26 122
Srebrenica

nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 21 december 1999

Inleiding

Op 5 juli jl. heb ik u ter vertrouwelijke kennisneming het Feitenrelaas Srebrenica aangeboden (26 122 nr. 11). De vertrouwelijkheid vloeide voort uit het gegeven dat het Feitenrelaas onderwerp was van strafrechtelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie. Nu dit onderzoek is afgerond en u op 16 december jl. door mijn collega van Justitie bent geïnformeerd over de resultaten, heb ik besloten het Feitenrelaas vandaag openbaar te maken. Het is als bijlage gevoegd bij deze brief. Zoals de minister van Justitie heeft aangegeven in zijn hierboven genoemde brief, heeft het College van procureurs-generaal hem laten weten dat er in geen van de onderzochte zaken aanleiding bestaat voor een – nader – strafrechtelijk onderzoek of voor een strafrechtelijke vervolging.

Feitenrelaas

De afgelopen dagen heb ik de personen die in 1995 hebben deelgenomen aan de debriefing Srebrenica de gelegenheid gegeven het Feitenrelaas in te zien, alvorens het vandaag openbaar wordt gemaakt. Zodoende konden zij vaststellen dat de openbaarmaking is geschied op een wijze die zorgvuldig is. In 1995 is de gedebriefden door de toenmalige Bevelhebber der Landstrijdkrachten vertrouwelijkheid toegezegd wat betreft hun persoonlijke verklaring.

Het Feitenrelaas is in 1995 door enkele medewerkers van de debriefing Srebrenica opgesteld als intern hulpmiddel bij het ordenen van de uitlatingen van de meer dan 450 gedebriefden. Deze uitlatingen zijn in het Feitenrelaas per thema en gedepersonaliseerd gerangschikt, maar toen niet inhoudelijk beoordeeld of met elkaar geconfronteerd.

Het Feitenrelaas wordt in een zo volledig mogelijke vorm openbaar gemaakt. De in 1995 toegepaste depersonalisering laat onverlet dat bepaalde passages zijn terug te voeren op personen. Omdat de toezegging van vertrouwelijkheid aan alle gedebriefden in 1995 gestand wordt gedaan, en omdat hun privacy in het geding is, zijn daarom passages weggehaald op een wijze die de strekking van het Feitenrelaas niet aantast. Waar dit is gebeurd, is dit gemarkeerd met het symbool @.

Veranderingsproces Defensie

Het Feitenrelaas had eerder boven water moeten komen en eerder onder de aandacht van het Openbaar Ministerie moeten worden gebracht. De gang van zaken rondom dit document onderstreept de juistheid van het kritische oordeel dat de heer dr. J. Van Kemenade vorig najaar heeft geveld tijdens het onderzoek naar de waarheidsvinding bij Defensie, dat hij kort na mijn aantreden op mijn verzoek heeft verricht. Hij heeft toen vastgesteld dat niet was gebleken dat het proces van waarheidsvinding binnen Defensie doelbewust was belemmerd, tegengewerkt of beperkt, maar dat wel sprake was van opmerkelijke tekortkomingen en onzorgvuldigheden in het proces van informatieverzameling. De heer Van Kemenade stelde in zijn rapport ook vast dat in het openbare debriefings-rapport op verschillende gebeurtenissen uitvoeriger en adequater had moeten worden ingegaan en dat het rapport op sommige punten een beeld schetst dat onvolledig of te gunstig is. Ik heb de conclusies van de heer Van Kemenade vorig najaar onverkort overgenomen en besloten tot het Veranderingsproces Defensie, waarover de Kamer is geïnformeerd in mijn brieven van 5 oktober 1998 en 30 maart jl. en dat ook uitvoerig aan de orde is in de Defensienota 2000.

Bij het Veranderingsproces Defensie staan preventie, openheid en alert corrigeren van onverhoopte fouten voorop. De staatssecretaris en ik laten er geen misverstand over bestaan dat wangedrag binnen Defensie niet wordt getolereerd. Op 25 november jl. hebben de minister van Justitie en ik u geïnformeerd over de verbetering van de rol van opsporingsfunctionarissen van de Koninklijke marechaussee binnen de krijgsmacht. Het tijdig onderzoeken van berichten over vermeend wangedrag van militairen is niet alleen van belang voor de passende correctie van betrokkenen, het verschaft ook de duidelijkheid die nodig is om te voorkomen dat verhalen een eigen leven gaan leiden en het aanzien van militairen die niet zijn tekort geschoten en van Defensie als geheel onnodig belasten.

Slot

Het Feitenrelaas is één bron uit vele die inzicht geven in de gebeurtenissen voor, tijdens en na de val van Srebrenica. Er zijn en worden hiernaar verschillende onderzoeken verricht. Recentelijk is u het rapport over Srebrenica gezonden van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Het Joegoslavië-tribunaal beschikt over alle vertrouwelijke verklaringen van gedebriefden die ten grondslag lagen aan het Feitenrelaas. Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Niod) brengt, zoals bekend, op verzoek van het kabinet komend jaar een omvattend rapport uit over Srebrenica. En Defensie trekt, zoals gezegd, voor het eigen functioneren een groot aantal lessen in het kader van het Veranderingsproces Defensie.

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Naar boven