26 076
Lood in drinkwater

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 2 februari 1999

In het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 10 oktober 1998 over het plan van aanpak «lood in drinkwater» heeft de commissie aangegeven ook na beëindiging van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen een financiële stimuleringsregeling voor de vervanging van loden drinkwaterleidingen mogelijk te maken. Hierbij informeer ik u over de stand van zaken over de regeling voor loodsanering.

Wettelijk kader

De loodregeling wordt gehangen onder het Besluit milieusubsidies. Het Besluit milieusubsidies is met ingang van 1 januari 1999 in werking getreden en kan als basis dienen voor subsidieprogramma's waaronder ook die voor loodsanering. Het Besluit milieusubsidies als «kapstok» betekent dat er eigenlijk geen sprake meer is van een regeling, maar van een (subsidie) programma.

Met het programma wordt beoogd te stimuleren dat huiseigenaren de loden drinkwaterleidingen vervangen. Dit is één van de maatregelen van het plan van aanpak lood in drinkwater, dat is opgesteld naar aanleiding van het advies van de Gezondheidsraad van april 1997. De Gezondheidsraad stelt dat zuigelingen een gezondheidsrisico lopen op het neurologisch en cognitieve vlak bij een te hoge concentratie lood in drinkwater. Het loodprogramma levert een bijdrage aan de doelstelling van de Minister van VROM dat in Nederland in 2005 80% van alle loden binnenleidingen zijn vervangen (Brief aan de TK d.d. 28 april 1997, 25 000 XI, nr. 65).

Doelgroep

Het programma is bestemd voor huiseigenaren (kleine particuliere verhuurders en eigenaar-bewoners) en huurders van een woning met geheel of gedeeltelijk loden drinkwaterleidingen. Teneinde het programma vooral te kunnen richten op minder draagkrachtigen wordt een hoger percentage subsidie toegepast bij lagere vervangingskosten. Kosten van sanering loden leidingen houden sterk verband met het aantal etages van de woning. In de relatief goedkope koopsector gaat het met name om etagewoningen waardoor de vervangingskosten lager uitvallen. Derhalve zal deze sector in verhouding tot de overige sectoren een groter deel van de vervangingskosten aan subsidie ontvangen. Tevens is er de mogelijkheid voor eigenaren die zelf de sanering verrichten – en zodoende de vervangingskosten laag houden – subsidie aan te vragen.

Datum van inwerkingtreding en doorlooptijd

De Tijdelijke Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen die de mogelijkheid bood van subsidie voor het vervangen van loden leidingen is eind 1998 beëindigd. In de Tijdelijke Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen was opgenomen dat de budgethouders c.q. gemeenten die op basis van herverdeling extra budget toebedeeld krijgen tot halverwege 1999 de mogelijkheid hebben om aanvragen – reeds ingediend in 1998 – af te handelen. Er wordt nu ingezet op een zo spoedig mogelijke afwikkeling van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Duurzaam Bouwen, zodat de situatie wordt voorkomen dat een nieuw programma voor vervanging van loden leidingen in werking is getreden terwijl nog aanvragen uit 1998 op toekenning in het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling liggen te wachten. In de begrotingsvoorbereiding van 2000 worden de middelen opgenomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het loodprogramma. De schatting is dat op basis hiervan het nieuwe loodprogramma uiterlijk met ingang van 1 juni 1999 in werking kan treden.

De doorlooptijd is 5 jaar; waarmee het programma eindigt in 2004. In 2004 kan de stand van zaken opgemaakt worden ten aanzien van het bereiken van de doelstelling van 80% sanering.

Uitvoering van het programma

Uitgangspunten voor de uitvoering zijn een snelle doorlooptijd en een eenvoudige opzet. Er is daarom gekozen voor één loket (de Stichting Loodsanering Drinkwaterinstallaties Nederland) waar subsidieaanvragers terecht kunnen. Met behulp van een erkende installateur wordt het aanvraagformulier ingevuld, dat door VROM binnen één centrale uitvoeringsdienst wordt afgehandeld.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Naar boven