Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26025 nr. 43 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26025 nr. 43 |
14 oktober 1998
De hierna opgenomen bladzijden 80 t/m 84 dienen aan kamerstuk 26 025, nr. 25 (Financiële verantwoording van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het jaar 1997) te worden toegevoegd.
1996 (daling in totaal f 5,6 mld. waarvan f 4,0 mld. betrekking heeft op de jaarlaag 1995, f 1,0 mld op jaarlaag 1996 en f 0,6 mld. op de overige jaarlagen). De oude jaren nemen langzaam af.
De afwikkeling van voorschotten
Met betrekking tot de afwikkeling van voorschotten bij het hoofdbeleidsterrein Milieubeheer in het bijzonder valt te vermelden dat de realisatie aan afgewikkelde voorschotten t/m 1996 f 938 mln bedraagt (1820 zaken voor f 474 mln volgens de einddatum-systematiek en 188 zaken voor f 464 mln volgens de afspraken met Bodem). De afspraken voor afwikkeling voorschotten zijn over het algemeen, op een enkele directie na, gehaald. Het toepassen van genoemde uitgangspunten, waarop is gemonitord, geeft een helder inzicht omtrent de afwikkeling voorschotten, waardoor de afwikkeling ook beter wordt beheerst.
De uiteindelijke realisatie aan afgewikkelde voorschotten t/m 1997 bedraagt f 976 mln. Hiervan is f 22 mln. afgewikkeld, waarbij sprake was van blijvende onzekerheid met betrekking tot de rechtmatigheid, omdat de regelgeving ontoereikend was, dossiers incompleet waren, etc. Door de accountantsdienst is door middel van een specifieke beoordeling van al deze posten een bedrag van f 1,5 mln. als blijvende restonzekerheid aangemerkt.
Ten aanzien van de afwikkelingen van de jaarlijkse budgetten verstrekt in het kader van de Wet Bodembescherming (WBB) dient het volgende te worden opgemerkt.
Voor het artikelonderdeel U 05.16.01 Bodem is, gezien de wijze van financiering met jaarlijkse budgetten, gekozen voor afwikkeling op jaarlaag tot en met 1995. De jaarverantwoordingen, die voorzien waren van een goedkeurende accountants-verklaring, zijn vastgesteld. Bij een drietal budgethouders kon op grond van de strekking van de accountantsverklaring danwel het niet tijdig indienen van de vereiste verantwoording niet tot afwikkeling worden overgegaan. Inmiddels voldoen ook twee van deze budgethouders aan de gestelde voorwaarde en kan in 1998 tot vaststelling van de voorschotten worden overgegaan. Met de andere budgethouder zal begin 1998 nog een gesprek worden gevoerd, zodat ook hier afwikkeling kan plaatsvinden.
In het verleden werden de voorschotten afgewikkeld als zowel de financiële als de technisch inhoudelijke toetsing goedkeurend waren. Derhalve is in de voorschottenstand per 31 december 1996 een bedrag van f 14 mln. begrepen van budgetgevallen, die wel financieel waren afgewikkeld maar nog niet technisch inhoudelijk.
Vanaf 1997 worden de voorschotten afgeboekt, wanneer alleen de financiële toetsing heeft plaatsgevonden. Bij de afwikkelingen van de jaarverantwoordingen 1995 van de budgethouders zijn tevens de voorschotstanden aangepast aan het nieuwe regime. Het gevolg hiervan is, dat de stand openstaande voorschotten ultimo 1996 gecorrigeerd is met een bedrag van f 8 mln.
Omdat de afwikkeling van de jaarverantwoording voor wat betreft de budgetten van een tweetal budgethouders niet heeft plaatsgevonden, zijn de betreffende voorschotstanden nog niet gecorrigeerd. Deze correctie van f 6 mln. vindt plaats in 1998.
Voor de technisch inhoudelijke toetsing houdt de directie Bodem momenteel in een apart bestand de afgeronde gevallen bij, waarvan eindrapportages zijn ingediend en een beoordeling in het kader van de Toetsing Achteraf heeft plaatsgevonden. Daarnaast bestaat er een «database Kostenverhaal», dat alle bodemsaneringsprojecten bevat waarop kosten in het kader van de IBS/WBB zijn verantwoord. In 1998 vindt er een zodanige aansluiting plaats tussen beide systemen, dat in de «database Kostenverhaal» ook de (in financiële, technische en juridische zin) afgeronde projecten herkenbaar zijn.
Voor wat betreft de technische inhoudelijke toetsing budgetfinanciering is de stand van zaken als volgt:
– voor de periode 1985–1993 is deze vrijwel afgerond; twee budgethouders zijn in 1997 over de resultaten hiervan ingelicht, voor de resterende budgethouders zal dit begin 1998 gebeuren;
– voor de jaren 1994 en 1995 heeft m.u.v. één budgethouder bij de vaststelling van de jaarverantwoording toetsing achteraf plaatsgevonden;
– voor het jaar 1996 is in 1997 pas bij één budgethouder een beoordeling op technisch inhoudelijke gebied afgerond; voor de andere budgethouders gebeurt dit in 1998.
Met deze technische toetsing zijn in totaal 1 189 budgetgevallen behandeld voor een bedrag van f 396 mln., waarbij het volgende onderscheid is te maken:
– 981 gevallen: akkoord met afwikkeling;
– 122 gevallen: niet afgerond (33 teruggetrokken op verzoek provincie);
– 10 gevallen: niet getoetst (reeds beoordeeld in het kader van de projectfinanciering);
– 70 gevallen: nog extra informatie nodig om tot afwikkeling over te gaan;
– 6 gevallen: overleg vindt plaats over de afwikkeling.
Daarnaast heeft bij 3 gevallen in samenspraak met de budgethouder een correctie plaatsgevonden, omdat er sprake was van samenloop of het onterecht verstrekken van schadevergoeding.
Voor wat betreft de juridische toetsing (inzet van het juridisch instrumentarium) is de stand van zaken als volgt:
– voor de periode 1985–1993 is van juridische toetsing geen sprake geweest, omdat de inzet van het juridisch instrumentarium niet vereist was in de IBS en alle relevante gevallen aangemeld zijn voor kostenverhaal achteraf; wel heeft toetsing plaatsgevonden ten aanzien van de verstrekte schadevergoedingen (zie boven);
– voor de jaren 1994 en 1995 heeft begin 1998 juridische toetsing plaatsgevonden; van de afgeronde budgetgevallen in deze periode zijn de 21 gevallen geselecteerd, waar de sanering is afgerond.
Korte analyse van de vorderingen 1997 t.o.v. 1996
Ten opzichte van 1996 is het vorderingensaldo ultimo 1997 met 16% toegenomen (van f 392 mln. naar f 456 mln.).
De stand ultimo 1997 van de vorderingen tot en met 1996 is met 43% afgenomen (van f 392 mln. naar f 224 mln.). Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de afwikkeling van vorderingen uit de jaarlagen 1996 en onbekend (daling in totaal f 168 mln., waarvan f 143 mln. betrekking heeft op 1996 en onbekend). De oude jaren nemen langzaam af.
De omvang van het vorderingensaldo van de jaarlaag 1996 (totaal 71,1 mln.) wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een in 1996 op artikel U 05.17 Ketenbeheer en milieuzorg verantwoorde achtergestelde lening van f 40 mln. aan de COVRA. In verband met bedrijfseconomische problemen is de achtergestelde lening verstrekt. Aan de achtergestelde lening is o.a. als voorwaarde verbonden dat deze lening per 2016 aan VROM zal worden terugbetaald, tenzij bij de beoogde structuurwijziging een andere wijze van afwikkelen wordt overeengekomen.
Potentiële vorderingen op het hoofdbeleidsterrein Milieubeheer
De vorderingen ingesteld in het kader van Kostenverhaal Bodemsanering hebben een doorlooptijd die kan oplopen tot enkele jaren, aangezien deze vaak via gerechtelijke weg moeten worden afgedwongen. Daarnaast kan ook de vermogenspositie van de debiteur een negatieve uitwerking hebben op de termijn waarbinnen de vordering kan worden voldaan. De invordering vindt plaats via de Landsadvocaat.
In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de stand van de potentiële vorderingen. Dit zijn alle (verwachte) projectgebonden uitgaven voor bodemsanering, met uitzondering van enkele specifieke debiteuren en de voor kostenverhaal afgesloten projecten. De potentiële vorderingen kunnen onderverdeeld worden in de volgende fasen:
1. de voorbereidingsfase;
2. de fase waarin nog geen voorspelling kan worden gedaan omtrent het al dan niet «binnenhalen» van de vorderingen. Dit is afhankelijk van het verdere verloop van de – eventueel nog in te stellen – juridische procedure.
3. de fase waarin er evenmin zekerheid is omtrent de te verwachten inkomsten. Hier is echter reeds sprake van een (tussen)vonnis, zij het dat dit vonnis nog niets zegt over de afloop van de rechtszaak.
4. deze fase betreft de zaken waarbij een voor de Staat ongunstig vonnis/arrest is gewezen of waarbij een grote kans op een ongunstig arrest bestaat. In de status «afwijzing (appèl)» is een splitsing aangebracht tussen die zaken waarbij reeds een arrest door het hof is gewezen en de Staat in cassatie is gegaan bij de Hoge Raad, en die zaken waarbij door de rechtbank een afwijzend vonnis is uitgesproken. Voor de laatste categorie geldt, dat een veroordeling door het hof ruimschoots tot de mogelijkheden behoort. Voor de eerstgenoemde categorie is de kans op een veroordeling door de Hoge Raad minder groot.
5. van de gevallen die in deze fase verkeren, geldt dat een gunstig eindvonnis verwacht mag worden (schadestaat en schadestaat [appèl] en veroordeling [appèl]) of dat een gunstig eindvonnis reeds gewezen is.
Totaal bedrag gemoeid met alle fasen: f 3 917 511.072
Naast de potentiële vorderingen voortvloeiende uit de genoemde fasen, geven ook de volgende stadia inzicht in met bodemsanering samenhangende verwachte uitgaven:
Grond gekocht f 55 195 039
Sanering in eigen beheer – 200 027 901
Schikking – 460 214 903
Erkenning – 84 070 471
Afwijzing – 262 639 322
Veroordeling – 54 435 979
Zaken afgesloten – 499 295 257
totaal f 1 615 878 872
Hiermee komt het totaal aantal kostenverhaalzaken op 1637 waarvoor de geraamde kosten f 5 533 390.044 bedragen.
In gevolge de bepalingen in de Leidraad Bodemsanering dienen opbrengsten uit verkoop van materiële activa door de provincie te worden aangewend voor bodemsanering (budgetfinanciering). De besteding wordt getoetst door DGM.
Om inzichtelijk te maken welke gelden in het kader van budgetdanwel projectfinanciering zijn besteed aan de aanschaf van materiële activa (grond en gebouwen), die bij eventuele verkoop of alternatieve aanwending zullen leiden tot opbrengsten, moet door de provincies een activa-registratie worden bijgehouden. De activa-registratie maakt deel uit van de verantwoording van de provincies aan DGM. Op basis van de provinciale verantwoordingen kan inzicht gegeven worden in de mogelijk te realiseren opbrengsten. Hierbij moet rekening worden gehouden dat er geen één op één relatie bestaat tussen de gepresenteerde verkrijgingsprijzen en de opbrengsten, omdat dit veelal op andere projecten betrekking heeft (de gepresenteerde verkrijgingsprijzen leiden in toekomstige jaren pas tot opbrengsten).
Aan de hand van de ontvangen provinciale verantwoordingen over 1996 is de specificatie van de materiële activa als volgt:
| Provincie | verkrijgingsprijs | opbrengst verkoop |
|---|---|---|
| Groningen | f 2 711 503,00 | f 49 726,00 |
| Friesland | 256 500,00 | |
| Drenthe | 268 002,00 | |
| Overijssel | 9 283 445,00 | 284 774,00* |
| Utrecht | 5 233 395,00 | 269 982,00 |
| Noord-Holland | 2 083 241,00 | |
| Zuid-Holland | 13 791 443,00 | |
| Noord-Brabant | 3,00 | |
| Limburg | 1,00 | |
| Totaal | f 33 627 533,00 | f 604 482,00 |
* Incl. huuropbrengst f 150 000, in 1995 en opbrengst verkoop f 3 750, in 1995.
4.3.5 De opbouw van de openstaande verplichtingen, voorschotten en vorderingen naar jaarlaag ultimo 1997 en ultimo 1996 voor VROM-totaal
| Jaar | Verplichtingen | Voorschotten | Vorderingen | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| stand | stand | stand | stand | stand | stand | |
| ultimo | ultimo | ultimo | ultimo | ultimo | ultimo | |
| 1997 | 1996 | 1997 | 1996 | 1997 | 1996 | |
| <1981 | 1 575 | 1 575 | ||||
| 1981 | 2 | |||||
| 1982 | 1 769 | 3 | 3 | |||
| 1983 | 150 | 150 | 4 | 4 | ||
| 1984 | 5 859 | 389 | 0 | 23 | ||
| 1985 | 10 851 | 10 851 | 40 | 58 | ||
| 1986 | 616 | 660 | 8 533 | 8 574 | 115 | 192 |
| 1987 | 2 511 | 3 969 | 13 689 | 13 539 | 7 537 | 8 612 |
| 1988 | 2 069 | 9 262 | 10 429 | 11 301 | 8 216 | 8 309 |
| 1989 | 233 172 | 281 907 | 38 612 | 38 898 | 589 | 1 215 |
| 1990 | 164 723 | 187 513 | 45 797 | 46 617 | 5 909 | 7 906 |
| 1991 | 4 865 873 | 4 062 098 | 101 231 | 235 667 | 37 175 | 38 678 |
| 1992 | 3 011 095 | 3 210 391 | 119 132 | 229 429 | 4 007 | 4 904 |
| 1993 | 2 061 220 | 2 220 656 | 148 275 | 281 345 | 11 081 | 13 690 |
| 1994 | 879 058 | 1 258 178 | 185 762 | 364 939 | 22 055 | 32 722 |
| 1995 | 2 290 370 | 2 871 085 | 31 969 215 | 35 957 558 | 54 438 | 60 624 |
| 1996 | 864 619 | 2 821 646 | 1 468 696 | 2 447 107 | 71 107 | 130 633 |
| onbekend | 1 065 699 | 43 126 | 83 134 | |||
| Sub- totaal t/m | ||||||
| 1996 | 14 375 326 | 17 993 064 | 34 126 231 | 39 691 259 | 223 851 | 392 284 |
| 1997 | 2 660 340 | 2 821 015 | 231 859 | |||
| Totaal | ||||||
| BiBV | 17 035 666 | 17 993 064 | 36 947 246 | 39 691 259 | 455 710 | 392 284 |
| Totaal | ||||||
| BuBV | 14 757 | 31 037 | 34 380 | 26 933 | ||
| Totaal | ||||||
| Generaal | 17 050 423 | 18 024 101 | 36 981 626 | 39 718 192 | 455 710 | 392 284 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26025-43.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.