26 043
Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (pensioenopbouw, waarde-overdracht en waarde-overname alsmede enige andere onderwerpen)

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2000

Bij de plenaire behandeling op donderdag 28 september jl. van het bovenvermelde wetsvoorstel is door mevrouw Van der Hoeven (CDA) een vraag gesteld over de relatie tussen de ABP-regeling voor het overheidspersoneel en de pensioenregeling voor politieke ambtsdragers, neergelegd in de Appa. In aanvulling op wat ik toen daarop heb geantwoord, bericht ik u het volgende.

Wijzigingen van de ABP-regeling worden in beginsel «doorvertaald» in de Appa. Mevrouw Van der Hoeven meent dat in de Appa een bepaling is opgenomen, inhoudende dat dit automatisch, dus zonder wetswijziging, gebeurt met wijzigingen van geringe betekenis. Door de nu aanhangige Appa-wijziging zou daaraan een einde komen.

In de Appa staat echter geen zodanige bepaling. Alleen voor enige specifieke elementen van de pensioenregeling bevat de Appa bepalingen die verwijzen naar de ABP-regeling. Het gaat om de franchise voor de pensioenberekening (artikelen 14aa, 59aa en 139aa) en de indexering van de pensioenen (artikelen 105 en 157). Die bepalingen betekenen dat bij de berekening van een Appa-pensioen, over tijd vanaf 1 januari 1995, dezelfde franchise wordt gehanteerd als voor de berekening van een ABP-pensioen respectievelijk dat de indexering van de pensioenen op dezelfde manier gebeurt.

Verder wijs ik nog op de artikelen 106 en 160 van de Appa. Deze artikelen betreffen de inhoudingen op het inkomen dat politieke ambtsdragers als zodanig hebben. Het gaat om inhoudingen in verband met sociale zekerheids- en pensioenaanspraken, verbonden aan de politieke functie. Deze inhoudingen zijn in lijn met overeenkomstige inhoudingen op ambtenarensalarissen. Zo is bij voorbeeld de inhouding wegens Appa-pensioenaanspraken gekoppeld aan het zogenoemde pensioenbijdrageverhaal op de ambtenaren («werknemersdeel pensioenpremie»).

Wetsvoorstel 26 043 heeft geen betrekking op de hier beschreven systematiek en brengt daar dus ook geen verandering in. Weliswaar bevat het voorstel een wijziging van de artikelen 14aa, 59aa en 139aa, maar deze is van redactionele aard. De memorie van toelichting, paragraaf 6, de onderdelen D tot en met I, M tot en met R en X tot en met CC bevat een uiteenzetting hierover.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven