nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 mei 1998
Inleiding
Mede naar aanleiding van het verzoek van het lid Marijnissen en de vragen
die zijn gesteld door het lid Van Ardenne, informeer ik U over de recente
ontwikkelingen in Indonesië. Ik ga in dit verband in op de situatie
van de Nederlanders ter plekke en de politieke ontwikkelingen van de afgelopen
dagen. Het is niet goed mogelijk thans reeds een afgerond oordeel over de
ontwikkelingen te geven: de situatie is fluïde en gebeurtenissen volgen
elkaar snel op. Over enkele dagen, na afloop van de Algemene Raad op 25 mei
a.s., hoop ik U nader te informeren.
Situatie Nederlanders
Nadat op dinsdag 12 mei studentendemonstraties hadden plaatsgevonden waarbij –
naar later bleek – 11 doden waren gevallen als gevolg van militair ingrijpen,
is op donderdag 14 mei samen met vertegenwoordigers van het Ministerie van
Defensie een crisisteam opgericht. In het licht van de gewelddadigheden had
de Ambassade in Jakarta, na overleg met de EU-partners alle in Indonesië
verblijvende landgenoten dringend geadviseerd binnen te blijven. Op straat
bleek een gevaarlijke situatie (plundering en brandstichting) te zijn ontstaan,
waarbij het geweld zich met name tegen de Chinese bevolkingsgroep richtte.
Politie en leger bleken nagenoeg afwezig.
Op donderdag 14 mei werd, na overleg met betrokken reisorganisaties, besloten
een negatief reisadvies uit te brengen.
Op vrijdag 15 mei bleken in de ochtend op strategische posities in Jakarta
militairen te zijn gepositioneerd zodat verkeer weer mogelijk was geworden.
Na overleg met EU-partners is door de Ambassade aan de te Indonesië verblijvende
Nederlanders geadviseerd te overwegen te vertrekken. In overleg met de Ambassade
werd besloten additionele vervoerscapaciteit te verzorgen voor dit doel. In
samenwerking met de KLM werden zowel op zaterdag 16 mei als zondag
17 mei 2 extra vluchten uitgevoerd vanuit Singapore. Bovendien werd een KDC-10
van de luchtmacht naar Singapore gedirigeerd. Deze additionele capaciteit
heeft het mogelijk gemaakt ongeveer 1500 Nederlanders vanuit Jakarta en 700
uit Bali, alsmede enkele tientallen onderdanen uit andere EU-landen, naar
Singapore over te brengen. Met de uitgevoerde vluchten zijn die Nederlanders
die zulks wensten in staat geweest te vertrekken.
Situatieschets algemeen (20 mei 1998)
De situatie in Indonesië is buitengewoon zorgelijk.
De ernstige ongeregeldheden, die de afgelopen week in met name Jakarta
plaatsvonden, en waarbij ongeveer 500 doden zijn te betreuren, hebben geleid
tot een onzekere politieke situatie.
De druk op de President om af te treden neemt toe, niet alleen van de
zijde van studenten, maar nadrukkelijk vanuit brede lagen van de samenleving,
inclusief de eigen politieke achterban Golkar getuige de verklaring, op 18
mei, van de voorzitter van het Parlement, Harmoko. De strijdkrachten, bij
monde van chef Defensiestaf, tevens minister van Defensie, Wiranto, hebben
nadrukkelijk afstand genomen van de verklaring van de voorzitter van het Parlement.
Soeharto zelf heeft inmiddels verklaard bereid te zijn – conform
constitutionele procedures – te vertrekken, zij het na parlements- en
(vice)presidentsverkiezingen, volgens vooralsnog onbevestigde berichten mogelijk
in 1999. Intussen heeft de President een kabinetswijziging en de instelling
van een «hervormingsraad» aangekondigd, alsmede het terugdraaien
van enkele van de prijsverhogingen die mede de aanleiding waren voor de ongeregeldheden.
De voor vandaag 20 mei aangekondigde grootscheepse demonstratie is, ter
voorkoming van ernstig bloedvergieten, door Muhammadiyah-leider Amien Rais
afgelast. De verwachte uitbarsting lijkt daarmee – op dit moment –
van de baan. De studenten-protesten gaan echter onverminderd voort. Het Parlementsgebouw
is nog steeds bezet en de inschatting is dat ook andere groepen zich bij deze
bezetting zullen aansluiten.
Het stadsbeeld lijkt, hoewel gedomineerd door militaire aanwezigheid,
naar omstandigheden, rustig.
De indruk bestaat dat alle partijen zich bewust zijn van het gevaar van
escalatie en hernieuwde incidenten. De studenten zijn echter vastbesloten
de bezetting van het Parlementsgebouw voort te zetten tot het aftreden van
de President erop volgt.
Nederlandse (EU) opstelling
Op 13 mei jl. is, met name ook op Nederlands aandringen, een EU-verklaring
uitgegeven waarin ernstige zorg over de ontwikkelingen is verwoord. Daarin
riep de EU de Indonesische regering op een onderzoek in te stellen naar de
gebeurtenissen van 12 mei; af te zien van geweld en het gebruik van wapens
en de mensenrechten te respecteren. Daarnaast heeft de EU aangegeven dat de
recente gebeurtenissen de noodzaak van politieke hervormingen onderstrepen.
Aan de vooravond van de G-7/G-8 top-bijeenkomst in Birmingham heeft Nederland
voorts aangedrongen op een verklaring waarin de noodzaak van politieke en
economische hervormingen centraal zou staan. In de overeengekomen
G8-verklaring is dat accent duidelijk naar voren gekomen.
Zelf heb ik een gesprek gehad met de Indonesische Ambassadeur waarin ik
heb aangedrongen op daadwerkelijke politieke hervormingen.
Op 25 mei a.s. zal in de Algemene Raad zeker de nodige aandacht worden
besteed aan de situatie in Indonesië. Ik zal bij die gelegenheid naar
voren brengen dat de Nederlandse regering van mening is dat een daadwerkelijke
invulling van de gewenste hervormingen moet worden gegeven door het Indonesische
volk zelf, maar dat de EU en Nederland hierbij waar mogelijk ondersteuning
willen verlenen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van Mierlo