25 940
Rapport Herijking landinrichting tweede fase

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 4 februari 1999

In het Algemeen Overleg van 28 oktober 1998 (25 940, nr. 3) over de Herijking Landinrichting heb ik toegezegd u te informeren over de richtinggevende bestuurlijke conclusies van het bestuurlijk overleg tussen Rijk en provincies over sanering van de verplichtingenstand en het scheppen van ruimte voor nieuwe projecten landinrichting.

Op 26 januari jl. ben ik met de provincies een pakket maatregelen overeengekomen, dat er toe moet leiden dat de stagnatie in de doorloop van het programma van landinrichtingsprojecten wordt opgeheven. Daarbij is onze ambitie om in een drieslag:

– de voorstellen van de herijking in te voeren;

– de mogelijkheden om nieuw (kabinets)beleid te realiseren met het landinrichtingsinstrumentarium maximaal te benutten;

– de verplichtingenstand terug te dringen en invulling te geven aan de ombuigingstaakstelling.

Voor de inhoud van de afspraken verwijs ik u naar de brief1 die de provincies en ik aan de landinrichtingscommissies hebben gestuurd om ze op de hoogte te brengen van de gemaakte afspraken en de doorwerking die deze moeten krijgen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

H. H. Apotheker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlemen- taire Documentatie.

Naar boven