25 928
Navo helikopterproject NH-90

nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 10 maart 1998

Inleiding

Op 14 februari 1997 heeft u de laatste jaarrapportage ontvangen over de voortgang van het NH-90 project (Kamerstuk 25 000-X, nr. 55). In oktober 1997 is de offerte voor de pre-productiefase en de eerste productieserie van «NATO Helicopter Industries» (NHI) ontvangen. Het voorziene vierlandenoverleg van 14 juni 1997 is vanwege het uitblijven van de offerte niet doorgegaan. Op 27 en 28 november 1997 zijn de delegatieleiders van het NH-90 «Steering Committee» bijeen geweest, gevolgd door beraadslagingen van het voltallige comité op 10 en 11 december vorig jaar. De stand van zaken is nu als volgt.

Internationaal overleg

Tot midden 1997 zijn de onderhandelingen tussen de landen over een gecombineerd «Memorandum of Understanding» (MOU) voor de pre-productie- en productiefase van de NH-90 voorspoedig verlopen. Sindsdien wordt de voortgang vertraagd door discussies over de werkverdeling in de productiefase, mede als gevolg van een verschil in interpretatie van de toepasselijke artikelen in het overkoepelende MOU. De discussies worden nog verder gecompliceerd door de eis van een van de landen dat binnen de eerste productieserie een redelijke balans aanwezig moet zijn tussen de werkverdeling en de kostenverdeling, hetgeen door de uiteenlopende faseringen in de behoefte van de deelnemende landen nagenoeg onmogelijk is. De vergadering van de delegatieleiders van het «Steering Committee» had tot doel deze patstelling te doorbreken. Een Duits voorstel is door de landen nader bestudeerd en tijdens het overleg van het «Steering Committee» van 10 en 11 december 1997 becommentarieerd. Het Nederlandse werkaandeel blijft in het Duitse voorstel onveranderd. Op 10 en 11 november bleek het voorstel aanvaardbaar voor Italië, Duitsland en Nederland. Alleen Frankrijk ging niet akkoord. Het «Steering Committee» heeft daarop besloten de onderhavige problematiek voor te leggen aan een beraad van de «National Armament Directors» van de deelnemende landen.

Overleg met de industrie

De offerte voor de pre-productie- en productiefase, waarom midden 1996 was gevraagd, is uiteindelijk op 15 oktober 1997 ontvangen van NHI. De prijsstelling en de onderbouwing van de offerte geven op dit moment geen aanleiding tot optimisme over een snelle afronding van de onderhandelingen met de industrie. Bovendien ontbreken in de offerte nog de benodigde kosten en hoeveelheden voor initiële bevoorrading, training, etc.. Er zijn weliswaar al gegevens van de industrie ontvangen, maar deze bieden onvoldoende inzicht in de omvang en de samenstelling van deze benodigde middelen. Het «Steering Committee» heeft tijdens bovengenoemd overleg NHI opgedragen de kosten voor pre-productie aanzienlijk te reduceren en tevens de stuksprijs van de helikopters te verlagen tot een marktconform niveau.

Speciale werkgroep

Op initiatief van Frankrijk en met steun van Duitsland en Nederland is in januari 1998 besloten een speciale werkgroep in te stellen die tot taak heeft, uitgaande van een billijke werkverdeling, te komen tot de noodzakelijke kostenreducties. Concrete resultaten worden niet voor 1 april 1998 verwacht.

Risico

In een complex en innoverend project als dat van de NH-90 kleven er altijd risico's aan de ontwikkeling en tijdfasering. De in de voorgaande rapportage genoemde problemen met het tweede prototype in het kader van het ontwerp en de ontwikkeling zijn inmiddels opgelost. In maart 1997 heeft dit prototype de eerste vlucht gemaakt. Sinds juli van hetzelfde jaar is het uitgerust met het «fly-by-wire» besturingssysteem en tot op heden vliegt het zonder noemenswaardige problemen. De eerste vlucht van het derde prototype zal echter door de vertraagde levering van essentiële apparatuur worden uitgesteld van midden tot eind 1998.

Het «Steering Committee» heeft aan het «Nato Helicopter Management Agency» (NAHEMA) en NHI opdracht gegeven een risico-analyse uit te voeren, teneinde te inventariseren welke problemen opgelost moeten zijn voor de start van de productiefase. Het resultaat van deze analyse is inmiddels gepresenteerd aan het «Steering Committee». Op dit moment betreft het belangrijkste technische risico nog steeds de ontwikkeling van het missiesysteem van de maritieme versie van de NH-90. Weliswaar is er sprake van voortgang in dit ontwikkelingstraject, maar het neemt meer tijd in beslag dan voorzien. Voordat kan worden overgegaan tot tekening van het MOU en de contracten, dienen de risico's tot een aanvaardbaar niveau te zijn teruggebracht.

Overige aspecten

In het huidige afleveringsschema zijn nog geen veranderingen aangebracht. Zoals voorzien zal Nederland als eerste de maritieme versie van de NH-90 in gebruik nemen en Duitsland als eerste de transportversie. Dit gebeurt in hetzelfde jaar.

Het Nederlands werkaandeel in de productiefase is onaangetast gebleven en er zijn derhalve goede garanties voor aanzienlijke orders voor met name Fokker Aerostructures B.V. en haar onderaannemer SP.

Voortgang

De deelnemende landen zijn het erover eens dat een verdere vertraging in de levering van de eerste helikopters onaanvaardbaar is. Het is daarom van belang dat tijdig overeenstemming wordt bereikt over het MOU voor de pre-productie en productiefase. Ondanks het feit dat de offertes voor de pre-productie- en productiefase beschikbaar zijn, is er echter weinig voortgang geboekt in de voorbereiding van de productie. De verwervingsvoorbereiding van het NH-90 project zal op zijn vroegst in het najaar van 1998 kunnen worden afgerond. De eerste leveringen kunnen dan waarschijnlijk niet meer voor eind 2003 plaatsvinden.

Slotopmerking

Alvorens het MOU voor de pre-productie- en productiefase te ondertekenen zal ik u informeren. Ondertekening is thans voor eind 1998 voorzien.

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Naar boven