nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke
organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de
Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten, alsmede intrekking van
de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (voltooiing eerste
fase herziening rechterlijke organisatie, Stb. 650) (uitstel verval artikel
8:2 van de Algemene wet bestuursrecht).
De memorie van toelichting, die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
16 juni 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de invoering
van rechtswege van de rechtstreekse beroepsmogelijkheid tegen algemeen verbindende
voorschriften en beleidsregels bij de bestuursrechter uit te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel IVA van onderdeel 6 van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging
van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht,
de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere
wetten, alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen
(Stb. 650) wordt «Vijf jaren na inwerkingtreding van deze wet»
vervangen door: Met ingang van een bij wet te bepalen tijdstip.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,