nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2000
Door middel van deze brief deel ik u mede dat ik van plan ben een tweetal
wijzigingen in het RVV (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) door te
voeren inzake de helmdraagplicht.
Het gaat hier allereerst om het uitvoeren van een toezegging die op 15
december 1997 door mijn ambtsvoorganger mw. Jorritsma-Lebbink is gedaan in
het overleg met de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over het Meerjarenprogramma
Verkeersveiligheid. Zij heeft toen toegezegd de helmdraagplicht in te zullen
stellen voor alle open voertuigen, ook die met meer dan twee wielen waarin
geen goedgekeurde gordels gemonteerd zijn. Hierbij werd met name gedoeld op
voertuigen als de trike, de quad en de driewielige bromfiets.
Ik ben van plan deze toezegging nu in het RVV te gaan verwerken in die
zin dat de helmdraagplicht dan gaat gelden voor alle open voertuigen waarin
geen goedgekeurde gordels gemonteerd zijn met uitzondering van voertuigen
waarvan de topsnelheid niet hoger dan 25 km/uur is en bepaalde cabrioletauto's
(oldtimers die dateren uit de tijd dat de aanwezigheid van gordels nog niet
verplicht was).
De tweede wijziging die ik door wil voeren is het verlenen van vrijstelling
van de helmdraagplicht voor twee of driewielige bromfietsen en motoren die
voorzien zijn van dergelijke veiligheidsverhogende voorzieningen (een veiligheidscel
en goedgekeurde gordels) dat het dragen van een helm in feite overbodig is
geworden en wellicht zelfs de kans op letsel zou kunnen vergroten.
Hiertoe is besloten naar aanleiding van een verzoek van BMW hierom voor
de BMW C1 die binnenkort op de markt komt. Het gaat hier om een soort motorscooter
voorzien van een veiligheidscel (sterke dakconstructie) en gordels waarvoor
BMW in de ons omringende en andere europese landen al vrijstelling van de
helmdraagplicht heeft gekregen. Ik heb de door BMW aangeleverde onderzoeksgegevens
over crash tests en dergelijke laten onderzoeken door TNO-Wegtransportmiddelen.
TNO heeft hierover gerapporteerd geen overwegend bezwaar te hebben tegen het ook in ons land verlenen van vrijstelling van de helmdraagplicht voor
dit type voertuig.
Met deze twee wijzigingen van het RVV denk ik adequaat in te spelen op
de meest recente voertuigontwikkelingen waarbij het wel of niet dragen van
de helm in het geding is.
De CDJZ (Centrale Directie Juridische Zaken) van mijn departement is nu
bezig de teksten voor deze wijzigingen en de daarbij behorende ministeriële
regeling, waarin beschreven zal worden aan welke eisen voertuigen moeten voldoen
om voor vrijstelling van de helmdraagplicht in aanmerking te kunnen komen,
te ontwerpen. Na interdepartementaal overleg met name met de handhavende instanties,
zullen de wijzigingsvoorstellen in procedure worden gebracht.
Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voor dit moment voldoende heb geïnformeerd.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos