nr. 10
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 13 december 2001
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een
aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Defensie over zijn brief
d.d. 10 september 2001 inzake de jaarrapportage 2001 project NH-90 (Def-01-133).
De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 11 december
2001.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van commissie,
Valk
De griffier voor deze lijst,
Kok
1
Zijn er nog wijzigingen opgetreden in het aantal helikopters
dat door Frankrijk, Duitsland en Italië wordt afgenomen?
Nee, sinds de ondertekening van het productiecontract zijn er geen wijzigingen
opgetreden in het aantal helikopters dat door Frankrijk, Duitsland en Italië
wordt afgenomen.
2 en 3
Wat is het gewicht en de hoogte van de NH-90 in (Nato
Frigate Helicopter-) NFH-variant? Past dat volledig binnen de Nederlandse
eisen?
Hoe zijn eerder gemelde problemen met trillingen, het
gewicht en de hoogte van de NH-90 opgelost? Welke financiële gevolgen
heeft dit voor Nederland? Hoe groot is het risico dat deze problemen zich
in de toekomst opnieuw voor zullen doen?
De industrie heeft met gedefinieerde oplossingsrichtingen aangetoond de
eerder gemelde problemen met trillingen, het gewicht en de hoogte onder controle
te hebben. Daarbij is gebleken dat voor het reduceren van de trillingen het
ontwerp van de rotorkop niet hoeft te worden aangepast. Daarmee staat vast
dat de hoogte van de helikopter, namelijk 4,2 meter, binnen de door de Koninklijke
marine gestelde eisen blijft. De maritieme variant van de NH-90, de NFH-90,
weegt ongeveer 10 ton. Ook dit valt binnen de Nederlandse eisen. De exacte
uitvoering van de NH-90 is over een à twee jaar bekend, waarna het
ontwerp volledig gereed is voor kwalificatie. De huidige situatie geeft geen
aanleiding te veronderstellen dat de eerder gemelde problemen zich bij de
productietoestellen opnieuw zullen voordoen. Er zijn geen financiële
gevolgen voor Nederland.
4 en 5
Wat kunnen de gevolgen zijn van het niet (volledig)
oplossen van de problemen met het scharnierende deel van het staartstuk?
Op welke termijn verwacht de regering dat de industrie
een oplossing voor de problemen met het staartstuk zal vinden? Wat zullen
de financiële consequenties hiervan zijn?
Het gemelde probleem, dat zich onder bepaalde omstandigheden tijdens de
landing grotere belastingen op het scharnierende deel van het staartstuk voordoen
dan oorspronkelijk was berekend, vormt niet langer een technisch risico. Inmiddels
zijn aangepaste ontwerpen voorhanden. Dit heeft geen financiële gevolgen
voor de deelnemende landen.
6 en 7
Hoeveel maanden loopt men achter op het schema dat
uitging van beschikbaarheid van de Initial In-service Support (1994) voor
de eerste gebruikers in 2004?
In hoeverre is het reëel dat de gestage vordering
van de exploitatievoorbereiding van de NH-90 op den duur zal leiden tot een
vertraging van de levering aan Nederland, mede in het licht van de hele voorgeschiedenis
van het project?
De ontwikkeling van de «In service Support» voorzieningen
is afhankelijk van de voortgang van een groot aantal deelactiviteiten. In
het «integrale» schema wordt thans rekening gehouden met een vertraging
van ten hoogste een jaar. Zoals in de jaarrapportage is gemeld, komt hierdoor
de tijdige beschikbaarheid van de «In service Support» voor de
eerste gebruikers in 2004 in gevaar. Maar vooralsnog heeft dit geen gevolgen
voor de levering van de NH-90 aan Nederland vanaf 2007, omdat tegen die
tijd de eventuele vertraging naar verwachting is ingelopen.
8
Waarom is er een ander agentschap, te weten het Nato
Maintenance and Supply Agency (Namsa) ingeschakeld voor de verwerving van
reservedelen?
Onderzoek van de «Nato Helicopter Management Organisation»
(Nahemo) heeft aangetoond dat voor de uitvoering van een aantal routinetaken
op het gebied van de verwerving van reservedelen, de inschakeling van het
«Nato Maintenance and Supply Agency» (Namsa) doelmatiger is, dan
uitbreiding van Nahemo zelf.
9
In hoeverre heeft toetreding van Portugal tot het project
consequenties voor de levering van de NH-90 aan Nederland? Wat zijn voor Nederland
de financiële consequenties van deze toetreding?
De toetreding van Portugal heeft geen consequenties voor de levering van
de NH-90 aan Nederland. Portugal betaalt een «entrance fee» van
ongeveer € 3,1 miljoen (prijspeil 1999) dat door Nahemo naar evenredigheid
van de bijdragen aan de vaste kosten («non recurring cost») onder
de deelnemende landen wordt verdeeld. Het Nederlandse deel daarvan bedraagt
ongeveer f 400 000,–. Verder leidt de toetreding van Portugal
tot een herschikking van de nationale bijdragen aan de kosten van projectorganisatie
Nahemo.
XNoot
1Samenstelling: Leden: Van den Berg (SGP), Valk (PvdA), voorzitter, Zijlstra
(PvdA), Apostolou (PvdA), Hillen (CDA), Hessing (VVD), Van Ardenne-van der
Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Stellingwerf (ChristenUnie), ondervoorzitter,
Van Lente (VVD), Verhagen (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Van 't Riet
(D66), Van den Doel (VVD), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Van der Knaap (CDA),
Harrewijn (GroenLinks), Niederer (VVD), Timmermans (PvdA), van Bommel (SP),
Oplaat (VVD), Albayrak (PvdA), Balemans (VVD) en Herrebrugh (PvdA).
Plv. leden: Dittrich (D66), Van Oven (PvdA), Swildens-Rozendaal (PvdA),
Arib (PvdA), Leers (CDA), Weisglas (VVD), Eurlings (CDA), Ter Veer (D66),
Van Middelkoop (ChristenUnie), De Swart (VVD), Van der Hoeven (CDA), T. Pitstra
(GroenLinks), Bakker (D66), Blaauw (VVD), J. Ten Hoopen (CDA), Hindriks (PvdA),
De Pater-van der Meer (CDA), Karimi (GroenLinks), E. Meijer (VVD), Dijksma
(PvdA), Marijnissen (SP), Van Baalen (VVD), Vacature (PvdA), Wilders (VVD)
en Duivesteijn (PvdA).