26 089
Vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GENT

Ontvangen 22 maart 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 255 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Voorzieningen, veranderingen of toevoegingen als bedoeld in lid 1 worden niet aangebracht dan na schriftelijke toestemming van de huurder.

Toelichting

Het aanbrengen van veranderingen of toevoegingen, niet tot het normale onderhoud behorende, en op initiatief van de verhuurder, kan een hogere huurprijs tot gevolg hebben.

Lid 2 van het betreffende artikel regelt wél dat de huurcommissie uitspraken kan doen over de hoogte van de extra huurverhoging, maar niet dat een huurder deze veranderingen of toevoegingen kan weigeren.

Echter, niet ondenkbeeldig is de situatie dat een verhuurder, die graag de betreffende woning wil verkopen, zodanig verbeteringen uitvoert, dat weliswaar de waarde van de woning en het woongenot toenemen, maar de huur onbetaalbaar wordt voor de zittende huurder. Een dergelijke uitponding van huurwoningen pakt dan nadelig uit voor de huurder.

Dit amendement beoogt te bewerkstelligen dat verhuurder en huurder in goed overleg samen besluiten over het al dan niet aanbrengen van veranderingen of toevoegingen.

Van Gent

Naar boven