26 024
Kabinetsformatie 1998

nr. 1
BRIEF VAN DE INFORMATEUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 mei 1998

Bijgevoegd zend ik u de informatie-opdracht die mij door Hare Majesteit de Koningin op 8 mei 1998 is verstrekt. Tevens gaan hierbij, met machtiging van Hare Majesteit de Koningin, afschriften van de adviezen die de voorzitters van de fracties in de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de Koningin hebben uitgebracht.

Met de meeste hoogachting,

K. G. de Vries

COMMUNIQUÉ VAN DE RIJKSVOORLICHTINGSDIENST

8 mei 1998

Het Kabinet der Koningin deelt mede:

Hare Majesteit de Koningin heeft hedenavond mr. K.G. de Vries verzocht in het licht van de verkiezingsuitslag en de uitgebrachte adviezen op zo kort mogelijke termijn een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een kabinet dat kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en meer in het bijzonder naar de onderwerpen waarover PvdA, VVD en D66 overeenstemming op hoofdlijnen noodzakelijk achten voor de vorming van een dergelijk kabinet en naar de voorwaarden waaronder zij bereid zijn onderhandelingen daarover te beginnen.

RVD, 08.05.1998, 19.30 uur

Hare Majesteit de Koningin

's-Gravenhage, 7 mei 1998

Majesteit,

De uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal laat belangrijke verschuivingen zien. Eén van de regeringspartijen heeft zetels verloren, bij de oppositie valt zowel winst als verlies te noteren. Door de winst van PvdA en VVD is de steun voor de regeringspartijen gezamenlijk thans groter dan vóór 6 mei.

Gelet op de uitslag en op de opstelling van deze drie partijen voorafgaand aan de verkiezingen ligt, naar het oordeel van de PvdA-fractie, voortzetting van de coalitie van PvdA, VVD en D66 het meest in de rede.

Daarom wil ik u adviseren een informatieopdracht te verstrekken ten einde op korte termijn na te gaan of onderhandelingen kunnen starten die leiden tot voortzetting van de huidige coalitie.

Met gevoelens van hoge achting,

W. Kok

Aan Hare Majesteit de Koningin

Den Haag, 7 mei 1998

Majesteit!

De uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal wijst op een toegenomen steun voor de huidige coalitie en het beleid daarvan. Het ligt daarom voor de hand dat het volgende kabinet op dezelfde coalitie berust.

Op grond van deze overweging moge ik Uwe Majesteit adviseren één of meer informateurs te benoemen die op korte termijn rapport kunnen uitbrengen over de beste omstandigheden waaronder een dergelijk kabinet op voortvarende wijze aan het werk kan gaan.

Inmiddels verblijf ik, Majesteit, met gevoelens van de meeste hoogachting

Uw dw.

F. Bolkestein

Hare Majesteit de Koningin

Kabinet der Koningin

's-Gravenhage, 7 mei 1998

Majesteit,

Op 7 mei 1998 vroeg u mij advies over de aanvang van de (in)formatiewerkzaamheden voor de totstandkoming van een nieuw kabinet.

Namens de CDA-fractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal moge ik u daarop het volgende antwoorden.

Ondanks het zeer aanzienlijke verlies van een van de huidige coalitiepartners blijkt uit de verkiezingsuitslag steun voor het in de afgelopen vier jaren gevoerde beleid, gezien de omvangrijke winst voor de PvdA en de VVD.

Aldus zou naar het oordeel van de CDA-fractie – die kabinetsverantwoordelijkheid op basis van programmatische overeenkomst met andere partijen overigens niet ten principale uitsluit – onderzocht kunnen worden welke problemen een voortzetting van de samenwerking tussen in ieder geval PvdA en VVD in de weg zouden kunnen staan en op welke wijze deze problemen kunnen worden opgelost.

Een informateur uit de kring van de grootste partij zou kunnen worden gevraagd genoemd onderzoek op zich te nemen.

Met de meeste Hoogachting,

J. G. de Hoop Scheffer

Aan Hare Majesteit de Koningin

Den Haag, 7 mei 1998

Majesteit,

De uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer heeft geleid tot opvallende verschuivingen in de samenstelling van de Kamer.

Voortzetting van de paarse coalitie lijkt enerzijds goed mogelijk, anderzijds is de getalsverhouding tussen PvdA, VVD en D66 zodanig gewijzigd dat er sprake is van een wezenlijk andere situatie: PvdA en VVD hebben nu samen reeds een ruime meerderheid in de Tweede Kamer en de omvang van D66 is sterk gereduceerd.

Deelname van D66 aan een tweede paars kabinet is daardoor niet vanzelfsprekend.

De zin van die deelname wordt bepaald door de vraag of er in kwalitatieve en kwantitatieve zin voldoende ruimte voor D66 zal zijn om een bijdrage van betekenis aan het regeringsbeleid te leveren. Hierbij is vanzelfsprekend de zienswijze van PvdA en VVD van belang.

Gezien deze omstandigheden adviseer ik U, een voorverkenning te laten plaatsvinden naar het antwoord op bovengenoemde vraag.

Het komt mij aannemelijk voor, deze voorverkenning binnen beperkte tijd te laten verrichten door een informateur uit de kring van de grootste partij.

Met gevoelens van hoge achting,

E. Borst-Eilers

Hare Majesteit de Koningin

Kabinet der Koningin

's-Gravenhage, 7 mei 1998

Majesteit,

De verkiezingsuitslag bevat een intrigerende, dubbele, boodschap. Allereerst valt op dat we nu op de drempel staan van een progressieve meerderheid in de Tweede Kamer. Anderzijds heeft de bestaande coalitie haar parlementaire meerderheid licht versterkt.

Bijzonder verheugd is de fractie van GroenLinks over het feit dat extreem-rechts niet langer op enige electorale steun van betekenis kan rekenen.

Tevens kan worden geconcludeerd, dat nu de ouderenpartijen er niet in geslaagd zijn de kiesdrempel te halen, er zich geen one-issue partijen meer in de Tweede Kamer bevinden.

Mijn fractie ervaart de winst van de Partij van de Arbeid, GroenLinks en de SP als een duidelijk signaal van de kiezer dat het te voeren beleid socialer én groener moet worden. Ook erkennen wij dat, ondanks het stevige verlies van D66, de kiezer een vervolg van de huidige coalitie in Paars II mogelijk heeft gemaakt.

Opvallend is echter de krachtsverschuiving die zich binnen de huidige coalitie heeft voorgedaan. Het saldo van de beide progressieve partijen binnen de coalitie is negatief, terwijl de liberale component zich heeft versterkt. Deze verschuiving binnen de coalitie staat haaks op de verschuiving in het parlement, waar zich immers een ongekende groei van het totaal aan progressieve zetels heeft voorgedaan.

De spanning tussen deze twee ontwikkelingen maakt het voor mijn fractie geenszins vanzelfsprekend dat de huidige coalitie zich continueert in een tweede Paarse Kabinet.

Gelet op het bovenstaande en het feit dat de Partij van de Arbeid als grootste partij het voortouw zal dienen te nemen adviseren wij U twee informateurs te benoemen. Beiden uit de gelederen van de Partij van de Arbeid.

Namens de fractie van GroenLinks geef ik U in overweging om de informateurs als opdracht mee te geven een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een kabinet dat enerzijds steunt op een parlementaire meerderheid en anderzijds garant staat voor een progressievere koers dan het huidige kabinet heeft gevaren.

Mochten de informateurs tot de conclusie komen dat er een basis is voor zo'n kabinet dan ligt het voor de hand dat de Partij van de Arbeid, als grootste partij, de formateur levert en daarmee ook de premier.

Tenslotte, zou ik u namens mijn fractie willen adviseren om te bevorderen dat de formateur nu eens echt een regeerakkoord op hoofdlijnen weet af te sluiten, ten einde het dualisme nieuwe vitaliteit te geven.

Met gevoelens van de meeste hoogachting, verblijft,

P. Rosenmöller

Hare Majesteit de Koningin

p.a. Kabinet van de Koningin

Den Haag, 8 mei 1998

Majesteit,

Het is mijn fractie een grote eer u te mogen adviseren in verband met de aanstaande formatie.

Mijn fractie beveelt bij u aan een vooraanstaand persoon uit de gelederen van de Partij van de Arbeid als informateur te benoemen. De PvdA is immers wederom de grootste partij en ook nog de grootste winnaar.

De politieke positie van de PvdA is dusdanig dat de partij kan kiezen voor voortzetting van de samenwerking met de VVD, al of niet aangevuld met D66, of voor een kabinet dat zoekt naar nieuwe meerderheden met als inzet een socialere politiek dan het huidige kabinet heeft laten zien.

PvdA, D66, GroenLinks en de SP beschikken nu over een totaal zeteltal dat groter is dan ooit tevoren, 75 zetels.

Al deze partijen hebben in de verkiezingscampagne gepleit voor het tegengaan van de sociale tweedeling, bestrijding van de armoede, meer geld voor de zorg en terughoudendheid waar het gaat om marktwerking binnen basisvoorzieningen.

Ook het CDA en belangrijke delen van de kleine christelijke fracties hebben hiervoor gepleit.

Mijn fractie pleit ervoor dat er een kabinet komt dat deze breed gedragen opvatting als uitgangspunt van beleid neemt. Een informateur zou kunnen onderzoeken of de PvdA bereid is in plaats van voortzetting van de samenwerking met de VVD te zoeken naar alternatieven die een socialer beleid mogelijk maken.

Hoogachtend,

Namens de Tweede Kamerfractie van de Socialistische Partij,

J. Marijnissen

Aan Hare Majesteit de Koningin,

's-Gravenhage, 8 mei 1998

Majesteit,

Hierbij heb ik de eer u namens mijn fractie het advies inzake de formatie van een nieuw kabinet aan te bieden.

De verkiezingsuitslag geeft het beeld te zien van een forse groei bij de regeringsfracties PvdA en VVD. Daarnaast is er sprake van een ernstig verlies bij de derde regeringspartij, D66.

Op inhoudelijke gronden had mijn fractie het liefs de vorming van een coalitie gezien die een door het christelijk-sociale gedachtengoed geïnspireerde koersverlegging ten opzichte van het huidige beleid zou kunnen bewerkstelligen. Dat wil zeggen een coalitie waarvan in ieder geval PvdA en CDA deel uitmaken.

In het licht van de verkiezingsuitslag, waarbij het CDA opnieuw verlies heeft moeten incasseren, moet echter vastgesteld worden dat een dergelijke coalitie niet voor de hand ligt.

Dat brengt mijn fractie er toe u anderszins te adviseren.

Van de regeringspartijen heeft bij uitstek D66 zich vereenzelvigd met de «paarse» coalitie, de naam waaronder het kabinet-Kok de geschiedenis is ingegaan. Het verlies van D66 moet tot de conclusie leiden dat de kiezer een herhaling van dit experiment kennelijk niet op prijs stelt. Dit komt niet anders te liggen door de winst van de beide andere partijen uit het Kabinet-Kok. Daarbij dient bedacht te worden dat voortzetting van een coalitie, ondanks zware verliezen van een van de deelnemende partijen, tot de nodige risico's leidt voor de stabiliteit van een nieuw kabinet.

PvdA en VVD beschikken tezamen over een duidelijke meerderheid in het parlement. Een samenwerking tussen deze beide partijen biedt naar onze mening de meeste kans op een stabiele coalitie, ook al hebben we oog voor de grote inhoudelijke verschillen tussen PvdA en VVD. Gelet op het bovenstaande mag ik u adviseren een opdracht te verstrekken tot de formatie van een dergelijk kabinet.

Moge God u kracht en wijsheid geven bij het nemen van een zodanige beslissing dat land en volk daarmee gediend zijn.

Met gevoelens van de meeste hoogachting,

L. C. van Dijke

Voorzitter RPF-fractie Tweede Kamer

Hare Majesteit de Koningin

's-Gravenhage, 8 mei 1998

Majesteit,

De fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij zegt U oprecht dank voor Uw uitnodiging om U te adviseren over de kabinetsformatie.

De uitslag van de gehouden verkiezingen geeft de SGP-fractie op allerlei manier te denken. Zij heeft grote zorgen over de verschuivingen die zijn opgetreden. Met name het verdere verlies van het Christen Democratisch Appèl, een verlies dat groter is dan de winst voor de drie kleine christelijke partijen, betekent een verzwakking van de christelijke stroming in de politiek. Tegelijk is het progressieve deel van de Kamer versterkt.

Vrij breed wordt geoordeeld dat de burgers hebben gekozen voor voortzetting van de paarse coalitie. Naar onze bescheiden mening valt daarop het nodige af te dingen. Immers, D66 werd duidelijk teruggewezen en de beide andere coalitiepartners wonnen ongeveer evenveel. Het is de vraag of dat laatste feit is aan te merken als een beloning voor vier jaar «paars», óf dat moet worden onderscheiden in enerzijds een versterking van de sociaal-democratie met progressief profiel, en anderzijds een versterking van de liberale stroming.

De SGP-fractie erkent de sterke kanten van «paars» op financieel-economisch terrein. Zij onderkent echter ook de onmiskenbaar zwakkere kanten op sociaal terrein. Vooral is de SGP-fractie verontrust over de resultaten en voornemens van «paars» op immaterieel vlak die de toets van Gods woord niet kunnen doorstaan. Dat laatste weegt voor ons zo sterk dat wij voortzetting van «paars» niet zouden willen bepleiten.

Het komt ons voor dat het te overwegen ware een informateur aan te zoeken van PvdA-huize (immers deze partij kwam als de grootste uit de bus) die als opdracht zou kunnen ontvangen alle mogelijkheden van coalitievorming te onderzoeken. Hoewel een dergelijke opdracht heel open zou kunnen zijn, beseffen wij dat een bij de onderhandelingen betrekken van D66 niet in de rede lijkt te liggen, gelet op de verkiezingsuitslag. Wij bepleiten dat het CDA ondanks het geleden verlies toch bij de verkennende besprekingen resp. onderhandelingen wordt betrokken in de hoop dat een authentiek christelijke oriëntatie daardoor in de beschouwingen betrokken blijft.

De SGP-fractie bidt U heel veel wijsheid toe bij Uw uiterst gewichtvolle arbeid, waarvan wij hopen dat die bekroond mag worden met de zegen van God, de Koning der koningen. U wilt zich er wel van overtuigd houden, dat het volksdeel dat door de SGP-fractie in het parlement wordt vertegenwoordigd, U zeer toegenegen is en U en Uw Huis voortdurend opdraagt in het gebed.

Namens de SGP-fractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

B. J. van der Vlies

Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

Den Haag, 8 mei 1998

Majesteit,

Gaarne voldoe ik aan uw verzoek het heden aan u uitgebrachte advies schriftelijk te bevestigen.

Nu de verkiezingen van woensdag jl. enkele duidelijke winnaars hebben opgeleverd, die bovendien te kennen hebben gegeven in principe bereid te zijn samen te werken aan de formatie van een nieuw kabinet, ligt het mijns inziens voor de hand de mogelijkheden te doen nagaan van de formatie van een kabinet bestaande uit leden van de beide grootste fracties, de PvdA en de VVD.

Uitbreiding van een te vormen coalitie met D66 is getalsmatig niet nodig en in het licht van de verkiezingsuitslag ongewenst.

Een coalitie van drie paarse partij en zou bovendien gemakkelijk kunnen leiden tot polarisatie tussen de coalitiefracties en de meeste andere fracties in de Kamer op het terrein van de bescherming van het leven en andere belangrijke ethische onderwerpen.

Een nieuw te vormen kabinet zal meer dan het vorige prioriteit moeten geven aan het sociaal beleid, de zorg voor ouderen en mensen met een handicap en het milieubeleid. In een vroeg stadium van het onderzoek zal duidelijk moeten worden of een kabinet van PvdA en VVD hierover tot verantwoorde afspraken zal kunnen komen. Zo niet, dan zouden alternatieven voor een dergelijk kabinet onderzocht kunnen worden. Daarbij ligt een rol voor het CDA voor de hand.

Op grond van de verkiezingsuitslag rust op de PvdA en haar fractievoorzitter een bijzondere verantwoordelijkheid. Dat pleit ervoor het initiatief voor de formatie in handen te leggen van een lid van de PvdA. Ik zie daarbij geen noodzaak eerst een informateur te benoemen.

Ik moge Uwe Majesteit dan ook adviseren de heer W. Kok te verzoeken in het licht van de verkiezingsuitslag een kabinet te formeren dat kan rekenen op voldoende steun in de Staten-Generaal.

Mogen de door u te nemen beslissingen ertoe bijdragen dat ons land kan worden geregeerd in gehoorzaamheid aan de Koning der koningen en tot zegen voor ons volk.

Met verschuldigde eerbied,

G. J. Schutte

Naar boven