nr. 11
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 9
Ontvangen 4 februari 1999
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel B, vervalt.
II
Artikel I, onderdeel C, vervalt.
III
Aan artikel II, onderdeel A, punt 2, artikel 44, derde lid, wordt toegevoegd:
, tenzij zij een overtreding betreffen van een verordening van een provincie,
een gemeente, een waterschap of een met toepassing van de Wet gemeenschappelijke
regelingen ingesteld openbaar lichaam.
IV
Aan artikel II, onderdeel B, artikel 56, zevende lid, wordt toegevoegd:
, tenzij zij een overtreding betreffen van een verordening van een provincie,
een gemeente, een waterschap of een met toepassing van de Wet gemeenschappelijke
regelingen ingesteld openbaar lichaam.
V
Artikel II, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
A. De aanhef wordt vervangen door:
Aan artikel 58 worden een derde en een vierde lid toegevoegd, luidende:.
B. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:
4. Tegen de vonnissen, bedoeld in het derde lid onder a en b, staat beroep
in cassatie open indien zij een overtreding betreffen van een verordening
van een provincie, een gemeente, een waterschap of een met toepassing van
de Wet gemeenschappelijke regelingen ingesteld openbaar lichaam.
VI
Artikel II, onderdeel D, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:
A. De aanhef wordt vervangen door:
Toegevoegd worden een tweede tot en met vierde lid, luidende:.
B. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:
4. Tegen de arresten, bedoeld in het derde lid onder a en b, staat beroep
in cassatie open indien zij een overtreding betreffen van een verordening
van een provincie, een gemeente, een waterschap of een met toepassing van
de Wet gemeenschappelijke regelingen ingesteld openbaar lichaam.
VII
Artikel II, onderdeel E, vervalt.
Toelichting
Veel boetes die door de kantonrechter op grond van lagere regelgeving
worden opgelegd, bedragen minder dan de in het wetsvoorstel gestelde grens
van vijfhonderd gulden om in een cassatieberoep ontvangen te kunnen worden.
Met het amendement wordt voorkomen dat de Hoge Raad dientengevolge de controle
op die lagere regelgeving – bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag of
zij strijdig is met hogere regelgeving – wordt ontnomen. Nu hiermee
beroep in cassatie rechtstreeks tegen de lichtste kantonrechtervonnissen weer
mogelijk wordt gemaakt, vervalt ook de reden om de in artikel I, onderdelen
B en C, en artikel II, onderdeel E, van het wetsvoorstel bedoelde (delen van)
artikelen te doen vervallen. De onderdelen I, II en VII van het amendement
voorzien hierin.
Rabbae