26 084
Taken en functioneren rijksrecherche

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2002

Bij gelegenheid van het algemeen overleg met de vaste commissie voor Justitie op 31 oktober 2001 over mijn brief van 22 november 2000 (Kamerstukken II 2000–2001, 26 084, nr. 7) inzake de Rijksrecherche heb ik uw Kamer toegezegd dat ik op het onderwerp «Beleidsopvattingen in rapporten van de Rijksrecherche» nog schriftelijk zou terugkomen. Hierbij doe ik deze toezegging gestand.

In bovengenoemde brief heb ik reeds verwoord dat ten aanzien van de processen-verbaal van de Rijksrecherche geen ander (openbaarheids)regiem geldt dan ten aanzien van processen-verbaal van andere opsporingsinstanties. Het komt echter voor dat een door de Rijksrecherche ingesteld opsporingsonderzoek niet alleen uitmondt in een proces-verbaal, maar dat de onderzoeksbevindingen ook aanleiding geven tot een afzonderlijke rapportage waarin beleidsopvattingen van de onderzoekers zijn opgenomen. Deze rapportages houden vaak verband met de achtergrond van het onderzochte strafbare feit, dan wel met de processen van de organisatie en behelzen aanbevelingen voor of adviezen over mogelijke verbeteringen in de betreffende organisatie (preventie). Ook kunnen ze kwesties betreffen die in de loop van het onderzoek naar voren zijn gekomen en waar de verantwoordelijke functionarissen van op de hoogte gesteld dienen te worden.

Uiteraard hangt het van de inhoud van dergelijke rapportages af of deze voor openbaarmaking geschikt zijn. Openbaarmaking mag niet leiden tot beschadiging van betrokkenen of het onderzoek zelf. Openbaarmaking van een rapportage word slechts overwogen, indien daar een concreet verzoek voor bestaat. Indien blijkt dat volledige openbaarmaking niet mogelijk is, zal bekeken worden in hoeverre de rapportage geanonimiseerd kan worden.

Tenslotte zullen in het jaarverslag van de Rijksrecherche de meer beleidsmatige conclusies worden opgenomen.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven