nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de wet van 14 februari 1994, Stb. 132, houdende wijziging van de Huurprijzenwet
woonruimte in verband met de decentralisatie van de subsidiëring van
de volkshuisvesting en de liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen
(omzetting van de tijdelijke toepasselijkheid op geliberaliseerde huurovereenkomsten
van enkele beschermende bepalingen uit de Huurprijzenwet woonruimte in een
permanente toepasselijkheid).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
3 september 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wet van
14 februari 1994, houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte in verband
met de decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en
de liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen (Stb. 132), te wijzigen
om te voorkomen dat enkele artikelen van de Huurprijzenwet woonruimte die
thans nog op zogenoemde geliberaliseerde overeenkomsten van huur en verhuur
van toepassing zijn, ingaande 1 juli 1999 daarop niet langer van toepassing
zullen zijn;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel VI van de wet van 14 februari 1994, houdende wijziging van de
Huurprijzenwet woonruimte in verband met de decentralisatie van de subsidiëring
van de volkshuisvesting en de liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen
(Stb. 132), vervalt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,