te beschermen tegen hen bedreigende risico's;

overwegende dat de voorbereiding op en de bestrijding van grote ongevallen en rampen daar een onderdeel van vormt;

overwegende dat het beperken en voorkomen van grote ongevallen en rampen van groot belang is;

constaterende dat het Project Versterking Brandweer en het Project Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen een investering van 145 mln. vergen;

constaterende dat het thans door het kabinet extra uitgetrokken bedrag daarvoor ontoereikend is;

dringt er bij de regering op aan om in overleg met andere betrokken overheden mogelijkheden te scheppen om de nog ontbrekende financiële middelen beschikbaar te krijgen, en aan de Kamer daarover zo spoedig mogelijk doch uiterlijk bij de Voorjaarsnota te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wagenaar

Te Veldhuis

Scheltema-de Nie

Van der Hoeven

Oedayraj Singh Varma

Kant

Schutte

Van den Berg

Naar boven