nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid,
onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Artikel 85 van de Gemeentewet
en artikel 83 van de Provinciewet worden met deze wijziging in overeenstemming
gebracht met de jurisprudentie.
Tegen besluiten van overheidsorganen is op grond van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) bezwaar of administratief beroep mogelijk voorafgaand aan het beroep
bij de rechter. Bezwaar betekent dat het bestuursorgaan dat in eerste instantie
het besluit nam, de kans krijgt het besluit te heroverwegen. Bij administratief
beroep is dit een ander orgaan dan het orgaan dat het primaire besluit nam.
Bij de beslissing op bezwaarschriften zijn in de gemeentelijke en provinciale
praktijk vaak commissies betrokken. Deze commissies brengen aan het bestuursorgaan
advies uit over de te nemen beslissing op het bezwaar. In de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) wordt uitdrukkelijk voorzien in de mogelijkheid van adviescommissies.
In de praktijk blijken er echter ook commissies te bestaan, waaraan niet de
bevoegdheid om te adviseren is toegekend, maar waaraan de bevoegdheid om op
het bezwaarschrift te beslissen is gedelegeerd.
Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan
van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder
eigen verantwoordelijkheid uitoefent.
De artikelen 82, 156 en 165 van de Gemeentewet en de artikelen 80, 152
en 163 van de Provinciewet vormen de wettelijke basis voor het instellen van
commissies met gedelegeerde bevoegdheden van de raad of burgemeester en wethouders
onderscheidenlijk provinciale of gedeputeerde staten. Op grond daarvan mag
in beginsel iedere bevoegdheid van deze colleges (behoudens uitzonderingen)
worden gedelegeerd aan een commissie. De bevoegdheid om op bezwaarschriften
te beslissen wordt daarvan niet uitgezonderd en in artikel 85 van de Gemeentewet
en artikel 83 van de Provinciewet worden besliscommissies op bezwaar ook genoemd.
De Wet Arob noemde de mogelijkheid van delegatie van beslisbevoegdheid op
bezwaarschriften aan een commissie uitdrukkelijk. In de Awb wordt deze mogelijkheid
niet meer genoemd.
Uit een uitspraak van 6 januari 1997 van de de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State (AB 1997/ 86) blijkt dat de bevoegdheid te beslissen
op bezwaarschriften niet kan worden gedelegeerd aan een commissie. De afdeling
overweegt dat de bezwaarprocedure, als neergelegd in de Awb, niet
voorziet in de mogelijkheid om het nemen van de beslissing op bezwaar over
te dragen aan een ander bestuursorgaan dan het bestuursorgaan dat het primaire
besluit heeft genomen. De bevoegdheid van een commissie om, in plaats van
het bestuursorgaan dat het primaire besluit heeft genomen, te beslissen op
een ingevolge artikel 7:1 van de Awb ingediend bezwaar, behoeft daarom een
uitdrukkelijk tot afwijking van de Awb strekkende grondslag in een formele
wet.
Een zodanige grondslag wordt niet geboden door de algemene bepalingen
in de Gemeentewet inzake de overdracht van bevoegdheden. Deze wijken niet
uitdrukkelijk af van de Awb. De Centrale Raad van Beroep kwam tot eenzelfde
conclusie in zijn uitspraak van 25 maart 1997 (AB 1997/182). Afgeleid kan
worden dat dit niet geldt voor administratief beroep, omdat juist een ander
orgaan dan het orgaan dat de primaire beslissing nam, beslist op het administratief
beroep. Het probleem dat hetzelfde orgaan dat ook het primaire besluit nam,
moet beslissen op het administratief beroep doet zich dan ook niet voor. Hoewel
het in de uitspraken ging om gemeentelijke commissies, gelden deze overeenkomstig
voor provinciale commissies.
De vraag die naar aanleiding van de recente jurisprudentie nu in feite
voorligt, is er een naar de voorrang tussen Gemeentewet en Awb. Moet hetgeen
op basis van de delegatiesystematiek van de Gemeentewet strikt genomen mogelijk
is, wijken voor het uitgangspunt van de Awb dat het wezen van de bezwaarschriftprocedure
zich ertegen verzet dat de beslissing op bezwaar in handen wordt gelegd van
een andere instantie dan die welke het primaire besluit nam. De Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep beantwoorden deze vraag
bevestigend. Ik sluit mij daarbij aan. Het maken van bezwaar moet steeds leiden
tot een heroverweging in volle omvang. Daartoe is alleen in staat de instantie
die het primaire besluit nam en daarvoor ook ter verantwoording kan worden
geroepen. Voor een besliscommissie op bezwaar is in deze visie dan geen plaats
en in verband daarmee acht ik het niet wenselijk in de Gemeente- en Provinciewet
een van de Awb afwijkende grondslag voor dergelijke commissies te creëren.
In het onderhavige voorstel worden de artikelen 85 van de Gemeentewet
en 83 van de Provinciewet, voor zover gesproken wordt van commissies, belast
met het beslissen op bezwaarschriften, in overeenstemming gebracht met Awb
en jurisprudentie. Uit het verband waarin deze artikelen staan kan worden
afgeleid dat geen commissies worden bedoeld met een gemandateerde, maar met
een gedelegeerde beslisbevoegdheid. De genoemde uitspraken laten onverlet
de mogelijkheid de beslissing op administratief beroep te delegeren aan een
commissie. Artikel 85 van de Gemeentewet en artikel 83 van de Provinciewet
hebben dan ook wel betrekking op commissies, belast met de voorbereiding van
door de raad te nemen beslissingen op bezwaar- en beroepschriften en tevens
op commissies belast met het beslissen op (administratieve) beroepschriften,
maar niet meer op commissies belast met het beslissen op bezwaarschriften.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort