26 200 IXB
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1999

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 1999

Artikel XIV van de Wet herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting bepaalt dat ik uw Kamer zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór 1 juli 1997 en vervolgens vóór 1 juli 1998, alsmede vóór 1 juli 1999, op de hoogte zal brengen van de meeropbrengsten van structurele aard indien deze zich bij de dividendbelasting of de inkomstenbelasting voordoen als gevolg van de invoering van het gewijzigde regime voor winst uit aanmerkelijk belang.

In mijn brief van 30 juni 1998 (25 600-IXB, nr. 28) heb ik gemeld dat de meeropbrengst dividendbelasting die is toe te rekenen aan de nieuwe AB-wetgeving naar schatting 500 miljoen bedraagt en dat naar schatting 200 à 250 miljoen daarvan als structureel kan worden aangemerkt. Deze structurele meeropbrengst is aangewend voor de per 1 januari 1998 doorgevoerde verlaging van de vermogensbelasting (tarief en belastingvrije sommen).

De inmiddels beschikbare inkomstenbelastinggegevens over 1997 en dividendbelastinggegevens over 1998 wijzen uit dat de meeropbrengst dividendbelasting die is toe te rekenen aan de nieuwe AB-wetgeving vermoedelijk hoger is dan waarvan tot nu toe is uitgegaan. Daar staat echter een minderopbrengst bij de inkomstenbelasting tegenover, doordat de vervreemdingswinst AB als gevolg van de gewijzigde AB-wetgeving lager uitkomt dan in het verleden. Of het saldo van deze meer- en minderopbrengsten structureel hoger is dan het bovengenoemde bedrag van 200 à 250 miljoen, kan echter pas na verloop van enkele jaren met enige zekerheid worden vastgesteld. Daarom wordt thans geen verdere verlaging van de vermogensbelasting voorgesteld. Daarbij moet tevens worden bedacht dat de in het regeerakkoord opgenomen belastingherziening het voorstel bevat om met ingang van 1 januari 2001 de vermogensbelasting af te schaffen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven