26 096
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1997 (slotwet)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

In aansluiting op de tweede suppletore begroting 1997 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van 29 januari 1998, Stb. 92, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.

Dit leidt per saldo voor de begroting van de uitgaven 1997 tot een verlaging van het begrotingstotaal met f 6,021 miljoen en voor de begroting van de ontvangsten 1997 tot een verhoging met f 44,452 miljoen.

Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatige en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoerings-technische aanpassingen.

Voor zover deze van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening 1997; ( Kamerstukken II, 1997–1998, 25 ..., nr. 1).

In aansluiting op de tweede suppletore begroting 1997 ontstaat samenvattend het volgende beeld:

A. Uitgaven
  
1. Reeds vermeld in de Voorlopige Rekening 1997– f 30,713 miljoen
2. Nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige Rekening+ f 24,692 miljoen
Totaal van de verlaging– f 6,021 miljoen
  
B. Ontvangsten 
  
1. Reeds vermeld in de Voorlopige Rekening 1997+ f 18,162 miljoen
2. Nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige Rekening+ f 26,290 miljoen
Totaal van de verhoging+ f 44,452 miljoen

Ad A. Uitgaven

Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de onderscheiden deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk beleidsterrein beschikbaar was.

 AlgemeenPensioenen en wachtgeldenKoninklijke marineKoninklijke landmachtKoninklijke luchtmachtKoninklijke marechausseeMulti-service projecten en activiteitenDefensie Interservice CommandoTotaal
Stand Autorisatiebegroting 1997685,91 815,62 636,14 210,72 655,1428,7810,9401,213 644,2
Wijzigingen opgenomen in de Voorjaarsnota 1997234,77,6– 24,4– 3,7– 47,721,0– 13,515,9189,9
Wijzigingen opgenomen in de Miljoenennota 1998– 228,129,785,198,364,48,77,331,797,1
Wijzigingen opgenomen in de Najaarsnota 1997– 27,6– 27,8– 59,249,0118,22,1– 56,7– 14,6– 16,6
Wijzigingen vermeld in de Voorlopige Rekening 1997– 11,2– 4,518,516,2– 0,7– 0,5– 40,7– 7,8– 30,7
Nadere wijzigingen– 1,62,17,310,15,11,6– 1,21,324,7
Stand Slotwet 1997652,11 822,72 663,44 380,62 794,4461,6706,1427,713 908,6

De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het Defensiebudget ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletore begroting 1997, samenhangend met de Najaarsnota 1997, beïnvloeden, zijn:

Wijzigingen vermeld in de Voorlopige rekening

1. Bijstelling Domeinenopbrengsten

In de Voorlopige Rekening 1997 wordt een budgetverhoging verwerkt van per saldo f 4,221 miljoen door de meerdere verkopen van met name onroerende zaken via de Dienst der Domeinen van het ministerie van Financiën. Deze mutatie is verwerkt via het beleidsterrein Koninklijke landmacht.

2. Aanwending eindejaarsmarge

Ten tijde van het opstellen van de tweede suppletore begroting 1997 werd een onderschrijding verwacht van f 51,3 miljoen. Een nadere vaststelling van de eindrealisatie toont aan dat vorengenoemd bedrag f 31,9 miljoen te laag was ingeschat. In de Voorlopige rekening 1997 wordt zulks gecorrigeerd.

Aangezien deze onderschrijding (f 83,2 miljoen) binnen het toegestane percentage van de eindejaarsmarge valt (1%, corresponderend met f 114,9 miljoen), wordt, volgens de regels van de budgetdiscipline, het betrokken bedrag toegevoegd aan de begroting 1998.

3. Onderschrijding uitgaven HGIS

De eindrealisatie op de Homogene groep Internationale Samenwerking is ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 met f 14,9 miljoen achtergebleven. Nadat de op HGIS betrekking hebbende hogere ontvangsten (f 3,4 miljoen) hiermee gecompenseerd zijn, bestaat de resterende mutatie van f 11,5 miljoen enerzijds uit de onderschrijding op de voor Vredesoperaties gereserveerde bedragen van f 10,0 miljoen en anderzijds uit de lagere uitgaven voor het project Humanitair ontmijnen 2000 van f 1,5 miljoen.

4. Verrekenbare ontvangsten

Volgens de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenniveau verhoogd met de toename van de verrekenbare ontvangsten met afgerond f 11,9 miljoen, waarvan f 3,4 miljoen betrekking heeft op verrekenbare ontvangsten HGIS.

5. Overhevelingen tussen de beleidsterreinen

Tussen diverse beleidsterreinen hebben kleine technische overhevelingen van budgetten plaatsgevonden. Per saldo leidt dit tot de volgende mutaties:

– Algemeen– f 0,1 miljoen
– Koninklijke marine– f 0,1 miljoen
– Koninklijke landmacht+ f 0,3 miljoen
– Koninklijke luchtmacht– f 0,1 miljoen

Nadere wijzigingen

De nadere wijzigingen ten opzichte van de in de Voorlopige Rekening aangekondigde uitgavenrealisatie bedragen + f 24,7 miljoen. Na compensatie van f 25,9 miljoen hogere verrekenbare ontvangsten resteert een nadere onderschrijding van f 1,2 miljoen.

Rekening houdend met de eerder, in de tweede suppletore begroting 1997 en de Voorlopige rekening per saldo aangekondigde onderschrijding van tezamen f 83,2 miljoen (zie punt 2), leiden deze lagere uitgaven naar aanleiding van de nadere wijzigingen tot een onderschrijding van in totaal f 84,4 miljoen. Dit bedrag zal volgens de regels van de budgetdiscipline worden toegevoegd aan de begroting 1998.

Voor een meer uitgebreide toelichting bij de opmerkelijke uitgavenmutaties wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

Ad B. Ontvangsten

Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de onderscheiden deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk beleidsterrein beschikbaar was.

 AlgemeenPensioenen en wachtgeldenKoninklijke marineKoninklijke landmachtKoninklijke luchtmachtKoninklijke marechausseeMulti-service projecten en activiteitenDefensie Interservice CommandoTotaal
Stand Autorisatiebegroting 199735,429,6133,1100,899,99,358,054,7520,8
Wijzigingen opgenomen in de Voorjaarsnota 1997–0,8 – 9,026,910,7 – 11,91,016,9
Wijzigingen opgenomen in de Miljoenennota 1998  10,0   5,1 15,1
Wijzigingen opgenomen in de Najaarsnota 1997– 0,7– 1,5– 8,02,111,12,0– 3,5 1,5
Wijzigingen vermeld in de Voorlopige Rekening 1997:          
– verrekenbare ontvangsten1,5– 4,2– 8,213,87,00,23,4– 1,611,9
– overige ontvangsten0,5– 1,22,61,72,7   6,3
Nadere wijzigingen:          
– verrekenbare ontvangsten0,90,33,112,33,71,21,23,225,9
– overige ontvangsten0,40,1 – 0,3– 0,10,10,1 0,3
Stand Slotwet 199737,223,1123,6157,3135,012,852,457,3598,7

Wijzigingen vermeld in de Voorlopige rekening

1. Verrekenbare ontvangsten

De per saldo hogere verrekenbare ontvangsten die, volgens de regels van de budgetdiscipline, eveneens het uitgavenbudget met + f 11,9 miljoen beïnvloeden, vinden met name hun oorzaak bij de beleidsterreinen Koninklijke marine (lagere ontvangsten Navo-infrastructuurprojecten en minder terguontvangsten BTW), Koninklijke landmacht (hoger bedrag aan afrekeningen inzake overbruggingsuitkeringen en afgedragen AWBZ) en Koninklijke luchtmacht (meerontvangsten afrekeningen medische Gezondheidsdiensten en afrekening met de VS van afgeronde bestellingen geleide wapens).

2. Overige ontvangsten

De belangrijkste mutaties in de overige ontvangsten (totaal + f 6,3 miljoen) vinden plaats bij de Koninklijke marine, – landmacht en – luchtmacht. Dit betreft met name rente-ontvangsten.

Nadere wijzigingen

De nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige rekening 1997 bedragen per saldo + f 26,3 miljoen.

De per saldo hogere verrekenbare ontvangsten bedragen in totaal f 25,9 miljoen. Dit betreft met name mutaties bij de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht en het Defensie Interservice Commando.

De hogere overige ontvangsten bedragen f 0,3 miljoen.

Voor een (meer uitgebreide) toelichting op de opmerkelijke verrekenbare en overige ontvangstenmutaties wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de beschikbare bedragen na de tweede suppletore begroting is een norm gehanteerd. Op het niveau van begrotingsartikel worden alleen de verschillen toegelicht die in principe groter zijn dan, danwel gelijk zijn aan 5 % (van het begrotingsartikelbedrag) of f 10 miljoen.

Wetsartikel 1 (Uitgaven/Verplichtingen)

01. Beleidsterrein Algemeen

01.06 Bouw

De hogere realisatie van de uitgaven op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting met f 0,275 miljoen is het gevolg van extra betalingen voor de (ver)nieuwbouw van de bij TNO in gebruik zijnde gebouwen. De lagere realisatie van de verplichtingen met f 0,584 miljoen is het gevolg van naar 1998 doorgeschoven verplichtingen.

01.11 Internationale verplichtingen

Met als doel het inzicht te verbeteren en de administratie te vereenvoudigen zijn de in de voorgaande jaren aangegane verplichtingen die tevens hun financieel beslag vinden in de komende jaren aangepast en geschoond. Als gevolg hiervan heeft ten opzichte van de tweede suppletore begroting een negatieve bijstelling (– f 190,984 miljoen) plaatsgevonden tot nihil. Deze schoningsoperatie heeft een neutraal effect op de uitgaven.

01.14 Milieumaatregelen

De verplichtingenonderschrijding van f 1,213 miljoen houdt verband met een afboeking die het gevolg is van een schoningsoperatie.

01.15 Technologie-ontwikkeling

De lagere realisatie van de uitgaven op dit artikel van f 2,001 miljoen ten opzichte van de tweede suppletore begroting voor 1997 is het gevolg van vertraging in de uitvoering van diverse projecten op het gebied van Codema, technologie-ontwikkeling internationaal en gebruik kennis en kunde door de Centrale Organisatie.

De lagere realisatie van de in 1997 aan te gane verplichtingen op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting van per saldo f 8,909 miljoen is het gevolg van een langere voorbereiding dan verwacht bij een aantal projecten. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal aan te gane verplichtingen zijn vertraagd.

01.19 Overige departementale uitgaven

De slotwetmutatie van – f 1,948 miljoen is voornamelijk het gevolg van minder uitgaven voor schadevergoedingen (– f 2,304 miljoen) en samenwerkingsprogramma's (– f 0,781 miljoen). Hier staan meeruitgaven tegenover voor voorlichting (+ f 0,835 miljoen voor met name periodieke frankeeruitgaven) en overige uitgaven (+ f 0,302 miljoen voor onder andere druk- en reproductie-uitgaven).

02. Pensioenen, wachtgelden en uitkeringen

02.02 Militaire pensioenen en uitkeringen

Ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 is f 11,113 minder uitgegeven en verplicht. Deze lagere realisaties worden veroorzaakt door een per saldo lager gebruik van de te onderscheiden pensioenregelingen en uitkeringen. Gegeven het met de tweede suppletore begroting 1997 vastgestelde begrotingsbedrag van f 1 628,459 miljoen komt deze bijstelling neer op een percentage van 0,7.

03. Beleidsterrein Koninklijke marine

03.03 Overige personele exploitatie

De hogere realisatie ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 van zowel de uitgaven als van de verplichtingen met respectievelijk f 13,060 miljoen en f 48,916 miljoen, vindt met name plaats op de artikelonderdelen kleding en uitrusting, voeding, verplaatsingskosten en inhuur personeel.

Kleding en uitrusting

Zowel de hogere realisatie van de uitgaven, f 2,779 miljoen, als van de verplichtingen, f 6,112 miljoen, worden met name veroorzaakt door de invoering van een vernieuwd boord- en kazernetenue. Aan het einde van het jaar zijn afroepcontracten afgesloten voor 1998 en latere jaren.

Voeding

Zowel de hogere uitgaven voor voeding, f 3,747 miljoen, als van de verplichtingen, f 4,202 miljoen, vloeien voornamelijk voort uit de aanschaf van voeding in het buitenland. Hieraan liggen de hogere koersen van het Britse pond en de Amerikaanse dollar ten grondslag. Daarnaast wordt ten behoeve van buitenlands militair personeel dat in Nederland opleiding geniet, meer uitgegeven aan voeding dan was geraamd. Dit geldt met name voor militair personeel uit Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten. Voor deze militairen geldt een afwijkende samenstelling van maaltijden en voedselpakketten.

Verplaatsingskosten

De reorganisaties binnen de Koninklijke marine, onder andere de op handen zijnde verplaatsing van het Marine Elektronisch- en Optisch Bedrijf van Oegstgeest naar Den Helder, hebben geleid tot hogere uitgaven voor verplaatsingskosten binnen Nederland. Met name de verhuiskosten, reiskosten woon-werkverkeer en uitgaven verlofreizen vertonen ten opzichte van de ramingen een hogere realisatie, f 3,385 miljoen.

Personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen

De stijging van zowel de uitgaven, f 4,620 miljoen, als de verplichtingen, f 25,119 miljoen, is met name het gevolg van een gewijzigde boekingssystematiek. De uitgaven en verplichtingen van inhuur van personeel op bovenformatieve arbeidsplaatsen worden nu verantwoord op dit artikel, onder gelijktijdige verlaging van het artikel 03.05 Materiële exploitatie, dat voordien werd belast.

Geneeskundige verzorging

De overschrijding van zowel de uitgaven, f 2,498 miljoen, als de verplichtingen, f 2,507 miljoen, ten opzichte van tweede suppletore begroting wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door de extra kosten voor curatieve zorg voor militair personeel uitsluitend als gevolg van vliegen, inzet, varen en oefening (de zogenoemde «VIVO-schade»). Deze extra kosten worden niet gedekt door de verzekering en komen geheel ten laste van de Koninklijke marine.

In 1997 heeft een voorschot over 1997 en een afrekening over 1996 plaatsgevonden. De betaalde bedragen zijn respectievelijk voor een te laag bedrag en in het geheel niet in de ramingen opgenomen.

Onderwijs en opleidingen

In de tweede suppletore begroting zijn de verplichtingen voor onderwijs en opleidingen naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling was gebaseerd op de verwachting dat verplichtingen voor met name vliegopleidingen na 1997 zouden worden aangegaan. Het gaat ondermeer over verplichtingen als gevolg van de integratie van de basisvliegopleiding van de Koninklijke marine en de Koninklijke luchtmacht en de verplaatsing van de helikopteropleiding van Nederland naar de Nederlandse Antillen. Eind 1997 zijn hier echter toch verplichtingen voor aangegaan, waardoor de verplichtingen per saldo met f 9,207 miljoen zijn toegenomen.

De lagere realisatie van de uitgaven van f 3,740 miljoen, is voornamelijk het gevolg van een vertraging van een verrekening met de Koninklijke luchtmacht voor aldaar genoten opleidingen.

03.04 Subsidies en bijdragen

De slotwetmutatie van + f 0,100 miljoen houdt vooral verband met de subsidie-uitgaven ten behoeve van de Stichting Militaire Tehuizen Overzee (SMTO). Het betreft hier een éénmalige betaling voortvloeiend uit het definitief vaststellen van het subsidiebedrag over 1995. Op basis van de destijds gehanteerde subsidieregeling en -voorwaarden leidde dit tot een nabetaling van f 0,104 miljoen. Hiermee was in de tweede suppletore begroting geen rekening gehouden.

03.05 Materiële exploitatie

De overschrijding ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 met per saldo f 12,383 miljoen voor wat betreft de uitgaven en met f 34,455 miljoen met betrekking tot de verplichtingen wordt met name veroorzaakt door:

Oefenmunitie (schietvoorraad)

De realisatie van de uitgaven is gedaald omdat de afroepen voor munitie laat in 1997 werden geplaatst, waardoor er in dat jaar geen uitgaven meer werden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1998 plaatsvinden. Tevens heeft eind 1997 de verwerving van 76 mm scheepsmunitie voor een bedrag van f 6,8 miljoen plaatsgevonden. Op deze order heeft in 1997 geen betaling plaatsgevonden.

Overige algemene en specifieke uitgaven

In 1997 heeft de belastingdienst een controle uitgevoerd op de naleving van de Wet op de Omzetbelasting en Accijnzen bij de Koninklijke marine over de laatste vijf jaar. Ten tijde van het opmaken van de tweede suppletore begroting was de uitkomst van de controle niet bekend. In het vierde kwartaal 1997 is echter een naheffingsaanslag opgelegd ten bedrage van f 16,8 miljoen. De betaling van de naheffingsaanslag heeft eind 1997 plaatsgevonden en heeft zowel invloed op de uitgaven als op de verplichtingen.

Daarnaast zijn de uitgaven en verplichtingen van inhuur van bewakingspersoneel ten laste gebracht van het artikel «Overige personele exploitatie» onder gelijktijdige verlaging van het artikel «Materiële exploitatie». Een en ander is overeenkomstig de vigerende regelgeving. Per saldo is de realisatie van de uitgaven f 9,058 miljoen en de verplichtingen f 12,390 miljoen hoger dan aanvankelijk was geraamd.

Onderhoud en herstel van schepen

Ten opzichte van de tweede suppletore begroting is f 7,9 miljoen minder uitgegeven. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het verschuiven naar 1998 van een betalingstermijn voor de met het Verenigd Koninkrijk en België gevormde reparatiepool van gasturbines voor de fregatten.

Onderhoud en herstel van vliegtuigen

Uit operationeel en veiligheidsoogpunt is een aanvulling van de magazijnsvoorraden voor helikopters en vliegtuigen onvermijdelijk gebleken. Dit heeft eveneens invloed op de realisatie van de verplichtingen. Tevens is een aantal verplichtingen aangegaan, ondermeer voor het onderhoud van propellers van de maritieme patrouillevliegtuigen. Totaal zijn de uitgaven en verplichtingen ten opzichte van de tweede suppletore wet met respectievelijk f 2,210 miljoen en f 18,541 miljoen overschreden.

Onderhoud en herstel van bewapeningsmaterieel

De hogere realisatie van de uitgaven van per saldo f 8,845 miljoen is voornamelijk het gevolg van de financiering van de door de Amerikaanse overheid vastgestelde stand onderhanden werk voor het onderhoud van geleide wapens. Dit onderhoud wordt door de Amerikaanse overheid aanbesteed en uitgevoerd.

Artikel 03.06 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

De per saldo lagere uitgaven en verplichtingen op dit artikel van respectievelijk f 9,070 en f 30,311 miljoen ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 is met name een gevolg van:

Bouwactiviteiten bij de Marinebedrijven

De lagere realisatie van de uitgaven wordt veroorzaakt door vertraging van diverse kleine projecten.

Marinekazernes

Op de marinekazerne Erfprins hebben twee projecten in de voorberei- dingsfase vertraging opgelopen. Voor beide projecten, het samenvoegen in één gebouw van de scholen voor de eerste militaire maritieme vorming (SEMMV) en voor bedrijfsvoering en onderwijskunde (SVBO), alsmede het aanbrengen van infrastructurele wijzigingen als gevolg van de reorganisatie van de technische- en wapentechnische dienst opleidingen (TD/WD), zijn in 1997 geen verplichtingen aangegaan. Beide projecten veroorzaken grotendeels de lagere realisatie van zowel de uitgaven als de verplichtingen van per saldo respectievelijk f 5,286 miljoen en f 10,024 miljoen.

Koninklijk Instituut voor de Marine

De lagere realisatie van zowel de uitgaven als de verplichtingen van respectievelijk f 0,346 miljoen en f 4,385 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door vertraging van de renovatie van de lesaccomodatie.

Marinevliegkampen

De lagere realisatie van de verplichtingen van f 12,800 miljoen wordt met name veroorzaakt door vertraging in de voorbereidingsfase van een tweetal projecten op de marinevliegkampen De Kooy en Valkenburg. Voor marinevliegkamp De Kooy zijn geen verplichtingen aangegaan voor nieuwbouw om een aantal thans verspreid gehuisveste functies samen te voegen. Voor het marinevliegkamp Valkenburg zijn voor de geplande renovatie van een hangaar geen verplichtingen aangegaan. De vertraging van de projecten veroorzaakt per saldo eveneens een lagere realisatie van uitgaven van per saldo f 1,139 miljoen.

Nederlandse Antillen en Aruba en overige projecten

De ten tijde van de tweede suppletore begroting geraamde bedragen zijn als gevolg van diverse kleinere mutaties onderschreden met f 2,299 miljoen voor de uitgaven en met f 3,102 miljoen voor de verplichtingen.

03.07 Overig groot materieel

De per saldo lagere realisatie van de verplichtingen van f 439,841 miljoen ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 is voornamelijk veroorzaakt door:

– de vertragingen in het verwervingstraject van verschillende sensor-, wapen- en commando-deelsystemen (SEWACO) voor de in aanbouw zijnde fregatten van De Zeven Provinciën-klasse. Het gaat hierbij om systemen als de lange afstand waarschuwingsradar SMART-L en systemen voor informatie-verwerking (– f 256,820 miljoen);

– vertraging van onder andere diverse deelsystemen van het geïntegreerd verbindingsproject alsmede het HF/MF zend/ontvangersproject (– f 43,650 miljoen);

– vertraging in de verwerving van de Universele Onderzeebootbestrijdingstrainer heeft ertoe geleid dat voor dit project geen verplichtingen en uitgaven hebben plaatsgevonden. Tevens is er vertraging opgetreden in de vervanging van een «Action Speed Tactical Trainer» voor de tactische opleiding van luchtverdedigingsofficieren (beide projecten – f 22,3 miljoen);

– de vervanging van het instructievaartuig Zeefakkel is in de aanbestedingsfase vertraagd (– f 13,0 miljoen);

– daarnaast zijn voor het verwerven van gepantserde VN-voertuigen in de begroting, voor zowel de verplichtingen als de uitgaven, ramingen opgenomen. Omdat de Koninklijke landmacht voor de verwerving van de voertuigen zorgt, zijn de budgetten naar dat beleidsterrein overgeheveld (– f 39,0 miljoen);

– tenslotte is vertaging opgetreden in diverse kleinere projecten.

04 Beleidsterrein Koninklijke landmacht

04.02 Militair personeel

De mutatie in de uitgaven en de verplichtingen bij de slotwet van + f 23,894 miljoen respectievelijk f 27,036 miljoen is enerzijds het gevolg van een correctie betreffende het Opleidingscentrum Militaire Geneeskundige dienst (OCMGD) inzake een verkeerde begrotingsbelasting van personeel Koninklijke landmacht in opleiding (+ f 3,5 miljoen) en een afrekening met de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht van + f 6,3 miljoen inzake VIVO-schade (Vliegen, Inzet, Varen, Oefenen).

Daarnaast is op dit artikel de administratieve aanpassing (bruto boeken) van de ten laste van dit artikel verstrekte voorschotten verwerkt (zie tevens ontvangstenartikel 04.02).

Het resterende verschil betreft diverse kleine bijstellingen alsmede hogere uitgaven in verband met oefeningen in het buitenland.

04.05 Materiële exploitatie

De slotwetmutatie bij de verplichtingen van – f 83,253 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door meevallende stukprijzen inzake het lopende toestandsafhankelijk onderhoud Leopard-2 (– f 9 miljoen), vertraging bij het plaatsen van de bestellingen 120mm illuminator (– f 16 miljoen), midden- en kleinkalibermunitie (– f 10 miljoen), 81mm rode fosfor (– f 5 miljoen) en diverse overige munitie-artikelen (– f 11 miljoen, waaronder struikeldraad en «thunderflash»). Daarnaast hebben vertragingen met betrekking tot het afsluiten van contracten in het kader van het beveiligingsproject KL en apparaatskosten 1998 met DGW&T, een daling van de verplichtingen voor onderhoud van gebouwen met f 34 miljoen tot gevolg gehad.

04.06 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

De slotwetmutatie bij de verplichtingen van – f 32,551 miljoen is voornamelijk het gevolg van nadere uitwerkingen van standaardontwerpen. In het bijzonder betreft dit het project Korps Commando Troepen te Roosendaal (– f 27 miljoen). Tevens zijn de projecten inzake de verbouwing van het lesgebouw KMA en de toegangsverbindingsweg te Oldenbroek vertraagd.

04.07 Groot materieel

De slotwetmutatie bij de uitgaven van per saldo – f 10,451 miljoen wordt veroorzaakt door minderuitgaven voor de projecten lichte vrachtauto's (– f 6,0 miljoen) en gevechtswaarde verbetering LEO-2 (– f 7,8 miljoen) en meeruitgaven voor de projecten telecommunicatie nationale sector (+ f 6,0 miljoen), vervanging Enkelzijband radio (+ f 5,0 miljoen) en Stinger RMP als gevolg van een aanvullende bestelling (+ f 6,0 miljoen). Naast de aanpassingen op projectniveau is in totaal f 13,5 miljoen minder uitgegeven als gevolg van een aantal kleinere projectbijstellingen.

05. Beleidsterrein Koninklijke luchtmacht

05.03 Overige personele exploitatie

De verhoging van de verplichtingen met f 128,338 miljoen betreft het in november 1997 met de US-Airforce afgesloten driejarig contract voor opleiding van F-16 vliegers te Tucson, als verlenging van het bestaande contract.

05.04 Materiële exploitatie

De verlaging van het verplichtingenbedrag op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting bedraagt per saldo f 33,096 miljoen en wordt, naast enkele kleinere bijstellingen, vooral veroorzaakt door het niet verplichten van een order bij de US-Airforce voor onderdelen van F-16 vliegtuigen.

05.05 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

De verlaging van het verplichtingenbedrag op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting bedraagt per saldo f 64,434 miljoen. Deze verlaging wordt veroorzaakt door temporisering van de aan te gane verplichtingen. Hierbij gaat het om de projecten voor een bedrijfsrestaurant op de vliegbases Soesterberg en Twenthe, de brandweerkazerne op de vliegbasis Twenthe en de sanering van het POL-centrum op de vliegbasis Eindhoven. Tevens is een aantal zoneringsprojecten niet tot aanbesteding gekomen.

05.08 Gevechtsvliegtuigen F-16

Het verplichtingenniveau ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 is gestegen met f 117,876 miljoen. Deze verhoging heeft betrekking op de contracten voor de inbouwkosten MLU F-16.

06. Beleidsterrein Koninklijke marechaussee

06.05 Bouw, alsmede aankoop van gronden en opstallen

De onderschrijding van de verplichtingen op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 met f 3,142 miljoen is ontstaan doordat het feitelijke aanbestedingsmoment van een aantal werkzaamheden voor de nieuwbouw Clingendael naar 1998 is verschoven.

06.06 Groot materieel

De toename van de verplichtingen van f 2,595 miljoen ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 is met name ontstaan door de aanbesteding van de mobiele data bevraging in 1997 in plaats van 1998.

08. Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten

08.01 Luchtmobiele brigade

De uitgavenmutatie op dit artikel van – f 29,370 miljoen is als volgt opgebouwd:

– f 22 miljoen bij de transporthelikopter is een gevolg van minder betaalde B.T.W., waivers op geleverde helikopters en meerdere kleine bedragen bij de aanvullende investeringen (onder andere reservedelen en trainingsuitrusting);

– f 4 miljoen bij de bewapende helikopter is een gevolg van minder betaalde B.T.W. (f 1 miljoen) en gelden gereserveerd voor aanvullende investeringen die in 1997 niet meer verplicht zijn;

– f 3 miljoen bij het Overig Specifiek Materieel: speciale munitie die gedeeltelijk wel geleverd is maar waarvoor nog geen rekeningen zijn ontvangen.

De verplichtingenmutatie van – f 23,231 miljoen hangt voor een belangrijk deel samen met de hiervoor geschetste mutatie bij de transporthelikopter.

08.02 Vredesoperaties

De uitgavenmutatie op dit artikel van – f 11,703 miljoen heeft betrekking op minder aan de Verenigde Naties betaalde contributies en op diverse neerwaartse bijstellingen van de geraamde additionele uitgaven voor de verschillende bijdragen aan vredesoperaties.

Onderstaand volgt een overzicht per vredesoperatie (in miljoenen guldens):

 Tweede suppletore begroting 1997Realisatie 1997
VN contributies40,035,6
F-16's Villafranca38,238,1
UNMIH II (Haïti)0,10,1
IFOR Mortiercompagnie2,21,6
IFOR Mechbat3,73,8
IFOR LOGbat5,04,3
SFOR Sigonella0,60,4
SFOR Mechbat103,3112,0
Diverse operaties38,323,8
Totaal231,4219,7

Toelichting op de afwijkingen:

VN contributies

Als gevolg van enkele neerwaartse bijstellingen van de verschillende operatiebudgetten van de Verenigde Naties is het Nederlandse aandeel (1,59%) in de financiering van het totale VN vredesoperatiebudget afgenomen met f 4,4 miljoen.

SFOR Gemechaniseerd infanteriebataljon

Als gevolg van een correctie op de vergoedingen en toelagen is op deze operatie meer gerealiseerd (ongeveer f 5,6 miljoen) dan ten tijde van de tweede suppletore begroting geraamd was. Verder is ongeveer f 2,2 miljoen als gevolg van inzet van het bataljon in humanitaire noodhulpprojecten ten laste van 1997 gebracht. De bijdrage hieraan van de minister van Ontwikkelingssamenwerking (OS) is reeds in voorgaande begrotingsjaren verantwoord.

Diverse operaties

In het budget voor diverse operaties is tevens het niet gerealiseerde deel van de structurele voorziening voor vredesoperaties opgenomen. Ten tijde van de slotwet resteert hiervan f 11,5 miljoen. De gerealiseerde uitgaven van de diverse operaties hebben de ramingen met f 3,5 miljoen overschreden. Dit is deels veroorzaakt door een aantal geringe overschrijdingen van diverse operaties en deels door hogere additionele uitgaven voor een bedrag van f 0,7 miljoen voor de operatie European Community Monitor Mission (ECMM). Deze stijging in de uitgaven ECMM is met name veroorzaakt door de verhuizing van het hoofdkwartier van Zagreb naar Sarajevo.

De verplichtingenonderschrijding op dit artikel van f 18,357 miljoen is, op een administratief technisch verschil na, gelijk aan de hiervoor gegeven toelichting op de uitgavenonderschrijding.

08.04 Overige uitgaven Internationale Samenwerking

De verlaging van het uitgavenbedrag op dit artikel bedraagt f 0,913 miljoen en is als volgt over de onderstaand projecten te verdelen (in miljoenen guldens):

 Tweede suppletore begroting 1997Realisatie 1997
Attachés30,934,1
Kustwacht NA&A35,933,1
Overige uitgaven2,00,6
Totaal68,867,8

Toelichting op de afwijkingen:

Attachés

De overschrijding op dit artikelonderdeel is het gevolg van aanvankelijk te laag berekende gemiddelde personeelskosten.

Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba

Door fasering in de investeringen, zoals de aanschaf van patrouilleboten en de bouw van een stafheuvel, is de realisatie van de uitgaven enigszins achtergebleven.

Overige uitgaven

De uitgaven op dit artikelonderdeel betreffen de defensiebijdrage aan het project Humanitair ontmijnen. Als gevolg van een verschuiving in het kasritme zal realisatie van het restant van dit project in 1998 plaatsvinden.

De toename van de verplichtingen met f 41,522 miljoen is met name een gevolg van de in 1997 aangegane verplichtingen in de investeringssfeer voor de bouw van patrouilleboten ten behoeve van de Kustwacht NA&A.

09. Beleidsterrein Defensie Interservice Commando.

09.03 Investeringen

De uitgaven op dit artikel zijn ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 f 5,798 lager uitgevallen. Dit wordt veroorzaakt door vertraging van het project Fantoomlichaam voor geneeskundig onderwijs van het Opleidingscentrum MGD. Daarnaast is er vertraging opgetreden bij het (ver)nieuwbouw project Marinekazerne Amsterdam (MKAD) ten behoeve van de DWS.

Voor de lagere verplichtingenmutatie van f 16,183 gelden dezelfde oorzaken zoals bij de uitgavenmutatie zijn opgenomen. Voorts is, in tegenstelling tot de verwachting, het project MRC ten behoeve van het Militair Geneeskundig Facilitair Bedrijf niet tot verplichting gekomen.

Wetsartikel 2 (Ontvangsten)

01. Beleidsterrein Algemeen

01.04 Ontvangsten van andere landen, voortvloeiende uit internationale verplichtingen in verband met Navo-infrastructuur

Als gevolg van het feit dat een ontvangst ten onrechte in de raming was opgenomen zijn de ontvangsten f 3,038 miljoen lager uitgevallen dan geraamd ten tijde van de tweede suppletore begroting 1997.

01.06 Overige ontvangsten

De hogere realisatie van de ontvangsten op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting met f 0,951 miljoen is het gevolg van diverse kleinere niet geraamde posten.

01.08 Ontvangsten personeel en materieel Kerndepartement

De hogere realisatie van de ontvangsten op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting met f 5,378 miljoen betreft voornamelijk ontvangsten van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (premiemaatregel Fonds Arbeidsongeschiktheid Overheidpersoneel f 3,8 miljoen) en een ontvangst betreffende vergoeding voor administratieve diensten voor de Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO) (f 0,9 miljoen).

02. Beleidsterrein Pensioenen, wachtgelden en uitkeringen

02.01 Ontvangsten uit het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds

De lagere realisatie van de ontvangsten op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting met f 3,922 miljoen is voornamelijk het gevolg van minder ontvangsten betreffende de Uitkeringswet gewezen militairen door het niet meer kunnen claimen van de uitkeringen volgens de AAW voor de UKW-gerechtigden.

02.02 Overige ontvangsten

De lagere realisatie van de ontvangsten op dit artikel met f 1,134 miljoen is voornamelijk het gevolg van lagere ontvangsten betreffende uitgaven in vroegere dienstjaren uit het AAW-fonds.

03. Beleidsterrein Koninklijke marine

03.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet

De uitkeringen in het kader van de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO) door de Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheidspersoneel (USZO) voor met name burgerpersoneel is f 0,344 miljoen hoger dan aanvankelijk is geraamd.

03.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens het genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.

De ten opzichte van de tweede suppletore begroting per saldo hogere ontvangsten van f 11,339 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een ontvangst van de verzekeraar van de Walrusklasse onderzeeboten. De Koninklijke marine heeft voor de verfschade, die tijdens de bouw is ontstaan, een claim ingediend bij die verzekeraar. De claim werd aanvankelijk afgewezen en is vervolgens aanhangig gemaakt bij het Engelse Hof. In 1997 is een schikking getroffen.

De verzekeraar zal een totaal bedrag van f 24,0 miljoen vergoeden. Het restant zal naar verwachting in 1998 worden ontvangen.

03.03 Verrekeningen wegens verstrekking en voor verrichte werkzaamheden en voor verleende diensten

De per saldo lagere ontvangst van f 1,250 miljoen is met name het gevolg van het niet tot realisatie komen van vorderingen voor opleidingskosten van buitenlandse militairen, die in Nederland hun opleiding genieten.

03.04 Terugontvangst B.T.W.

De lagere realisatie van f 4,540 miljoen is grotendeels het gevolg van het niet (kunnen) honoreren van een vordering van de Koninklijke marine op de belastingdienst. Door het tijdstip waarop de vordering werd ingediend had de belastingdienst onvoldoende tijd om die te kunnen beoordelen. Met de ontvangst werd wel in 1997 rekening gehouden.

03.05 Verpleging van burgerpatiënten in militaire ziekeninrichtingen, geneeskundige verzorging en verstrekkingen

De lagere ontvangst van f 0,004 miljoen is het gevolg van een getroffen betalingsregeling voor een nog openstaande vordering.

03.06 Opbrengst van verkoop van zeekaarten, berichten aan zeevarenden, zeemansgidsen enz.

De mutatie van + f 0,215 miljoen wordt veroorzaakt door zowel meerontvangsten uit hoofde van het berichtenverkeer zeevarenden door het kustwachtcentrum Nederland als hogere verkoopopbrengsten van onder andere zeekaarten door de Dienst der Hydrografie.

03.08 Ontvangsten uit hoofde van internationale samenwerking

De per saldo lagere ontvangst van f 10,727 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door het niet in 1997 ontvangen van een bijdrage van de Navo voor infrastructuurprojecten van f 8,087 miljoen. Als gevolg van vertraging in de besluitvorming in Brussel rond de bijdrage in de verwerving van apparatuur voor het radiozendstation Ouddorp wordt verwacht dat deze bijdrage gefaseerd eerst in 1998 en 1999 wordt ontvangen.

Daarnaast is een door het Verenigd Koninkrijk toegezegde betaling van f 1,330 miljoen niet meer in 1997 ontvangen en heeft een lagere afrekening plaatsgevonden van f 1,189 miljoen in het kader van de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, inzake het onderhoudsprogramma van de Goalkeeper.

Artikel 03.09 Ontvangsten uit hoofde van de levering van inventarisgoederen en klein materieel aan derden

De lagere ontvangst van f 0,407 miljoen op dit artikel wordt veroorzaakt door het niet in 1997 tot realisatie komen van een aantal vorderingen op Navo-partners voor de levering van scheepsbrandstof.

Artikel 03.10 Overige ontvangsten.

De hogere ontvangst op dit artikel van f 2,529 miljoen wordt veroorzaakt door een renteboeking op het in de Verenigde Staten aan te houden trustaccount voor het Nato Seasparrow project.

04. Beleidsterrein Koninklijke landmacht

04.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschikheidswet

De hogere ontvangsten van f 1,294 miljoen houden verband met een hoger verhaal van salaris en ziektekosten bij ongevallen op grond van de nieuwe WAO conforme regeling (voorheen AAW).

04.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging, e.d.

Niet voorzien waren de ontvangsten die bij de eindafrekeningen inzake overbruggingsuitkeringen en afgedragen AWBZ zijn ontvangen (totaal f 6,377 miljoen). Daarnaast is door de tragere afbouw dan voorzien van het woningbestand meer huur ontvangen. De hogere ontvangsten bij het artikelonderdeel Huisvesting/overige betreft bijna geheel de ontvangsten wegens uitstaande vorderingen op militair personeel in verband met verstrekte voorschotten. Tegenover deze ontvangsten staan de verstrekte voorschotten op het uitgavenartikel 04.02 Militair personeel. Het betreft hier een administratieve aanpassing (bruto boeken). Voornoemde mutaties verklaren de mutatie van f 16,659 miljoen ten opzichte van de tweede suppletore begroting.

04.03 Ontvangsten wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten

De hogere ontvangsten van f 2,785 miljoen hebben hoofdzakelijk betrekking op verrekeningen inzake de hulpverlening door de Koninklijke landmacht bij de bestrijding van de varkenspestepidemie (+ f 2,3 miljoen) en afrekeningen vanwege uitstaande voorschotten.

04.04 Terugontvangst B.T.W.

Ten opzichte van de tweede suppletore begroting is alsnog f 0,021 miljoen aan BTW terugontvangen.

04.05 Geneeskundige verzorging

In het kader van de eerstelijns zorg (artsen en tandartsen) en fysiotherapie is f 4,099 miljoen meer verrekend met Univé.

04.06 Verkoop topografische kaarten en drukwerk en verrekening verleende diensten

De resultaten van door de topografiche dienst verrichte werkzaamheden en verkopen veroorzaken een stijging van de ontvangsten met f 1,108 miljoen.

04.08 Overige ontvangsten

De realisatie van de overige ontvangsten is f 1,453 miljoen hoger uitgevallen.

05. Beleidsterrein Koninklijke luchtmacht

05.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet

De realisatie op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 f 0,220 miljoen hoger uitgevallen door een versnelde inning van gelden in het kader van de langdurig zieken.

05.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging e.d.

De mutatie van de ontvangsten ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 van + f 7,808 miljoen wordt met name veroorzaakt door meer ontvangsten bij de afrekening door de Medische Geneeskundige diensten.

05.03 Verrekeningen wegens verstrekkingen en voor verrichte werkzaamheden en verleende diensten

De mutatie van de ontvangsten ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 van + f 2,661 miljoen wordt veroorzaakt door de afrekening van het afsluiten van de cases voor de geleide wapens (Case Closure).

05.07 Verrekeningen in verband met geleverde brandstoffen, olie, smeermiddelen e.d.

De hogere ontvangsten ten opzichte van de tweede suppletore begroting van f 0,940 miljoen worden veroorzaakt door een versnelling bij het instellen van vorderingen voor aan derden geleverde brandstoffen.

05.08 Overige ontvangsten

De hogere ontvangst op dit artikel van + f 2,638 miljoen heeft onder andere betrekking op een hogere FMS rente-ontvangst dan aanvankelijk was geraamd.

06. Beleidsterrein Koninklijke marechaussee

06.01 Verhaalswet ongevallen ambtenaren en Algemene Arbeidsongeschiktheidswet

Ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 is alsnog f 0,098 miljoen meer ontvangen.

06.02 Ontvangsten en inhoudingen wegens diverse verstrekkingen alsmede wegens genot van kleding, voeding, huisvesting, geneeskundige verzorging, e.d.

De hogere ontvangsten op dit artikel van f 1,435 miljoen houden verband met meer ontvangen verzekeringsgelden en inruil van dienstpersonenauto's. Daarnaast is de toename het gevolg van vorderingen die via het journaliseringssysteem («Rebus») ten onrechte op het uitgavenartikel 06.02 «Militair personeel» zijn geboekt.

06.04 Overige ontvangsten

De meerontvangst ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1997 met f 0,130 miljoen is het gevolg van de grotere verstrekking van reisdocumenten op met name Schiphol en in mindere mate op Rotterdam Airport en Europoort.

08. Beleidsterrein Multi-service projecten en activiteiten

08.01 Luchtmobiele brigade

De op dit artikel verantwoorde ontvangst ten bedrage van f 0,105 miljoen betreft de, wegens te late levering van een Cougar, ingehouden boete.

08.02 Ontvangsten naar aanleiding van Vredesoperaties

Op dit artikel is per saldo f 8,634 miljoen meer ontvangen dan geraamd bij de tweede suppletore begroting. Deze meerontvangsten zijn hoofdzakelijk het gevolg van een niet geraamde voorschotbetaling door de Verenigde Naties voor het gebruik van materieel tijdens de operatie UNPROFOR (f 6,6 miljoen). Voorts is een aantal in behandeling zijnde eindrapportages van humanitaire vluchten uit 1996 alsnog in 1997 tot verrekening gekomen.

08.03 Overige ontvangsten internationale samenwerking

De ontvangsten op dit artikel zijn per saldo met f 4,012 miljoen achtergebleven ten opzichte van de raming in de tweede suppletore begroting. Dit wordt veroorzaakt doordat de ontvangst van de bijdrage van de Nederlandse Antillen en Aruba met betrekking tot de kustwacht eerst in 1998 wordt ontvangen.

Wetsartikel 3 (Agentschappen)

3.1. Agentschap Duyverman Computercentrum

In de eerste en tweede suppletore begroting 1997 zijn bij dit agentschap geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming en de uiteindelijke realisatie is derhalve gelijk te stellen aan de zogenoemde slotwetmutaties. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van de financiële verantwoording 1997. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletore begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemde financiële verantwoording over het jaar 1997.

3.2. Agentschap Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen

Het hiervoor gestelde bij 3.1 Agentschap Duyverman Computercentrum is hier eveneens van toepassing.

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve

Naar boven