Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 26150 nr. 98 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 26150 nr. 98 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 februari 2011
In vervolg op mijn brief van 14 december 2010 betreffende het verslag van de vijftiende reguliere zitting van de VN-Mensenrechtenraad (Kamerstuk 2009–2010, 26 150, nr. 96 Tweede Kamer), informeer ik u hierbij over het verloop van de op 25 dezer gehouden speciale zitting van de Raad inzake Libië, over mijn voorgenomen deelname op 1 maart a.s. aan het jaarlijkse High Level Segment van de Raad, alsmede over de Nederlandse inzet voor het reguliere deel van de zestiende zitting, die plaats vindt van 3 tot en met 25 maart a.s.
Speciale zitting inzake Libië
Op initiatief van de Europese Unie en met expliciete steun van onder meer Irak, Jordanië, de Palestijnse Autoriteit, Tunesië en Qatar, kwam de Raad op 25 februari jl. bijeen in een speciale zitting over de uitermate zorgwekkende mensenrechtensituatie in Libië.
De Nederlandse regering heeft voorafgaand aan de zitting, tijdens verschillende EU-bijeenkomsten in zowel Brussel als Genève, benadrukt dat de Libische regering de repressie dient te beëindigen en dat spoedig een regering dient te worden gevormd die vrijheden, democratische beginselen, de uitgangspunten van een rechtsstaat en mensenrechten respecteert. Nederland ondersteunt alle door de EU voorgestelde maatregelen – inclusief die in VN-kader – die verdere repressie kunnen tegengaan en de overgang naar een democratische rechtstaat kunnen ondersteunen.
De inzet van Nederland bij de speciale zitting was om te bewerkstelligen dat de Raad een onderzoekscommissie zou instellen en de AVVN de aanbeveling zou doen om Libië te schorsen als lid van de Mensenrechtenraad. Mede op initiatief van Nederland bevat de uiteindelijk aangenomen resolutie deze elementen. Ook het belangrijke element over de verantwoordelijkheid van een overheid om haar burgers te beschermen (responsibility to protect) is in de resolutietekst opgenomen.
Nederland heeft tijdens de zitting een nationale verklaring afgelegd waarin het nogmaals het belang van onderzoek naar misdrijven en mensenrechtenschendingen – bijvoorbeeld door het Internationaal Strafhof – heeft uitgesproken en het belang van opschorting van het Libische lidmaatschap van de Raad heeft benadrukt. Ook heeft Nederland de internationale gemeenschap aangemoedigd verdere actie te nemen in de Veiligheidsraad. Over de ontwikkelingen in New York – in de Veiligheidsraad en de AVVN – zal ik u zo spoedig mogelijk separaat berichten.
Tijdens de speciale zitting van de Mensenrechtenraad gaf de Permanente Vertegenwoordiger van Libië een verklaring af, waarin hij zich duidelijk en namens zijn volk uitsprak tegen Khadafi en de ernstige schendingen van de rechten van de mens in zijn land. De verklaring werd door de leden en waarnemers van de Raad begroet met een staande ovatie.
High Level Segment
Van vandaag tot en met 2 maart a.s. wordt het jaarlijkse High Level Segment van de Raad gehouden. Ik ben voornemens om morgen, 1 maart, de Raad toe te spreken. Ik zal van de gelegenheid gebruik maken om mij met mevrouw Navanethem Pillay, de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens en met Juan Somavia, Directeur-generaal van de ILO, te onderhouden over hun werkzaamheden en een aantal actuale mensenrechtensituaties. Daarnaast zal ik van gedachten wisselen met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld over het huidige en toekomstige Nederlandse mensenrechtenbeleid.
De gebeurtenissen in Libië en de mensenrechtensituatie in de overige Arabische regio zullen waarschijnlijk uitgebreid aan de orde komen tijdens het High Level Segment. Ik zal in mijn toespraak tot de Raad aandacht besteden aan de visie van Nederland ter zake.
Zestiende reguliere zitting: aandacht voor het Brede Midden-Oosten
De mensenrechtensituatie in de Arabische regio zal vanaf donderdag 3 maart a.s. ook tijdens het reguliere deel van de zestiende zitting aan bod komen. Nederland zet in op een actieve betrokkenheid van de Europese Unie en pleit voor een thematische zitting van de Raad – bijvoorbeeld aansluitend aan de komende reguliere zitting – waarin de situatie in de Arabische regio wordt besproken en tijdens welke een duidelijke boodschap wordt afgegeven over de noodzaak van het bevorderen van democratie en respect voor de rechten van de mens.
Nederland zal in EU-verband aandringen op een snelle briefing door Hoge Commissaris Pillay over de situatie in Tunesië en Egypte en op een interactieve dialoog met deze landen – tijdens de komende zitting of tijdens de hierboven genoemde speciale zitting over de Arabische regio – over de wijze waarop de mensenrechten vanaf nu zullen worden beschermd en bevorderd. Nederland zal in EU-verband benadrukken dat het hecht aan intensieve samenwerking met deze landen en pleiten voor een actieve rol van de speciale procedures, in en ten aanzien van de regio.
Daarnaast zal de Raad ook gedurende deze zitting stil staan bij de mensenrechtensituatie in de Palestijnse Gebieden en de Syrische Golan. De Mensenrechtenraad zal naar verwachting zeven rapporten bespreken, waaronder twee over de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen uit alle eerder aangenomen resoluties betreffende Operation Cast Lead en het incident rond de Freedom Flotilla. Nederland is geen voorstander van deze proliferatie van Midden-Oostenresoluties, mede omdat de aandacht gericht zou moeten zijn op het vlot trekken van het vredesproces en de ondersteuning van de Verenigde Staten bij hun pogingen om te komen tot rechtstreekse onderhandelingen tussen de partijen. Daar waar resoluties worden ingediend, zal Nederland proberen om in EU-verband te bewerkstelligen dat de teksten evenwichtig van toonzetting zijn en niet onnodig politiserend.
Voor wat betreft Iran zal Nederland inzetten op een harde EU-veroordeling vanwege de steeds verder verslechterende mensenrechtensituatie in dit land, met toenemende aantallen executies, waaronder die van Zahra Bahrami, grootschalige internetcensuur, discriminatie en achterstelling van religieuze minderheden en LGBT en vele arrestaties en veroordelingen van advocaten en (andere) mensenrechtenverdedigers. Nederland zal daarnaast al het mogelijke doen om te bewerkstelligen dat de Raad voor het eerst sinds haar oprichting in 2006, een resolutie aanneemt over Iran, waarin – conform de motie Ormel (nr.139) – bovengenoemde schendingen worden genoemd en waarmee een speciale procedure voor dit land wordt ingesteld.
Overige landenspecifieke mensenrechtensituaties tijdens de zestiende zitting
De mensenrechtensituatie in Wit-Rusland blijft zorgwekkend. Ook tijdens deze zitting van de Mensenrechtenraad zal de EU de situatie in dit land aan de orde stellen en met name oproepen tot vrijlating van alle politieke gevangenen.
Nederland is nog steeds bezorgd over ernstige mensenrechtenschendingen in Ivoorkust. De aandacht hiervoor dreigt overschaduwd te worden door de gebeurtenissen in de Arabische wereld. Nederland zal zich inzetten voor het op de agenda houden van deze mensenrechtencrisis, onder meer door er op toe te zien dat de EU tijdens deze zitting – in lijn met resolutie die in december tijdens de speciale zitting inzake Ivoorkust is aangenomen – hieraan voldoende aandacht besteedt.
Hoge Commissaris Pillay zal rapporteren over de mensenrechtensituatie in de Democratische Republiek Congo en daarbij naar verwachting aandacht besteden aan de verslechterende situatie voor mensenrechtenverdedigers en de systematische verkrachtingen van vrouwen en kinderen. Ook zal mevrouw Pillay een update geven over de zogenaamde mapping exercise, waarmee de tussen 1993 en 2001 in DRC begane schendingen in kaart zijn gebracht. Nederland heeft reeds steun gegeven aan de eesrte fase van het onderzoek en zal financiële steun geven aan een eventueel vervolg van deze exercise.
De onafhankelijk deskundige voor Burundi, Fatsah Ouguergouz, zal verslag doen van de mensenrechtensituatie in dat land. Nederland zal in EU-verband aandringen op een gemeenschappelijk pleidooi om de heer Ouguerguez te vragen tevens in te gaan op het laatste rapport van zijn voorganger, Akich Okola, waarin een aantal kritische noten werden gekraakt over de inspanningen van de Burundese regering op gebied van de rechten van de mens.
Het gebrek aan respect voor mensenrechten in Birma blijft ook na de verkiezingen van november vorig jaar voorwerp van aanhoudende zorg. Er wordt aanhoudend bericht over arbitraire detentie, gedwongen verdwijning, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, slechte behandeling van gewetensgevangenen en de precaire situatie van etnische minderheden. Nederland acht het van groot belang dat de straffeloosheid wordt tegengegaan. De EU zal een jaarlijkse resolutie inzake de mensenrechtensituatie in Birma indienen, gericht op verlenging van het mandaat van de Speciale Rapporteur.
Er zijn grote zorgen over het voortduren van systematische, wijdverspreide en ernstige schendingen van de rechten van de mens in Noord-Korea. Specifieke zorgen zijn er onder meer over marteling, gevangenisomstandigheden en gedwongen tewerkstellingen. Voorts staan onder meer de vrijheid van meningsuiting zwaar onder druk, evenals het recht op voedsel. De EU zal, samen met Japan, een landenresolutie inzake Noord-Korea indienen, waarmee onder meer de verlenging van het mandaat van de Speciale Rapporteur wordt beoogd.
Thematische kwesties
Naar verwachting zal Rusland opnieuw een resolutie over «mensenrechten en traditionele waarden» indienen. Nederland maakt zich zorgen over het toenemende cultuurrelativisme in het mensenrechtendiscours. Pogingen om met het benadrukken van «culturele diversiteit» zogenaamde «traditionele waarden» als gelijkwaardig aan mensenrechten af te schilderen, kunnen het uitgangspunt van de universaliteit van de rechten van de mens ondermijnen. Voor Nederland staat de universaliteit voorop: mensenrechten gelden voor iedereen, overal en altijd. Over de inhoud van de te verwachten Russische resolutie is op dit moment onvoldoende bekend, maar de Nederlandse delegatie zal de ontwikkelingen ter zake nauwlettend in het oog houden.
Naar verwachting zal Pakistan namens de landen van de OIC wederom een resolutie over «godsdienstlastering» indienen. Nederland zal zich opnieuw tegen dit initiatief verzetten en zal er op toe zien dat de EU zich inzet om andere lidstaten ervan te overtuigen dat in naam van religie geen beperkingen mogen worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting en andere fundamentele vrijheden. De EU kan er op die manier aan bijdragen dat de trend dat steeds minder landen het concept «godsdienstlastering» steunen, zich ook tijdens deze zitting doorzet.
Nederland vindt het wel van groot belang dat de Raad zich stevig uitspreekt tegen de inperking van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Nederland zal er op toezien dat de jaarlijkse, door de EU in te dienen resolutie, zich tegen discriminatie op grond van religieuze identiteit en geweld tegen religieuze minderheden uitspreekt. Daarnaast zal de EU samen met het kantoor van de Hoge Commissaris en mogelijke andere partners een side event organiseren om de 25e verjaardag van de instelling van het mandaat van de Speciaal Rapporteur over de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging te herdenken.
Nederland zal tijdens deze zitting aandacht besteden aan de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de rol van nieuwe media. De Verenigde Staten zullen een resolutie over de vrijheid van meningsuiting indienen om het mandaat van de speciale rapporteur te verlengen. Nederland zal proberen te bewerkstelligen dat in het mandaat ook expliciet wordt gesproken over internetvrijheid. In de omschrijving van het mandaat zal voldoende nadruk moeten worden gelegd op de vrijheid van meningsuiting als zodanig, en minder op de beperkingen die hieraan kunnen worden gesteld.
Tijdens de komende zitting zal, mede op aandringen van Nederland, opnieuw een verklaring worden afgelegd over de rechten van LGBT. Deze verklaring gaat verder in op de oproep om strafbaarstelling van homoseksualiteit af te schaffen van de AVVN-verklaring van 2008. De verklaring is opgesteld door een interregionale kerngroep van landen waaronder Nederland. Om de steun voor de verklaring te maximaliseren heeft de kerngroep besloten om tot grootschalige lobby over te gaan.
Martin Scheinin, Speciaal Rapporteur inzake mensenrechten en terrorismebestrijding, onderstreept in zijn laatste rapport dat terrorismebestrijding die in strijd is met de mensenrechten niet alleen legitimiteit ontbeert, maar op lange termijn ook niet effectief zal blijken en doet een aantal interessante aanbevelingen. Nederland verwelkomt het rapport en zal zich blijven beijveren voor de uitvoering van deze strategie en bepleiten dat de in het rapport geïdentificeerde best practices daarbij zoveel mogelijk worden betrokken.
Tijdens deze zitting zullen Spanje en Duitsland andermaal een resolutie over het recht op water en sanitatie indienen. Met de resolutie wordt beoogd het mandaat van de Speciale Rapporteur voor drie jaar te verlengen, hetgeen door Nederland van harte wordt gesteund.
Tenslotte zal Olivier de Schutter, de Speciale Rapporteur inzake het recht op voedsel, zijn rapport over discriminatie bij de toegang tot voedsel presenteren. Zeker in deze tijden, waarbij hoge voedselprijzen dit recht dreigen aan te tasten, is het rapport en de analyse daarvan van groot belang. Derhalve zal Nederland tijdens de interactieve dialoog met de SR aandringen op een grotere wisselwerking tussen de overheid en de private sector om duurzame en structurele hervormingen, met als doel een betere toegang tot voedsel, mogelijk te maken.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26150-98.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.