26 117
Wijziging van de Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten in verband met verhoging van de maximale aantallen raadsheren in en advocaten-generaal bij de Hoge Raad

nr. 5
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 september 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel II wordt «tot wet wordt verheven en in werking treedt,» vervangen door: tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden of treedt, vervalt artikel I, onderdeel b, van het onderhavige wetsvoorstel en.

B

In artikel III wordt «tot wet wordt verheven en in werking treedt,» vervangen door: tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden.

Toelichting

Bij de opstelling van het onderhavige wetsvoorstel is, zoals de memorie van toelichting vermeldt, er vooralsnog vanuit gegaan dat het eerder tot wet zou worden verheven en in werking treden dan het bij koninklijke boodschap van 11 juni 1997 ingediende voorstel tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het Wetboek van Strafvordering, de Politiewet 1993 en andere wetten (reorganisatie openbaar ministerie en instelling landelijk parket) (Kamerstukken II, 25 392, 1996/97). Aangezien dit thans echter nog altijd niet geheel zeker is, moet nu in het onderhavige wetsvoorstel ook rekening worden gehouden met de omgekeerde situatie. Deze nota van wijziging verzekert daarom dat, ook indien wetsvoorstel 25 392 eerder in werking zou treden, de met het onderhavige wetsvoorstel beoogde materiële wijzigingen, te weten de verhoging van de maximale aantallen raadsheren in en advocaten-generaal bij de Hoge Raad alsmede een kleine technische aanvulling op genoemd wetsvoorstel 25 392, doorgang vinden.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals