A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD
AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD1
ALGEMEEN DEEL
Ingewonnen adviezen (oud)
Advies is gevraagd aan de Stichting Verzekeringskamer, De Nederlandsche
Bank NV, de Stichting Toezicht Effectenverkeer, het Verbond van Verzekeraars,
de Nederlandse Orde van Advocaten, het Actuarieel Genootschap, het Koninklijk
Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten.
Met de ontvangen adviezen is rekening gehouden.
Ingewonnen adviezen (nieuw)
Advies is gevraagd aan de Stichting Verzekeringskamer, De Nederlandsche
Bank NV, de Stichting Toezicht Effectenverkeer, het Verbond van Verzekeraars,
de Nederlandse Orde van Advocaten, het Actuarieel Genootschap, het Koninklijk
Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlands Orde van Accountants-Administratieconsulenten.
Van de Stichting Toezicht Effectenverkeer en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratie-
consulenten is geen advies ontvangen. Met de ontvangen adviezen is rekening
gehouden.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
J (oud)
Dit artikel staat er niet aan in de weg dat de Verzekeringskamer haar
beoordeling kan heroverwegen indien na het verstrijken van de termijn nieuwe
relevante informatie bekend wordt.
J (nieuw)
Ingevolge dit artikel kan de Verzekeringskamer haar beoordeling heroverwegen
indien na het verstrijken van de termijn nieuwe relevante informatie bekend
wordt. De deskundigheids- en betrouwbaarheidstoets die de Verzekeringskamer
op basis van artikel 29 van de Wtv 1993 uitvoert, is immers niet beperkt tot
het moment waarop een verzekeraar een vergunning aanvraagt of tot de momenten
waarop de Verzekeringskamer op grond van artikel 75 van de Wtv 1993 informatie
van de verzekeraar ontvangt en op grond daarvan een oordeel uitspreekt. De
toetsing op basis van artikel 29 kan derhalve permanent plaatsvinden en de
Verzekeringskamer zal op ieder moment op basis van nieuwe relevante informatie
haar beoordeling kunnen heroverwegen.
P (oud)
Tijdens de noodregeling vormen de bewindvoerders in feite het bestuur
van de verzekeraar. De Verzekeringskamer houdt ook in die gevallen toezicht
op de (afwikkelende) verzekeraar en derhalve ook op de bewindvoerders, voorzover
zij bestuurdersactiviteiten uitoefenen. Ten aanzien van hun overige activiteiten
vallen de bewindvoerders overigens onder het toezicht van de rechtbank, waaraan
zij ook verantwoording af moeten leggen.
P (nieuw)
Tijdens de noodregeling vormen de bewindvoerders in feite het bestuur
van de verzekeraar. De Verzekeringskamer houdt ook in die gevallen toezicht
op de (afwikkelende) verzekeraar en derhalve ook op de bewindvoerders, voorzover
zij bestuurdersactiviteiten uitoefenen. Ten aanzien van hun overige activiteiten
vallen de bewindvoerders overigens onder het toezicht van de rechtbank, waaraan
zij ook verantwoording af moeten leggen. Deze gesplitste verantwoordingsplicht
vloeit voort uit het gegeven dat de bewindvoerders enerzijds door de rechtbank
worden benoemd om de noodregeling uit te voeren, terwijl anderzijds het uitvoeren
van de noodregeling met zich brengt dat de bewindvoerders tevens verantwoordelijk worden voor het bedrijfsmatig en financieel functioneren van
de betreffende verzekeraar. Immers, de bewindvoerders oefenen op grond van
het voorgestelde artikel 161, eerste lid, van de Wtv 1993 bij uitsluiting
alle bevoegdheden uit van de bestuurders, de commissarissen of de vertegenwoordiger
van de verzekeraar. Dit betekent dat de bewindvoerders voor wat betreft de
ontwikkelingen bij de betreffende verzekeraar vanaf het moment van de noodregeling
onderworpen zullen zijn aan het toezicht van de Verzekeringskamer. De rechtbank
zal er op zijn beurt op toezien dat de bewindvoerderstaak op juiste wijze
wordt uitgeoefend.