26 136
Uitvoering van verordening (EG) nr. 2271/96 van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1996 (Wet uitvoering antiboycotverordening)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 23 september 1998

De vaste commissie voor Economische Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek naar bovengenoemd wetsvoorstel heeft de eer aan de regering de navolgende vragen en opmerkingen voor te leggen.

Onder voorbehoud dat de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen genoegzaam zijn beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel voorziet voor het bedrijfsleven in een garantie dat het financieel niet getroffen kan worden door een boycotverordening van derde – niet EU-landen. Hiermee is eveneens een middel geschapen tegen de afkondiging van dergelijke maatregelen.

Onenigheid tussen twee landen kan daarmee geen effect hebben op het normale handelsverkeer met die landen. Volledige vrijheid van handelen, voor zover andere internationale afspraken niet van toepassing zijn, is hiermee gewaarborgd. Dit achten deze leden van essentieel belang.

De leden van de VVD-fractie plaatsen vraagtekens bij de strafrechtelijke handhaving van de antiboycotverordening via de Wet op de Economische Delicten (WED).

Wanneer de inhoud van de strafrechtelijke gesanctioneerde norm is vastgesteld mag hierover geen onduidelijkheid bestaan. Graag verneemt zij of er knelpunten zijn te verwachten over de uitleg en sanctionering van de verordening in een concreet geval. Zo ja, hoe worden deze knelpunten opgelost ?

De leden van de CDA fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel en zij is uiteraard voorstander van dit wetsvoorstel. Het extraterritoriale karakter van deze Amerikaanse wetgeving is echter verwerpelijk. Deze leden willen de regering de navolgende vragen stellen.

1. Stel dat een Nederlandse onderneming wel zaken doet met een door de Amerikaanse overheid geboycot land en daardoor een substantieel concurrentie voordeel opbouwt t.o.v. Amerikaanse ondernemingen. Stel vervolgens dat deze Nederlandse onderneming wordt getroffen door Amerikaanse tegenmaatregelen. Welke stappen is de regering dan voornemens te nemen om de gedupeerde Nederlandse ondernemingen tegemoet te treden?

2. Indien een Nederlandse onderneming zich conformeert aan de Amerikaanse boycot vanwege een commercieel belang of dat genoemde onderneming het principieel eens is met deze boycot. Is in een dergelijk geval strafbaarstelling op basis van deze wet mogelijk resp. zinvol?

3. Kan de regering toelichten waarom het zo lang duurt voordat deze EG-verordening wordt uitgevoerd?

De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de uitvoering van deze verordening van de Raad van de Europese Unie. Het is belangrijk dat een duidelijk signaal aan de Verenigde Staten wordt afgegeven dat de extraterritoriale toepassing van wetgeving voor de Europese Unie onacceptabel is. Dergelijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en andere rechtsvoorschriften vanwege de extraterritoriale toepassing zijn strijdig met het internationaal recht en verstoren een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel en belemmeren een geleidelijke afschaffing van de beperkingen in het internationale handelsverkeer.

Het treffen van tegenmaatregelen is nodig om ingezetenen van de landen van de EU te beschermen tegen de gevolgen van de toepassing van extraterritoriale wetgeving. Het onderhavige wetsvoorstel is in dit opzicht een geschikt instrument.

Met betrekking tot dit langlopende conflict willen de leden van de D66-fractie gaarne geïnformeerd worden over de stand van zaken op dit moment. Wordt er op dit moment aan een oplossing gewerkt, en zo ja, is er zicht op een oplossing op redelijke termijn? Zo nee, zijn er initiatieven vanuit de EU te verwachten en is de regering bereid nieuwe initiatieven te ontplooien om de impasse te doorbreken?

Kan de regering een overzicht geven van de omvang van het aantal getroffen Nederlandse bedrijven en van de omvang van de totale geleden schade tot nu toe? Kan een overzicht worden gegeven van de gevolgen voor de gehele groep van EU-landen.

In de memorie van toelichting worden een paar landen genoemd die eveneens voor een strafrechtelijke handhaving van de antiboycotverordening hebben gekozen. Hoe is de stand van zaken bij andere landen die niet genoemd zijn? Zijn er binnen deze groep landen ook landen die voor een andere vorm van handhaving hebben gekozen en op welke gronden hebben zij hiervoor gekozen?

Volgens de memorie van toelichting kunnen er vragen rijzen over de uitleg van de verordening in een concreet geval. Gelet hierop kan de ECD, na overleg met het Ministerie van Economische Zaken en met het Openbaar Ministerie een waarschuwing geven voordat er verder strafrechtelijke actie ondernomen wordt. Echter dit laat onverlet dat in voorkomend geval de mogelijkheid bestaat om onmiddellijk tot vervolging over te gaan. Kan dit nader toegelicht worden? Met andere woorden, wat zullen hierbij de criteria zijn?

Indien ernstige schade aan de belangen van een persoon wordt toegebracht door het verbod op nakoming, kan de Commissie, op verzoek van de benadeelde, daarvan ontheffing verlenen. De leden van de fractie van D66 vragen wat er onder ernstige schade verstaan wordt. Wordt dit bepaald door de absolute omvang van de schade of spelen andere factoren hierbij een rol? Kan op dit punt een nadere toelichting gegeven worden?

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Biesheuvel

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Tielens-Tripels


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Rabbae (GL), Hessing (VVD), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF), M. B. Vos (GL), Van Zuijlen (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Hofstra (VVD), Van Walsem (D66), Stroeken (CDA), Van den Akker (CDA), Geluk (VVD), Verburg (CDA), Bos (PvdA), Albayrak (PvdA), Van Dok-Van Weele (PvdA), Schoenmakers (PvdA), Blok (VVD).

Plv. leden: Verbugt (VVD), Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Wijn (CDA), Klein Molekamp (VVD), Vendrik (GL), Kamp (VVD), Van den Berg (SGP), Poppe (SP), De Boer (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GL), Wagenaar (PvdA), Bakker (D66), Cornielje (VVD), Schimmel (D66), Van der Hoeven (CDA), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Van der Knaap (CDA), Koenders (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Rehwinkel (PvdA), Smits (PvdA), Udo (VVD).

Naar boven