nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 16 april 1998
Conform mijn toezegging aan u informeer ik u hierbij over de resultaten
van het overleg over de ova.
Ik kan u – tot mijn genoegen – melden dat wij in staat zijn
gebleken het overleg met de NZf op een constructieve wijze af te ronden.
Het kabinet heeft inmiddels een bod gedaan aan de werkgeversorganisaties
in het VWS-veld. Met inachtneming van de wenselijk geachte versluiering wil
ik u hierbij op hoofdlijnen informeren over het bod dat door het kabinet aan
de VWS-werkgevers is gedaan.
De NZf heeft aangegeven dit bod aan hun leden voor te leggen. Het bestuurlijk
overleg met de andere werkgeversorganisaties is nog gaande. In het bod wordt
uitgegaan van een tweejarige ova. Door deze tweejarige ova nu af te spreken
worden werkgevers in staat gesteld om in het CAO-overleg te komen tot een
meerjarige afspraak. Gelet op de recent afgesloten CAO's achten werkgevers
een dergelijke langere looptijd van de CAO nodig om tot marktconforme afspraken
met werknemers te komen.
In deze meerjarige afspraak is ten aanzien van de productiviteitsontwikkeling
afgesproken dat deze in 1999 geen component is in de opbouw van de ova. Daarnaast
heeft het kabinet voor 1999 extra middelen ter beschikking gesteld ter vermindering
van de werkdruk (ter grootte van 0,3% van de loonsom).
Naast het bod voor de ova heeft het kabinet tevens besloten de sector
gericht te faciliteren door extra middelen ter beschikking te stellen voor
maatregelen om de scholingsmogelijkheden binnen instellingen te verbeteren
(ter grootte van 0,2% van de loonsom).
Er is overeenstemming tussen kabinet en werkgevers over de noodzaak om
tot een aanpak van de te verwachten arbeidsmarktknelpunten te komen door middel
van benutting en intensivering van de activiteiten van arbeidsvoorziening
ten behoeve van de VWS-sectoren en door middel van fiscale maatregelen. Deze
aanpak zal de komende weken nader worden geconcretiseerd.
Tenslotte heeft het kabinet, in reactie op de door werkgevers hierover
aangegeven zorgen, opgemerkt dat met het nieuwe kabinet later dit jaar nader
zal worden gesproken over de werkdruk en de invulling van de maatregelen op
het terrein van scholing en arbeidsmarkt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers