26 019
Voorstel van wet van het lid Van Ardenne-van der Hoeven tot wijziging van de bepalingen betreffende pensioen in de Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 30 november 1998

Conform Uw mededeling aan de Tweede Kamer op donderdag 26 november jl. heb ik een eventuele financiële dekking van het Voorstel van wet van het lid Van Ardenne-Van der Hoeven «tot wijziging van de bepalingen betreffende pensioen in de Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen» (Kamerstukken 26 019) in het kabinet besproken. Het kabinet is van mening dat de door het lid Van Ardenne voorgestelde dekking, verwoord in haar amendement op de defensiebegoting (Kamerstukken 26 200 X, nr. 9), niet adequaat is en er overigens ook geen deugdelijke dekking voor de verwachte uitgaven van Mf 36 voorhanden is.

Ik verzoek U daarom, namens het kabinet, de stemmingen over het wetsvoorstel uit te stellen tot na de behandeling van de defensiebegroting 1999.

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof

Naar boven