26 122
Srebrenica

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 1999

Onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie te Arnhem is onderzoek verricht naar mogelijk strafbare feiten genoemd in het zogenaamde Feitenrelaas Srebrenica. Hierbij bericht ik u vooralsnog vertrouwelijk over de uitkomsten van dit onderzoek. Het College van procureurs-generaal heeft mij bericht dat er in geen van de onderzochte zaken aanleiding bestaat voor een – nader – strafrechtelijk onderzoek of voor strafrechtelijke vervolging. Volledigheidshalve verwijs ik u naar het ambtsbericht van het College van procureurs-generaal en de nota van bevindingen van het openbaar ministerie te Arnhem. Deze documenten treft u hierbij ter vertrouwelijke kennisneming aan.

De uitkomsten van het onderzoek van het openbaar ministerie zullen op dinsdag 21 december aanstaande openbaar worden gemaakt. Tegelijkertijd zal de minister van Defensie het Feitenrelaas Srebrenica openbaar maken. Hiertoe is in nauw overleg tussen mijn ambtgenoot van Defensie en mij besloten aangezien de minister van Defensie de betrokken Nederlandse militairen eerst in de gelegenheid wil stellen het Feitenrelaas Srebrenica in te zien, alvorens het openbaar wordt gemaakt.

Vanaf 22 december 1999 berust op de documenten die u nu worden toegezonden geen vertrouwelijkheid meer.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven