Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2010
Tijdens het algemeen overleg van 18 mei jl. over het helikopterproject NH-90 (Kamerstuk 25 928 nr. 44) heb ik toegezegd de Kamer nader te informeren over de voortgang van de prijsstelling van reservedelen van de NH-90. Met
deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
Zoals besproken tijdens het algemeen overleg van 18 mei jl. en zoals gemeld in de antwoorden op de schriftelijke vragen over
de negende jaarrapportage (Kamerstuk 25 928 nr. 41), verlopen de commerciële onderhandelingen door de NATO Helicopter Management Agency (NAHEMA) met NHIndustries en de partnerindustrieën over de prijzen van reservedelen en de gronduitrusting moeizaam. Hierdoor duren de onderhandelingen
langer dan aanvankelijk was voorzien.
De auditdiensten van de landen van de NATO Helicopter Management Organisation (NAHEMO) voeren prijsonderzoeken uit bij de partnerindustrieën die in hun landen zijn gevestigd. Voordat de commerciële onderhandelingen
over de reservedelen kunnen worden voltooid, moet NAHEMA beschikken over alle resultaten van deze prijsonderzoeken. Inmiddels
zijn de resultaten voor Nederland (StorkFokker) en Frankrijk (Eurocopter Frankrijk) bekend. Op grond hiervan heeft NAHEMA
een deel van deze onderhandelingen kunnen voltooien.
De auditdiensten van Duitsland en Italië hebben de resultaten van hun prijsonderzoeken echter nog niet vrijgegeven aan NAHEMA.
Hierdoor zijn de onderhandelingen tussen NAHEMA en respectievelijk het Duitse Eurocopter en het Italiaanse AgustaWestland
nog niet begonnen. Dit heeft tot gevolg dat voorlopig nog niet alle definitieve prijzen van de reservedelen bekend zullen
zijn.
Nederland is in 2009 al begonnen met de bestelling van reservedelen ten behoeve van de verwerving van de Meaningful Operational Capable (MOC-)helikopter, waardoor de eerste NH-90 in mei 2010 in gebruik kon worden genomen. Zoals gesteld zullen de definitieve
prijzen pas duidelijk worden na de voltooiing van de commerciële onderhandelingen. Hierdoor zijn de bestellingen voor de MOC
gedaan op grond van zogenaamde «maximale richtprijzen». Met NHIndustries is overeengekomen dat tot de voltooiing van de onderhandelingen, een bedrag voor de reservedelen zal worden betaald van 80 procent
van de maximale prijs.
Tijdens de bijeenkomst van het Steering Committee van 8 juni jl. heeft Nederland opnieuw gepleit voor een snelle voltooiing van de onderhandelingen. Duitsland en Italië hebben
te kennen gegeven, met inachtneming van de onafhankelijke positie van de auditdiensten, daarnaar te streven. Over de uiteindelijke
resultaten zal ik de Kamer informeren.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop