25 954
Cyprus

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 juni 2001

Met deze brief wil ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, op de hoogte brengen van de beëindiging op 6 juni jl. van de Nederlandse bijdrage aan de «United Nations Force in Cyprus» (Unficyp).

Sinds juni 1998 leverde Nederland ongeveer honderd militairen voor de VN-vredesmissie op Cyprus. Het Nederlandse contingent maakte deel uit van een Brits regiment en had een eigen gebiedsverantwoordelijkheid. Door middel van het uitvoeren van patrouilles en het bemannen van observatieposten hebben zij in de Britse sector van de VN-bufferzone op Cyprus toegezien op de handhaving van de status-quo. Conform het Regeringsbesluit tot uitzending, en de afspraak met de VN, is na drie jaar de Nederlandse aanwezigheid in Unficyp beëindigd. Op 6 juni jl. is de gebiedsverantwoordelijkheid overgedragen aan een Britse eenheid, op 7 juni zijn de laatste Nederlandse militairen in Nederland teruggekeerd. Het Nederlandse contingent heeft zich op professionele wijze van zijn taak gekweten en daarmee bijgedragen aan het voorkomen van een oplaaiing van geweld tussen beide delen van het eiland.

Op 17 mei heeft u de tussentijdse evaluatie van de Nederlandse bijdrage aan Unficyp gedurende het jaar 2000 ontvangen. Van de gehele Nederlandse deelname zal een eindevaluatie worden gemaakt, die u in het najaar zal worden aangeboden.

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Naar boven