26 084
Taken en functioneren rijksrecherche

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2001

In uw brief van 1 november, kenmerk 201-50 verzoekt u mij te voldoen aan een verzoek van de heer Rietkerk, gedaan tijdens het ordedebat van 1 november jl., om voor maandag 5 oktober te reageren op een krantenbericht.

Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voldoe ik hierbij aan uw verzoek.

Het bericht betreft een publicatie in het Algemeen Dagblad van 1 november jl. met als titel «Recherche beneden alle peil». Dit bericht is weer gebaseerd op een (door het dagblad) als «geheim» gekwalificeerd intern rapport van het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP). Ik beperk mij tot een uitleg over de status van het rapport. Ik meen dat het niet op mijn weg ligt commentaar te geven op de verwerking van het rapport door het dagblad en de daarop gepubliceerde reacties.

Het persbericht gaat over een intern LSOP-rapport van juni 2001, een tussenresultaat van het onderzoek «Een speurtocht naar het profiel recherchekunde».

Het onderzoek betreft een interne LSOP activiteit. Beoogd was om het profiel van recherchekunde nader te definiëren. Het college van bestuur van het LSOP en de Programmaraad van het Instituut voor Criminaliteitsbeheersing en Recherchekunde, die bestaat uit vertegenwoordigers van politie, openbaar ministerie en de wetenschap, hebben vastgesteld dat de opdracht niet tot een bruikbare uitkomst leidde. Geconstateerd is dat het een onvoldragen document is. Het rapport bleef steken op een aantal vermeende imago-aspecten. In de perspublicatie zijn uitspraken van mensen in het veld als onderzoeksresultaat weergegeven, terwijl die uitspraken zijn gedaan in een onderzoeksomgeving en met het doel prikkelende stellingen op te tekenen. Ook zijn uitspraken van mensen in het veld toegeschreven aan bekende criminologen. Dat geeft een volstrekt verkeerd beeld van de werkelijkheid.

Het rapport is dan ook niet gepubliceerd, laat staan dat het door het college van bestuur van het LSOP-Bestuur aan mij of mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is aangeboden. Conclusies over de recherche in Nederland, gebaseerd op dit rapport, zijn dan ook niet op hun plaats.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven