26 082
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1997 (slotwet)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen deel

In aansluiting op de tweede wijzigingswet (de suppletoire begroting samenhangende met de Najaarsnota, Wet van ... 199., Stb. ..; Kamerstukken II, 1997/1998, .. ...) strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder C, van de Comptabiliteitswet 1976 per begrotingsartikel een positief danwel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen. Dit leidt per saldo voor het Infrastructuurfonds van de begroting van de uitgaven en de begroting van de ontvangsten voor 1997 tot een verhoging van de begrotingstotalen met respektievelijk ca. f 36,6 mln. en ca. f 9,6 mln.

De mutaties betreffen niet-beleidsmatige (i.c. boekhoudkundige, uitvoeringstechnische dan wel controle-technische) aanpassingen. Voor zover de mutaties van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Februarinota (Voorlopige Rekening, Kamerstukken II, 1997/1998, .. ..., nr. .).

In aansluiting op de tweede suppletoire begroting ontstaat samenvattend het volgende beeld (bedragen in mln. guldens):

Uitgaven  
   
1. Vermeld in de Voorlopige Rekening 1996 (Kamerstukken II, 1997/1998, .. ..., nr. .; Bijlage ., Infrastructuurfonds (blz. ..)105,5 
2. Nadere wijzigingen (t.o.v. de Voorlopige Rekening) diversen– 68,9 
Totaal van de verhoging van de uitgaven 36,6
   
Ontvangsten  
   
1. Vermeld in de Voorlopige Rekening 1996 (Kamerstukken II, 1997/1998, .. ..., nr. .; Bijlage ., Infrastructuurfonds (blz. ..)65,9  
2. Nadere wijzigingen (t.o.v. de Voorlopige Rekening) – Diversen– 56,3 
Totaal van de verlaging van de ontvangsten 9,6

Het verschil tussen de in dit wetsvoorstel opgenomen mutaties en de wijzigingen, zoals die zijn opgenomen in de Voorlopige Rekening, worden voor f 62 mln. verklaard door het feit dat een desaldering met betrekking tot Beneluxmetro wel (door middel van een nota van wijziging) in de tweede suppletoire wet is verwerkt, maar niet in de Najaarsnota. Thans wordt dit rechtgetrokken.

In dit wetsvoorstel zijn alleen mutaties opgenomen die «boekhoudkundig van aard» zijn. Alleen mutaties boven de f 5 mln. zijn van een toelichting voorzien.

De overige, niet in dit wetsvoorstel verklaarde, verschillen hebben betrekking op:

• wijzigingen van het begrotingsbedrag om dat bedrag gelijk te maken aan de realisatie;

• mutaties uit hoofde van loon- en prijsbijstelling die zijn aangebracht conform de uitgangspunten die de Minister van Financiën hanteert bij de toedeling;

• desalderingen, die nodig zijn omdat ontvangsten niet in mindering van bezwaar mogen worden geboekt op de uitgaven;

• overboekingen tussen artikelen of begrotingen die het uitvloeisel zijn van tijdens de begrotingsuitvoering gebleken noodzaak om verplichtingen en/of uitgaven elders te verantwoorden dan waar ze oorspronkelijk begroot waren bij gelijkblijvende beleidsuitgangspunten;

• mineure kasverschuivingen die het gevolg zijn van een ander betalingstempo van lopende verplichtingen dan geraamd;

• mutaties die het gevolg zijn van de controlebevindingen van de departementale accountantsdienst of de Algemene Rekenkamer.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Wetsartikel 1 (Uitgaven/verplichtingen)

01 RIJKSWEGEN

Artikel 01.01 Investeringen Rijkswegen

* Uitgaven (– f 56,4 mln.)

Het gaat voor ca. f 50 mln. met name om vertragingen bij de bouw van de 2e Heinenoordtunnel in rijksweg 29 (door problemen die zich tijdens de boorwerkzaamheden hebben voorgedaan), bij de afbouw van de 2e Schipholtunnel in rijksweg 4 en bij de start van rijksweg 9 Heiloo–Alkmaar vanwege grondverwervingsprocedures. Verder heeft de financiële afwikkeling (f 7 mln.) van de reeds voor het verkeer opengestelde Wijkertunnel niet in 1997 kunnen plaatsvinden en zal nu in 1998 zijn beslag krijgen. Dit omdat de eindafrekening nog niet door alle partijen is geaccordeerd.

* Verplichtingen (– f 805,8 mln.)

De forse verlaging doet zich met name voor op het aanlegbudget (f 621 mln.) en is – naast zaken als een aanbestedingvoordeel bij rijksweg 2 Oudenrijn–Everdingen en het gefaseerd aanbesteden van de aansluiting Beverwijk op rijksweg 22 – met name het gevolg van de som van vertragingen bij de volgende projecten:

– grondaaankopen rijksweg 5 Verlengde Westrandweg;

– lokale aanpassingen rijksweg 9 Alkmaar–Den Helder;

– rijksweg 15 Reconstructie aanluitingen, vanwege vertraging bij het sluiten van de bestuursovereenkomst voor de aansluiting van Wijngaarden;

– aangaan bestuursovereenkomst rijksweg 7 Rondweg Sneek en rijksweg 31 Leeuwarden Nijega;

– rijksweg 50 Eindhoven–Oss, door vergunningsprocedures en grondverwervingsproblemen.

Verder is een deel van de verplichtingen voor verkeerssignalering (f 184 mln.) doorgeschoven naar 1998. Dit omdat bij de uitvoering van het verkeersbeheersingsprogramma prioriteit is gelegd bij de realisatie van het monitoringnetwerk en de ontwikkeling van verkeerscentrales. Overigens zal het oorspronkelijke programma van 900 kilometer verkeerssignalering eind 1998/begin 1999 gereed zijn.

Artikel 01.02 Onderhoud Rijkswegen

* Verplichtingen (f 24,6 mln.)/uitgaven (f 43,7 mln.)

Dit wordt deels (f 25 mln.) veroorzaakt door het voortvarend in uitvoering genomen ZOAB-programma. Zo is, voorzover dit bij de onderhoudswerkzaamheden mogelijk was, ZOAB gebruikt.

De resterende verhoging wordt met name verklaard door de sterke toeneming van het areaal van verkeerssignaleringsprojecten, waar in het onderhoudsprogramma geen rekening mee was gehouden.

Artikel 01.03 Apparaatsuitgaven Rijkswegen

* Verplichtingen (f 14,1 mln.)

Deze bijsteling heeft geheel betrekking op het in 1997 sluiten van meerjarige contracten ten behoeve van de voorbereiding van SWAB-projecten.

02 RIJKSVAARWEGEN

Artikel 02.01 Investeringen Rijksvaarwegen

* Uitgaven (– f 6,1 mln.)

De oorzaak ligt met name in vertraging bij de aanleg van de 2e sluis Lith en bij aansluitingen voor de binnenscheepvaart.

* Verplichtingen (– f 42,4 mln.)

Aanvullend geldt dat de aanbesteding voor de verdieping Westerschelde – ondermeer vanwege het nog moeten verkrijgen van goedkeuring van België – niet in 1997 heeft plaatsgevonden (f 20 mln).

Hetzelfde geldt voor de sluizen bij het gemaal Oosterhout. Hier is nog niet duidelijk of vervanging danwel renovatie moet plaatsvinden.

Artikel 02.02 Onderhoud Rijksvaarwegen

* Uitgaven (f 43,7 mln.)

De verhoging met kan als volgt worden gespecificeerd:

– niet in 1997 geraamde termijnen van het Ketelmeerdepot (f 24 mln.)

– niet in 1997 geraamde rekeningen van baggerwerkzaamheden Buitenhavencomplex IJmuiden en onderhoud van de oevers Waal (f 6 mln.)

– brandschade aan het gemaal Kreekrak (f 6 mln.)

– meerkosten Taludverdediging Pollendam en nieuwbouw Steunpunt Harlingen (f 2 mln.)

– extra baggerwerkzaamheden Maasmond/Nieuwe Waterweg, meerwerk baggerwerk Hollandsche IJssel en duurder worden baggerwerkzaamheden kanaal Gent Terneuzen (f 6 mln.).

* Verplichtingen (– f 103,1 mln.)

Allereerst geldt dat vanwege een langere bestuurlijke voorbereiding de grondaankoop voor het regionaal baggerspeciedepot Koegorspolder in Zeeland is vertraagd; de MER is in 1997 wel afgerond, in 1998 zal de grondaankoop plaatsvinden. Het onderhoud aan de electrische installatie wordt pas in 1998 gegund. De facto betekent dit een verplichtingenverschuiving van 1997 naar 1998 van f 34 mln.

Het restant is het gevolg van het compenseren van de indexering van de diverse overdrachten in het kader van de bijdragen vaarwegen (zie ook U 04.03).

Artikel 02.03 Apparaatsuitgaven Rijksvaarwegen

* Verplichtingen (– f 11,8 mln.)

Bij Najaarsnota zijn hogere verplichtingen en uitgaven opgenomen van respectievelijk f 30 en 20 mln. Naar nu blijkt had een 1:1 relatie tussen beiden moeten worden verwerkt.

03 NATIONALE RAILWEGEN

Artikel 03.01 Investeringsbijdragen ten behoeve van spoorwegen

* Uitgaven (– f 27,3 mln.)

Het kasoverschot wordt voor f 20 mln. veroorzaakt door vertragingen van grondaankopen ten behoeve van de aanleg van de HSL-Zuid in Zuid-Holland. Verwerving door onteigening is niet mogelijk omdat de besluitvorming nog niet voldoende grondslagen biedt.

Tevens is gebleken dat het budget voor de regionale terminals niet volledig is uitgeput (f 29 mln.) Gesaldeerd met de hogere uitgaven Betuweroute uit hoofde van een desaldering met betrekking tot de zogeheten TEN-gelden (Trans Europese Netwerken) – zie voor een meer uitvoerige toelichting ook het gestelde onder de ontvangsten – leidt dit tot de thans in het wetsvoorstel opgenomen verlaging van f 27 mln.

* Verplichtingen (– f 16 mln.)

De relatief beperkte verlaging betreft een saldo van enkele forse verschuivingen op de onder dit artikel hangende artikelonderdelen.

Zo is ten aanzien van de HSL-Zuid gebleken dat de bij Najaarsnota verwerkte verplichtingenverschuiving naar 1997 ten behoeve van grondaankopen veel te optimisch is gebleken. Hierdoor is nu een overschot zichtbaar van ca. f 317 mln.

Ook ten aanzien van de projecten inzake Intermodaal Vervoer geldt dat, vanwege vertragingen, slechts f 17 mln. aan verplichtingen is aangegaan, waardoor de raming door middel van dit wetsvoorstel met ruim f 150 mln. neerwaarts moet worden bijgesteld; naar verwachting zullen deze projecten in 1998 contractueel worden vastgelegd.

Verder moet worden vastgesteld dat door een gewijzigd inzicht in het moment van aangaan van de betalingsverplichting (onder andere het traject Loenen–Maarsen) er op Personenvervoer eveneeens een verschuiving van bijna f 160 mln. naar latere jaren ontstaat.

Hiertegenover staat dat voor de Betuweroute ca. f 622 mln. meer aan verplichtingen is vastgelegd, met name door een versnelling (van 1998 naar 1997) van het Sophia-tracé. Verder is dit een gevolg van het actualiseren van de begrotingscijfers.

Artikel 03.02 Onderhoudsbijdragen en kapitaallasten ten behoeve van spoorwegen

* Uitgaven (f 127,1 mln.)

Eind 1997 is met de NS overeenstemming bereikt over de kosten voor het beheer en onderhoud van het net, de rente en de afschrijvingskosten van de aangegane geldleningen ten behoeve van het uitbreidingsprogramma, de loon- en prijsbijstellingen ten opzichte van 1995 en over de uitgaven aan «sociale veiligheid» en «veiligheid en veilig werken».

Na aftrek van de overeengekomen efficiëntietaakstelling, betekent dit dat er in 1997 f 127 mln. meer betaald is aan de NS.

* Verplichtingen (f 207,4 mln.)

In de overeenkomst «Over de Wissel Tussen Markt en Overheid» ligt de wens besloten om te komen tot meerjarige budgetafspraken en een daarop afgestemd output georiënteerd bekostigingsmodel. Eind 1997 is overeenstemming bereikt over het meerjarig budget. Deze overeenstemming heeft ertoe geleid dat de beschikkingen voor 1996 en 1997 zijn herzien. De gemaakte afspraken hebben ook aan de basis gelegen voor de beschikking 1998.

Om hieraan te kunnen voldoen is de verplichtingenraming uiteindelijk met ca. f 207 mln. omhoog bijgesteld.

De Kamer is over het bovenstaande reeds geïnformeerd door middel van mijn brief van 19 december 1997, met kenmerk DGP/IB/SR/V-724 848.

04 BIJDRAGEN TEN BEHOEVE VAN REGIONALE/LOKALE WEGEN, VAARWEGEN EN STADS- EN STREEKVERVOER

Artikel 04.01 Investeringsbijdragen ten behoeve van wegen, fietsvoorzieningen en verkeersveiligheidsvoorzieningen

* Verplichtingen (– f 82,2 mln.)/uitgaven (– f 42,6 mln.)

Het kasoverschot kan met name worden verklaard door een vertraagde indiening van declaraties door de subsidie-ontvanger (onder andere het project IJ-boulevard in Amsterdam) en door vertraging in de besluitvorming en afhandeling van diverse projecten: de N348 (provincie Overijssel), de N470 Delfgauw 1e fase en Zuid-West Tangent Den Bosch.

Laatstgenoemde vertragingen zijn tevens de oorzaak van de lagere verplichtingenrealisatie.

Wat betreft de uitvoering van het (Duurzaam Veilig-)project West Zeeuws-Vlaanderen, kan worden vermeld dat eind 1997 door de bestuurlijke partners (provincie, gemeenten, waterschap en rijk) is geconstateerd dat het niet mogelijk is de lopende planning (einddatum: 2000) aan te houden. De nieuw vastgestelde einddatum wordt 2001. Over 1997 is een kasoverschot op dit project ontstaan van ca. f 3,5 mln.

Artikel 04.03 Onderhoudsbijdragen ten behoeve van vaarwegen

* Verplichtingen (f 62,6 mln.)

Dit tekort wordt met name veroorzaakt door de jaarlijkse indexering van het convenant van de Fries-Groningse kanalen (f 43 mln.), de bijdrage aan de provincie Noord-Holland inzake het Noord-Hollands kanaal (f 6 mln.) en het kanaal door Walcheren (ca. f 14 mln.).

Artikel 04.04 Investeringsbijdragen ten behoeve van stads- en streekvervoer

* Verplichtingen (– f 257,7 mln.)

Het tekort is hoofdzakelijk een gevolg van het niet meer tijdig kunnen vastleggen van de betalingsverplichting voor de projecten Kerntraject Zuid Tangent fase 2 en GAZO.

Artikel 04.05 Onderhoudsbijdragen en kapitaallasten ten behoeve van stads- en streekvervoer

* Verplichtingen (– f 474,2 mln.)

In de tweede suppletoire begroting is de Kamer reeds geïnformeerd over het feit dat de nu voorgestelde verlaging in de slotwet zou worden opgenomen. Voor een meer uitvoerige toelichting wordt daarnaar verwezen.

Artikel 04.07 Investeringsbijdragen aan erkende vervoerregio's

* Uitgaven (– f 32,5 mln.)

Allereerst was het de bedoeling om met de provincies en kaderwetgebieden, de goedkoper geworden projecten – die nog door V&W worden afgewikkeld over de jaren 1995, 1996 en de periode van 1 januari tot 1 juni 1997 – af te rekenen. Gezien capaciteits- en administratieve problemen is dit alleen over het jaar 1995 gelukt.

Verder geldt dat de uitgavenramingen van de lopende projecten achteraf te optimistisch zijn gebleken, en zijn er minder declaraties ontvangen dan vooraf was ingeschat.

* Verplichtingen (f 187,5 mln.)

Wat betreft de verplichtingen geldt verder dat er in 1997 aan de kaderwetgebieden voor een langdurige periode budgetten ter beschikking zijn gesteld, zodat zij de investeringen daar beter op kunnen afstemmen.

Verder zijn enkele lopende verplichtingen van nog af te wikkelen projecten opwaarts bijgesteld voor nog te betalen BTW en prijsbijstelling.

05 ALGEMENE UITGAVEN

Artikel 05.05 Bodemsanering

* Uitgaven (– f 6,2 mln.)

De verwachting was dat f 6 mln. zou worden uitgegeven voor het schoonmaken van vervuilde grond bij het project Beneluxmetro. Omdat hier in 1997 echter geen voorstel voor is ontvangen, is er nu een overschot zichtbaar.

* Verplichtingen (– f 32,6 mln.)

Het verplichtingenoverschot is een gevolg van het feit dat de investeringsprojecten/VINEX-locaties later van start gaan danwel dat er bij de projecten vervuilde grond werd aangetroffen.

Wetsartikel 2 (Ontvangsten)

01 RIJKSWEGEN

Artikel 01.01 Ontvangsten ten behoeve van investeringen Rijkswegen

De lagere ontvangsten van f 12,8 mln. hebben betrekking op een aantal projecten waarvan om diverse redenen de (start van de) uitvoering is vertraagd. Bijgevolg zijn minder bijdragen van derden verkregen.

Het gaat om de projecten: rijksweg 50 Eindhoven–Oss, rijksweg 58 knooppunt De Baars en rijksweg 50 Kampen–Ramspol–Emmeloord.

Artikel 01.02 Ontvangsten ten behoeve van onderhoud Rijkswegen

De slotwetmutatie (f 5,4 mln.) heeft nagenoeg geheel betrekking op vergoedingen die van derden zijn verkregen in verband met schade aan het wegmeubilair.

03 NATIONALE RAILWEGEN

03.01 Investeringsbijdragen spoorwegen

De verhoging met f 34,9 mln. betreft in de eerste plaats twee extra ontvangen TEN-gelden van de EU (totaal f 22 mln.); een achterstallige bijdrage over 1996 en een tranche die eerst in 1998 werd geraamd.

Het restant wordt verklaard door EU-bijdragen in de kosten van de HSL-Zuid.

05 ALGEMENE ONTVANGSTEN

Artikel 05.03 Overige ontvangsten

De ontvangsten (f 49,3 mln.) hebben betrekking op de afrekening 1995 met NS Railinfrabeheer. Hierover is de Tweede Kamer reeds geïnformeerd door middel van mijn brief van 12 december 1997, met kenmerk DGP/IB/SR/V – 72 848.

07 BIJDRAGEN TEN LASTE VAN ANDERE BEGROTINGEN VAN HET RIJK

Artikel 07.01 Bijdragen ten laste van de begroting van V&W

De slotwetmutatie van f 35,6 mln. kan als volgt worden gespecificeerd (x f 1 000):

– Overboeking van VROM (aanleg rw4) 800;

– Apparaat op Peil (AOP) – 12 435;

– Westerscheldetunnel – 24 000.

Artikel 07.04 Bijdrage ten laste van het Fonds economische structuurversterking

De lagere ontvangsten (ca. f 33 mln.) worden met name veroorzaakt door diverse vertragingen op wegenprojecten die in het kader van de Verkeer en Vervoer-impuls uit het Fes worden gefinancierd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven